Partij van Vrijemarktpolitiek en Vreemdelingenhaat

Volgens sommige peilingen zou de PVV van Geert Wilders de grootste partij worden als er nu verkiezingen waren. Dat is niet alleen een beangstigend vooruitzicht voor moslims en migranten, maar voor werknemers in het algemeen.
30 april 2009

Wilders arrogant

Door Peyman Jafari

In plaats van op te komen voor ‘de gewone man’ zet de voormalig VVD’er zich vooral in voor de elite. Achter het imago van een zogenaamde rebel gaat een politiek schuil van slechts meer marktwerking, bezuinigingen en voordeeltjes voor de top – hetzelfde beleid dat ons in de economische crisis heeft gestort.

Geert Wilders is al vier jaar weg bij de VVD, maar toch is hij trouw gebleven aan het neoliberalisme van zijn oude partij. Het belangrijkste economische plan van de PVV is een belastingverlaging van 16 miljard voor ‘burgers en ondernemers’. Deze gigantische lastenverlichting wil Wilders uitvoeren door progressieve belastingen te vervangen door een ‘vlaktaks’ waarvan vooral hoge inkomens zullen profiteren – aangezien de veelverdieners hetzelfde belastingpercentage gaan betalen als lage inkomens. Verder wil de PVV de hypotheekrenteaftrek handhaven, wat in zijn huidige vorm een soort subsidie is voor topinkomens.

Wat Wilders met de ene hand aan de miljonairs wil geven, pakt hij met de andere af van werknemers door het minimumloon af te schaffen, cao’s niet algemeen verbindend te verklaren en de ontslagregeling te versoepelen. Uitkeringsgerechtigden krijgen wat hem betreft een dagelijkse meldingsplicht. Wilders pretendeert op te komen voor ‘de hardwerkende Nederlander’. Dat de realiteit anders is konden postbodes onlangs merken. In maart stemde de PVV samen met de regeringspartijen en de VVD tegen een minimumloon voor het postpersoneel.

Het marktfundamentalisme van de Partij voor de Vrijheid blijkt niet alleen uit haar programma, maar ook uit haar stemgedrag in de Tweede Kamer. Een onderzoek aan het Instituut Politicologie in Leiden, gebaseerd op 3000 stemmingen tussen eind 2006 en 2008, laat zien dat de partij van Wilders het vaakste met bazenpartij VVD en Rita Verdonk (ex-VVD) meestemde.

Met alleen de VVD als bondgenoot stemde de PVV tegen onder andere de Wet op het Kindgebonden Budget, die bedoeld was om de laagstbetaalde gezinnen en langdurig arbeids-ongeschikten meer bescherming te bieden. In tegenstelling tot haar anti-establishmentretoriek steunde de PVV ook opvallend vaak de voorstellen van het kabinet.

Wilders spreekt de onvrede aan over de verpaupering van achterstandswijken, de sociale afbraak, de verslechteringen in de zorg en het onderwijs en de groeiende afstand tussen de elite en de bevolking, maar het enige wat hij te bieden heeft is meer van hetzelfde neoliberalisme. Het is dan ook zijn bewuste keuze om de PVV niet als de partij vóór meer vrije markt, maar als die tegen allochtonen te verkopen.

Met zijn permanente hetze tegen moslims maakt Wilders een hele bevolkingsgroep tot de bliksemafleider van het sociale ongenoegen en verdeelt hij de samenleving in ‘wij’ en ‘zij’. Voorstellen zoals een immigratiestop voor moslims zijn discriminerend en racistisch. Ze maken onderscheid op basis van geloof en afkomst en stigmatiseren hele bevolkingsgroepen door ze als ‘crimineel’ of ‘terroristisch’ te bestempelen. Het is dan ook veelzeggend dat de PVV artikel 1 van de Grondwet (het antidiscriminatiebeginsel) wil schrappen.

In het beuken op moslims misbruikt de PVV ook bewust het uitbreken van de economische crisis om stemmen te halen. Tijdens een spoeddebat over de crisis op 18 februari presenteerde Wilders een heel pakket aan maatregelen om ‘de gewone man’ er bovenop te helpen. ‘Stop met die bodemloze put die ontwikkelingshulp heet’, zei hij. ‘Geef niet langer gratis inburgeringscursussen. (…) Hou op met de massa-immigratie die onze samenleving al meer dan honderd miljard heeft gekost, genoeg is genoeg. Draai onmiddellijk dat verschrikkelijke generaal pardon terug dat ons miljarden kost. Stoot de Antillen af. Sluit de arbeidsmarkt voor Polen, Roemenen en Bulgaren die onze mensen in de WW houden en drijven.’

Als je Wilders zou geloven is de crisis niet veroorzaakt door de ongelimiteerde kapitalistische winsthonger en zelfverrijking van de grote graaiers aan de top, maar door ‘de buitenlanders’ die ‘onze banen pikken’ en de moslims die hier zijn gekomen ‘om hier de boel over te nemen’.

Wilders heeft afgelopen periode al veel schade aangericht met zijn politiek van angst en haatzaaierij. Nu door de crisis de werkloosheid en onzekerheid verder toenemen, draagt zijn strategie van het tegen elkaar opzetten van bevolkingsgroepen bij aan het doen ontploffen van een maatschappelijke tijdbom. In de aanloop naar de Europese verkiezingen is het zaak de feiten over Wilders’ werkelijke agenda boven tafel te halen. De opmars van Wilders onderstreept dan ook de urgentie van de opbouw van een links alternatief dat arbeiders, uitkeringsgerechtigden en studenten – ongeacht hun geloof, kleur of nationaliteit – bij elkaar brengt en de strijd aangaat tegen de aanval op onze banen, lonen en pensioenen.