Pakistan polariseert

Op de NAVO-top in Straatsburg benadrukte Obama het belang van stabiliteit in Pakistan en riep dat land op om hard op te treden tegen militante groeperingen in de grensgebieden.
16 mei 2009

Door Suzanne Veldhuis

Al enige tijd begeeft het Amerikaanse leger zich met beschietingen en bombardementen op Pakistaans grondgebied, geholpen door het Pakistaanse leger. Bij deze zoektocht naar Al-Qaida en de Taliban worden steeds meer burgers slachtoffer van het geweld. Het gevolg hiervan is dat de Taliban steeds populairder worden en de Pakistaanse regering steeds impopulairder wordt onder de lokale bevolking.

Inmiddels is het een publiek geheim dat de oorlog in Afghanistan zich aan het uitbreiden is naar Pakistan. Tenslotte is de grens waar de conflicten zich afspelen ook niet meer dan een willekeurige lijn die de Britse bezetters ooit getrokken hebben. De Pashtun-bevolking aan beide zijden van de grens heeft die lijn überhaupt nooit willen accepteren. Een groot deel ervan zou het liefst een onafhankelijke Pashtun-staat zien.

Zo zijn er meer bevolkingsgroepen in Pakistan die strijden voor onafhankelijkheid. En dat is te begrijpen als je stilstaat bij de korte geschiedenis van het land. Als onderdeel van de koloniale verdeel-en-heersstrategie van de Britten in India werd in 1947 de staat Pakistan gesticht. In die staat, waar nu meer dan 160 miljoen mensen wonen en meer dan 16 talen gesproken worden, waren er vanaf het eerste begin bevolkingsgroepen die voor hun eigen staat vochten. Na de burgeroorlog in 1971 scheidde Oost-Pakistan zich af en was het ontstaan van Bangladesh een feit. Van de vier provincies waaruit Pakistan nu bestaat opereren er in drie (Baluchistan, Sindh en de Noord-Westelijke Grensprovincie) separatistische bewegingen.

De economische situatie geeft bovendien voldoende aanleiding om in opstand te komen. Eenderde van de bevolking, meer dan 50 miljoen mensen, leeft in absolute armoede. Op het gebied van gezondheid, onderwijs, huisvesting en andere sociale voorzieningen is er de afgelopen vijftig jaar vrijwel niets van de grond gekomen.

Het feit dat steeds meer kinderen op madrassah’s (religieuze scholen) worden onderwezen heeft weinig te maken met een toename van steun voor islamitische partijen, maar vooral met armoede en een gebrek aan sociale mogelijkheden. De madrassah’s zijn de enige scholen die de meesten zich kunnen veroorloven. Ondertussen ziet de bevolking hoe het de heersende klasse aan niets ontbreekt, en de grootste geldstroom richting het leger gaat.

Het leger heeft altijd een grote rol gespeeld. Gedurende meer dan de helft van zijn korte bestaansgeschiedenis heeft Pakistan in totaal vier perioden van militaire dictatuur gekend. De laatste daarvan eindigde toen Musharraf in 2008 gedwongen werd af te treden. Maar ook de nieuwe president Zardari zet onder druk van de VS en de NAVO het leger in om islamistische militanten in de grensgebieden aan te pakken.

Sinds 2007 zijn er meer dan 120 duizend Pakistaanse militairen naar de grensgebieden gestuurd om opstandelingen neer te slaan. Dit heeft geleid tot vele duizenden burgerslachtoffers en, volgens cijfers van Amnesty International, meer dan een half miljoen vluchtelingen. Het falen van het Pakistaanse leger heeft ertoe geleid dat president Zardari kortgeleden een wapenstilstand heeft getekend met de Taliban in de Swat-vallei. Het gevolg is dat de 1,6 miljoen inwoners nu leven onder de sharia. Met de moellahs aan de macht worden meisjesscholen gesloten en vrouwen uitgesloten van het dagelijks leven.

De Pakistaanse bevolking bevindt zich in een moeilijke situatie. Aan de ene kant keert zij zich tegen het westerse imperialisme, dat haar oorlogen zonder aarzelen voortzet op Pakistaans grondgebied. Aan de andere kant keert zij zich ook tegen de eigen regering, die zich laat leiden door datzelfde westerse imperialisme in een oorlog tegen het ‘extremisme’, waarbij de burgers de gevolgen moeten dragen. De heersende klasse grijpt de dreiging van het ‘extremisme’ slechts aan om langer slepende conflicten de kop in te drukken, en als excuus om geen aandacht te besteden aan het creëren van economische vooruitgang voor het gros van de inwoners.

Het zijn vooral islamistische groeperingen die in eerste instantie steun krijgen van de lokale bevolking. Zij zijn tenslotte degenen die in opstand komen tegen zowel het westerse imperialisme als de Pakistaanse regering. Maar de lokale bevolking vecht niet tegen een repressieve regering om vervolgens door de Taliban onderdrukt te worden. Het ontbreken van een sterk links zorgt ervoor dat de Pakistanen zich in een complexe positie bevinden. Het uitbreiden van de oorlog naar Pakistan zal deze situatie echter alleen maar verergeren.