Panama Papers leggen ‘fiscale apartheid’ bloot
Door Jeroen van der Starre
De documenten laten zien hoe superrijken vele miljarden euro’s buiten het zicht van belastingdiensten hebben gehouden. De onthullingen zijn slechts het topje van een ijsberg en geven inzicht in de realiteit van onze klassenmaatschappij, die meestal onzichtbaar is.
Ondanks dat de Panama Papers zich beperken tot documenten van één enkel juridisch adviesbureau, liegen de onthullingen er niet om. Zo worden 140 offshorebedrijven genoemd die verbonden zijn aan politici en overheidsfunctionarissen en hun families.
Enkelen daarvan moesten al het veld ruimen, zoals de inmiddels voormalige premier van IJsland Gunnlaugsson. Gunnlaugsson deed zich voor als een tegenstander van de banken en van compensatie voor buitenlandse schuldeisers van de drie grootste IJslandse banken in 2008. Toen hij premier werd, stemde hij echter in met een zeer genereuze compensatieregeling.
Nu blijkt echter dat hij zelf een belang van miljoenen had in deze deal. Samen met zijn vrouw bezat hij een offshorebedrijf dat aandelen van IJslandse banken bezat. In 2009 verkocht hij zijn aandeel in het bedrijf voor het symbolische bedrag van één dollar aan zijn vrouw. Later dat jaar claimde hun bedrijf bijna 4 miljoen euro van de IJslandse staat. De arrogantie van Gunnlaugsson is tekenend voor de corruptie, achterbaksheid en minachting van de heersende klasse voor gewone mensen – die wel belasting betalen en door bezuinigingen opdraaiden voor het redden van de banken.
Toch focust het publieke debat in Nederland vooral op individuele gevallen, niet op de structurele achtergrond ervan. Om de volle omvang van het probleem te begrijpen, moeten we de Panama Papers in context zien. Ten eerste gaan deze onthullingen alleen over belastingontwijking via Mossack Fonseca, dat slechts een van de vele bedrijven is die belastingontwijking voor de rijken organiseren. Ten tweede bedient Mossack Fonseca rijke individuen en werkt hiermee samen met grote internationale banken, waaronder ABN AMRO. Belastingontwijking door multinationals is echter een andere ‘tak van sport’ die in de Panama Papers minder belicht wordt.
‘Fiscale apartheid’
Wie een wat langer geheugen heeft, weet echter nog van de ’LuxLeaks’ in 2014. Deze reeks onthullingen lieten zien hoe belastingovereenkomsten met Luxemburg het mogelijk maakten voor Europese multinationals om weinig tot geen belasting te betalen. Onderzoek van SOMO (Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen) in opdracht van de FNV liet dit jaar zien dat 151 grote in Nederland gevestigde bedrijven in tien jaar tijd zo’n 30 miljard te weinig hebben betaald. Hierdoor betalen werkenden jaarlijks gemiddeld €200 meer.
Het geheel van deze schandalen en onthullingen laat zien hoe klassenongelijkheid en belastingontwijking in elkaar grijpen: belastingontwijking onder de superrijken, de grote bedrijven en inmiddels ook steeds meer MKB’ers is de norm geworden. Belasting betalen is voor sukkels, loonslaven en andere losers, dat wil zeggen: iedereen die niet tot de bezittende klasse behoort. Ewald Engelen formuleerde het treffend in de Groene: ‘Wat #offshoreleaks, #luxleaks, #swissleaks, #panamapapers en die torenhoge en groeiende stapel van kritische rapporten van ngo’s over belastingontwijking ons leren, is dat wij leven in een wereld van fiscale apartheid.’
Maar de arrogantie van de rijken gaat verder: volgens belastingontwijkers zelf is hun gedrag een gevolg van te hoge belastingen. Iwan Postel, die via Panama en het belazeren van Clarence Seedorf zo’n 2 miljoen euro ‘verdiende’ is er zo een: ‘Als je de grens van belastingen zo hoog legt dat het voor mensen niet meer de moeite waard is om keihard te werken, dan krijg je een tegenklap en dit is er een van.’
Zoals we eerder [2] in deze krant lieten zien is de belastingdruk in de afgelopen decennia enorm verschoven van de rijken naar werkenden. De belastingen op winst, bezit en kapitaal zijn enorm verlaagd. De rijken, die hun geld op dit soort manieren ‘verdienen’, betalen daarom – als ze al belasting betalen – ongeveer de helft van wat een werkende betaalt.
Maar veel minder belasting betalen is niet goed genoeg voor de heersers, als er ontdoken kan worden, dan doen ze dat. Dit belet hen overigens niet om een beroep te doen op de staat om de rechten van werkenden af te breken, handelsmissies te organiseren of subsidies binnen te harken. Dat rechts deze parasieten als job creators neerzet is een gotspe.
Politieke leugens
Toch begrijpen onze politici dat hun beleid het daglicht niet kan verdragen, en dus wringen ze zich in bochten om mee te gaan in de publieke verontwaardiging. Zo zei Staatssecretaris Wiebes van Financiën dat er een juichkreet opging bij de belastingdienst. Maar het Financieele Dagblad concludeerde op basis van aantekeningen van de Europese Commissie dat Nederland al 20 jaar een ‘notoire dwarsligger’ is als het gaat om aanpakken van belastingontwijking door multinationals. ‘Geen enkel land neemt zo’n radicaal standpunt in als Nederland: het ontkent domweg dat deze vorm van belastingontwijking een probleem is’, aldus het FD.
Dit toont eens te meer aan dat Nederlandse politici stelselmatig hebben gelogen over hun rol als aanjagers van belastingontwijking. Voormalig staatssecretaris van Financiën Willem Vermeend, een van de voornaamste verantwoordelijken voor het Nederlandse belastingparadijs, ontkende in 2013 nog alles. Nederland was helemaal geen belastingparadijs, dat was slechts een verzinsel van ‘activistische actiegroepen’ die Nederland graag tot ‘zondebok’ wilden maken.
Inderdaad waren het activistische groepen, NGO’s en de Occupybeweging, die belastingontwijking serieus namen. Zo voerden de Internationale Socialisten al in 2012 actie tegen Intertrust, dat nu in verband wordt gebracht met corrupte FIFA-bestuurders. Zoals eerder bijvoorbeeld het geval was met de Irakoorlog blijken de activisten op alle punten gelijk te hebben en blijken de politici niets dan leugens te hebben verteld. Maar gelijk hebben is niet genoeg. Als we echte verandering willen, zullen we moeten bouwen aan bewegingen en organisaties om de macht van de banken en grote bedrijven en te breken en hun lakeien in Den Haag de laan uit te sturen.
………………………………………………………………………………………………………………….
Dat Nederland een belastingparadijs is dat een belangrijke rol speelt in constructies die multinationals gebruiken om belasting te ontwijken was al langer bekend. Nu blijkt dat er geen ander land is in Europa dat zoveel doet om maatregelen tegen belastingontwijking te blokkeren. Nederland speelt deze rol al twintig jaar. De leugens van de verantwoordelijken zijn al even structureel. Een korte bloemlezing:
‘Nederland is helemaal geen belastingparadijs, want we hebben belastingverdragen en we houden ons aan alle internationale regels.’
Willem Vermeend (PvdA), staatssecretaris van Financiën 1994 – 2000, 12 december 2012.
‘Elke associatie met Nederland als belastingparadijs, waar dingen gebeuren die niet mogen, verwerpen wij. Nederland loopt voorop als het gaat om transparantie.’
Wouter Bos (PvdA), staatssecretaris van Financiën 2000 – 2002; Minister van Financiën 2007-2010, 6 mei 2009.
(Ik heb) ‘belastingverdragen over informatieuitwisseling met Oostenrijk, Singapore en British Virgin Islands gesloten. Wederom een mooie stap in onze intensieve strijd tegen belastingontwijking, witwassen, fraude en terrorismefinanciering.’
Jan Kees de Jager (CDA), staatssecretaris van Financiën 2007-2010, 15 augustus 2009.
‘Wat ik jammer vind, is als het eigen nest wordt bevuild. Kijk Nederland is geen belastingparadijs. We hebben wel een aantrekkelijk systeem van belastingverdragen.’
Frans Weekers (VVD), staatssecretaris van Financiën 2010-2014, 15 april 2013.
‘Verhalen uit de oude doos… We hebben een nieuwe strategie gelanceerd.’ (Belastingontwijking) ‘was nooit de bedoeling van het beleid en we trappen niet op de rem, maar juist stevig op het gaspedaal om daar wat aan te doen.’
Eric Wiebes (VVD), staatssecretaris van Financiën sinds 2014, 14 april 2016, na het bericht dat Nederland een ‘notoire dwarsligger’ is als het gaat om het aanpakken van belastingontwijking.