Palestijns raadslid Tel Aviv: ‘De “linkse” zionisten zijn verantwoordelijk voor de Nakba’

Onlangs was Sami Abu Shehadeh in Nederland, op uitnodiging van Amsterdam voor Palestina. Hij was lange tijd het enige Palestijnse lid van de gemeenteraad van Tel Aviv namens de Balad-partij. Momenteel schrijft hij zijn proefschrift over Jaffa als cultureel centrum van Palestina voor de Nakba. De Socialist sprak met hem over de geschiedenis van Jaffa en over de Palestijnen in Israël zelf.

Wat was de rol van Jaffa in Palestina voor de Nakba?
23 november 2015

Jaffa werd in 1950 geannexeerd door Tel Aviv, sindsdien bestaat Jaffa niet meer als onafhankelijke stad. Maar voor de Nakba was het de belangrijkste Palestijnse stad. Jeruzalem is religieus het belangrijkst, maar Jaffa was het kloppend hart van Palestina. In plannen van ingenieurs uit 1946 wordt gesproken over Jaffa als toekomstige hoofdstad van Arabisch Palestina. Dat is hoe mensen voor de Nakba naar Jaffa keken.

Is het toeval dat de toekomstige Israëlische hoofdstad Tel Aviv naast Jaffa is gebouwd?

Toen de zionisten naar Palestina kwamen, hadden ze een centrum nodig van waar uit ze hun eigen stad konden ontwikkelen. Het meest krachtige centrum in de late negentiende eeuw was Jaffa. Tel Aviv werd aanvankelijk gebouwd als Joodse wijk van Jaffa. Tot 1926 waren alle Joodse wijken onderdeel van Jaffa en maakten ze voor hun eigen ontwikkeling gebruik van de diensten van de gemeente Jaffa. Maar de Joodse kolonisten wilden vanaf het begin apart leven. Ze hadden het over Hebreeuwse arbeid en Hebreeuwse nederzettingen en steden. Het idee was nooit om samen met de inwoners van Palestina iets op te bouwen.

Palestina was voor de Nakba een Brits mandaatgebied. Welke rol speelden zij?

Voor de komst van de Britten was het zionistische project één grote mislukking. De meeste Joodse kolonisten vertrokken na korte tijd naar de Verenigde Staten. In 1919 bestond de gehele Joodse bevolking in het gebied ten noordoosten van Jaffa (Tel Aviv en omgeving, red.) uit 2000 kolonisten. De Britse verovering van Palestina was een keerpunt, want vanaf dat moment werd het zionistische project gesteund door het machtigste land ter wereld. In het eerste decennium dat de Britten er waren groeide het aantal kolonisten van 2000 tot 40.000. Als gevolg hiervan werd Tel Aviv in 1926 een onafhankelijke stad. Tot aan de Tweede Wereldoorlog groeide het verder tot 160.000 inwoners, de grootste stad in Palestina. Voor de Nakba woonde een derde van alle Joodse kolonisten in Tel Aviv.

Leverde deze snelle groei spanningen op?

Aangezien er land werd gestolen van Jaffa, leidde het geregeld tot botsingen op het land. Het Britse systeem werkte daarbij in het voordeel van de joodse kolonisten. Vaak was niet vastgelegd van wie het land was, waardoor de Britten het land bij een conflict toewezen aan de zionisten. De Britten steunden het zionistische project overigens ook politiek. De Palestijnen waren zich vanaf het begin bewust van dit gevaar. Hierdoor was er gedurende de hele periode van het Britse mandaat door heel Palestina heen sprake van spanningen en geweldsuitbarstingen.

Het leidde ook tot een opstand die van 1936 tot 1939 duurde. Hoe zag dat er in Jaffa uit?

De opstand bracht grote veranderingen voor Jaffa en voor Tel Aviv met zich mee. In 1936 was een grote Arabische revolutie tegen de zionisten en tegen het Britse imperialistische project in Palestina. Het begon met de langste staking uit de moderne geschiedenis.

Van april tot oktober was er een algemene staking in heel Palestina. Dit had positieve kanten en negatieve kanten. Een staking van zes maanden is een enorme klap voor de economie. Het gaf bovendien een impuls aan de Joodse economie. Met steun van de Britten werd er bijvoorbeeld in Tel Aviv een haven gebouwd omdat de haven van Jaffa gesloten was.

Aan de andere kant werden de Britten gedwongen te reageren. Het leidde in 1937 tot het eerste verdelingsplan van Palestina. De Arabieren wezen dit plan af en begonnen aan de tweede fase van de revolutie. Dit leidde uiteindelijk tot een overeenkomst waarbij Groot- Brittannië de immigratie van Joodse kolonisten naar Palestina moest stoppen en de toezegging dat er binnen tien jaar een onafhankelijke Arabische staat in Palestina zou worden gevestigd. Daar kwam natuurlijk bij dat de Britten hun troepen vanaf 1939 op andere plekken hard nodig hadden. Maar de Tweede Wereldoorlog bracht ook de Holocaust, waardoor alles weer anders werd.

Tijdens de opstand werden 5.000 Palestijnen vermoord. Tienduizenden werden gevangen gezet. Een groot deel van de leiding was verbannen. Dit betekende een zware klap voor de Palestijnse nationale beweging. Hierdoor hadden de Palestijnen in 1948 praktisch geen politieke leiding. De leiding was immers verbannen, gevangen of vermoord door de Britten.

Welke invloed had de Nakba op Jaffa?

Omdat de eerste Joodse kolonisten hun steden om Jaffa heen hadden gebouwd, werd Jaffa vanaf het begin belegerd en gebombardeerd. Vanwege de Britse bezetting hadden de Palestijnen geen leger, maar de zionisten beschikten wel over terroristische organisaties.

Hierdoor werd de bevolking gedwongen te vluchten, meestal via de zee. De mensen die naar het zuiden gingen, kwamen in Gaza terecht. De mensen die naar het noorden gingen, kwamen in Libanon terecht. De mensen die achterbleven raakten het contact met gevluchte familie kwijt omdat deze nu in ‘vijandige’ landen woonden.

Van de 120.000 inwoners in de late jaren veertig waren er na de Nakba nog maar 3.000 over. De overgebleven inwoners werden bijeengedreven in de wijk Ajami. Daar werd vervolgens een hek omheen gezet en de inwoners werden onder militaire controle geplaatst. In de officiële Israëlische documenten uit die tijd wordt gesproken van Getto Ajami. De Palestijnen wisten helemaal niet wat een Getto was. Het waren de Europese Joden die deze naam aan de wijk gaven.

De Arbeiderspartij van David Ben Goerion regeerde toen. Tegenwoordig kijken veel mensen in het Westen met weemoed terug op deze ‘goede dagen’.

Die ‘goede dagen’ waren tussen 1948 en 1977 toen de Arbeiderspartij de Israëlische staat controleerde. Voor de Palestijnen in Jaffa waren dit de meest donkere dagen. Tussen 1948 en 1966 stond twintig procent van de inwoners van Israël onder militaire controle. Ik ken geen enkele vergelijkbare situatie in de moderne geschiedenis. Desondanks werd Israël nog steeds als een democratie behandeld. In Jaffa was de militaire controle het meest verstikkend.

In het noorden waren er Palestijnse steden en dorpen. Er was daardoor nog ruimte om te bewegen. In Jaffa was die ruimte gereduceerd tot een wijk. De ‘verlichte’ Joodse staat verbood ons tot 1984 zelfs boeken te importeren. De ‘linkse’ zionisten zijn verantwoordelijk voor de Nakba, voor de militaire controle, voor de weigering Palestijnse vluchtelingen terug te laten keren, voor de oorlogen tegen de Arabische landen. De bezetting van Jeruzalem is begonnen door de seculiere ‘socialisten’, niet door de rechtse revisionisten (politieke stroming van Benjamin Netanyahu, red.).

Hebben de Palestijnen het beter gekregen onder de revisionisten?

We hebben onder de revisionisten iets meer ruimte gekregen om te leven. Niet omdat de revisionisten minder racistisch zijn. Maar de militaire controle drong zover door tot het leven van de Palestijnen dat er zelfs bepaald werd wat we stemden.

Het was in die periode voor de Palestijnen namelijk verboden hun eigen partijen op te richten. Maar op je identiteitsbewijs werd wel geregistreerd of je gestemd had. Als je niet had gestemd, verloor je recht op basisvoorzieningen. Om deze reden gingen veel Palestijnen stemmen en ze stemden vooral op de Arbeiderspartij.

De revisionisten keerden zich om electorale redenen tegen het systeem van militaire controle. Ze kwamen bovendien met een nieuwe economische politiek. Door hun neoliberale beleid kreeg de staat minder controle. Hierdoor kregen we ook op economisch terrein iets meer ruimte om eigen zaakjes op te zetten.

Zagen de revisionisten de toegenomen ruimte voor Palestijnen niet als een probleem?

We waren door decennia van militaire controle dusdanig gemarginaliseerd dat het ze niet echt veel kon schelen. Maar onderschat niet dat onze rechten nog steeds beperkt zijn. Alle politieke activisten worden in de gaten gehouden door de geheime dienst. Ze waarschuwen dat je beter geen politiek activist kan zijn, dat je studie er gevaar door loopt. Hierdoor schrikken veel mensen ervoor terug zich politiek in te zetten.

Waarom ben je toch activist geworden?

Ik ben zelf geïnspireerd geraakt door professor Azmi Bishara. Hij kwam als Palestijn naar de universiteit van Tel Aviv en won elke discussie. Hij besloot een partij op te richten die zei: ‘Wij willen gelijkheid, dat is alles’.

Ik zie mezelf niet als iemand die extreme of gevaarlijke dingen doet. Ik wil in een normale democratie leven. Maar een Joodse staat kan nooit een democratie zijn. Het betekent dat de staat zijn Joodse inwoners belangrijker vindt dan de andere inwoners. We leren van de staat dat we geen Palestijnen zijn en dat we geen eigen geschiedenis hebben. Onze partij vestigt de aandacht op onze nationale identiteit en onze nationale rechten.

Daarnaast proberen we mensen te overtuigen dat ze iets kunnen doen. Als je met Palestijnen in Israël praat, zul je erachter komen dat veel van hen als gevolg van de decennia van onderdrukking nergens meer in geloven.