Overwinning in Eemshaven ‘Gelijk werk, gelijk loon’
Door Sjerp van Wouden
Vier van iedere vijf arbeiders in de bouwput komen van buiten Nederland. Hun onderkomen spreekt boekdelen over hun behandeling. Velen huren barakken van private bedrijven, of zitten in armoedige, provisorisch verbouwde stallen. Zo woonden vijftig mensen op elkaars lip in één stal, tot hun collega’s met de FNV hier een einde aan maakten. Hoewel meer dan 200 uur per maand werken geen uitzondering is, ontvangen deze arbeiders honderden euro’s minder dan normaal. Klagen betekent spullen pakken.
Sinds 2010 is de FNV betrokken bij de strijd tegen deze misstanden. Masja Zwart, vakbondsbestuurder in de Eemshaven, raakte betrokken toen een aantal Portugese arbeiders ontslagen werd. Een buurman, kaderlid van FNV Bondgenoten, nam contact op met de bond. Al snel verkreeg de bond een onderhandelingspositie tegenover de energiegigant. ‘Net toen wij ons gelijk kwamen halen, werden die Portugezen met hun spullen op straat gezet. Ze werden uit huis gegooid. Ik had de pers bij me, het werd op camera vastgelegd. Voor RWE is dat slechte publiciteit’, aldus Zwart. Ze kon aanschuiven bij gesprekken met RWE, die echter nog weinig opleverden.
Er is veel gebeurd sindsdien. In maart is een petitie gelanceerd, met daarin de kern van het idee van de campagne. De arbeiders van buiten Nederland worden behandeld als tweederangsburgers. Omdat ze zo tekort worden gedaan zijn ze zo goedkoop dat ze de Nederlanders verdringen. Zo werkt het ook in Polen, maar dan met Oekraïense arbeiders. Arbeiders worden zo tegen elkaar uitgespeeld. Zwart: ‘Je kan niet zeggen: laat hen dat werk maar doen, ze komen hier alleen maar onze baantjes inpikken, wat maakt het uit dat ze slecht betaald worden. Je hebt het ook over je eigen baan. Als je je niet om de Polen bekommert, dan tref je daarmee net zo hard jezelf. We moeten solidair zijn en voor elkaar opkomen.’ Een Poolse pijpfitter verwoordde het zo: ‘Ik wil hier werken als je collega, niet als je concurrent’.
Zwart benadrukt dat het niet slechts de bond is die dingen voor mensen doet, maar dat ze zelf een belangrijke rol spelen en initiatieven nemen. Een voorbeeld daarvan is dat veel gediscrimineerde arbeiders in de Eemshaven zich aansluiten bij de bond en die helpen bouwen. Na twee maanden had de petitie duizend handtekeningen, afkomstig van verschillende regio’s en bedrijven.
Tijdens de actie ‘Internationale solidariteit aan het Wad’ overhandigden op 11 mei tweehonderd collega’s uit Polen, Nederland, Portugal en andere landen de handtekeningen aan Remak, een Poolse onderaannemer en de grootste in de bouwput. In een ultimatum aan Remak eiste FNV Eemshaven naleving van de cao. Na traineren door de onderaannemer besloot de rechter op 5 oktober dat de cao voor iedereen met terugwerkende kracht geldt. De achthonderd Remak arbeiders kunnen uitkijken naar een mooie compensatie. Eén week later, op 12 oktober, was er de feestelijke mars voor gelijk loon.
Met spandoeken en megafoons liepen honderdvijftig mensen naar de poort van de directie van de bouwplaats. Daar werden ze met muziek en broodjes worst ontvangen, want er viel wat te vieren. Met deze mars wilde de bond RWE dwingen de uitspraak ook te laten gelden voor alle andere arbeiders in de bouwput. Met succes, want RWE gaf toe. De cao geldt nu echt voor iedereen.
‘Dit betekent dat er niet meer wordt gediscrimineerd in de Eemshaven. Er is geen verschil meer in betaling tussen Polen en Nederlanders’ zei FNV Bondgenoten-voorzitter Henk van der Kolk tegen de aanwezigen. ‘Een uitspraak met verstrekkende gevolgen. Dit betekent dat je niet meer iedere buitenlander die hier komt voor een prikkie kan krijgen, en da’s maar goed ook.’
Dit is een belangrijke overwinning in een veel langere strijd voor gelijk loon voor gelijk werk. Maar de Eemshaven is niet de enige grote bouwput met veel gediscrimineerde arbeiders van buiten Nederland. Zwart: ‘Die arbeidsmarkt zakt allemaal naar het putje toe. Dat hebben we met elkaar, bonden en werknemers, 10-20 jaar laten gaan. Het is tijd dat we daar wat aan doen’.