Overwinning AfD en Wagenknecht versterkt rechtse trend
In Thüringen werden de fascisten van de prominente nazi Björn Höcke met 32,8 procent veruit de grootste partij. De christendemocratische CDU werd met 23,6 procent op flinke afstand tweede. In Saksen eindigde de AfD met 30,6 procent nog net één procentpunt achter de CDU. Deze trend lijkt bij de verkiezingen in Brandenburg, de deelstaat die om Berlijn ligt, door te gaan: de AfD staat in de laatste peiling met 27 procent duidelijk voor de SPD (23 procent).
Een tweede winnaar van de verkiezingen in Thüringen en Saksen is Bündnis Sahra Wagenknecht (BSW), opgericht door de bekende ex-politica van Die Linke. Uit het niets kon BSW in Thüringen 15,8 procent en in Saksen 11,8 procent van de stemmen winnen. Verreweg de meeste BSW-stemmen in Thüringen komen van Die Linke. In Saksen stemden naast Linke-kiezers ook veel voormalige CDU-kiezers en niet-stemmers op het BSW.
Links van het midden is het beeld desastreus. Die Linke, die in Thüringen de sociaaldemocratische SPD als grootste regeringspartij had afgelost, verloor maar liefst 17,9 procent van de stemmen en houdt 13,1 procent over. De SPD verliest verder en komt op 6,1 procent. De Groenen vliegen met 3,2 procent het parlement uit. In Saksen houdt de SPD 7,3 procent over. De Groenen blijven met 5,1 procent nipt in het parlement, Die Linke behoudt met 4,5 procent haar fractie alleen vanwege twee direct gekozen kandidaten uit Leipzig.
Als de gevestigde partijen een regering zonder AfD willen formeren, dan moet de CDU in Saksen met het BSW en óf Die Linke, óf de Groenen ofwel de SPD regeren. In Thüringen kunnen CDU, BSW en Die Linke samen tot een meerderheid komen. Tot dusver had de CDU echter alle samenwerking met de ‘communisten’ van Die Linke uitgesloten. Daarbovenop komt het probleem dat de AfD een kandidaatparlementspresident mag voorstellen, wat een eerste noodzakelijke stap voor de formatie is.
Aanslag in Solingen
Op landelijk niveau reageren alle partijen behalve Die Linke met een nog verdere ruk naar rechts wat migratie en vluchtelingenbeleid betreft. Het land was al in rep en roer door een terroristische aanslag op het stadsfeest van het West-Duitse Solingen op 24 augustus, waar een aanhanger van de Islamitische Staat drie mensen doodstak en acht verwondde. Op 30 augustus kwam de Bondsregering met meer bevoegdheden voor bewaking door politie en geheime diensten, snellere uitzettingen van vluchtelingen en nóg strengere regels voor asielzoekers.
Voor CDU-leider Friedrich Merz was dat nog lang niet genoeg. Hij eiste de grenzen ‘volledig en direct’ te sluiten voor migranten. Op maandag 9 september kondigde minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser (SPD) controles op alle grensovergangen en een ‘model voor effectieve afwijzingen conform Europees recht’ aan.
Wagenknecht
Ook Wagenknecht gooide nog eens olie op het vuur. Daags voor de deelstaatverkiezingen zong ze mee met het xenofobe koor: ‘Wie ongecontroleerde migratie toelaat, krijgt ongecontroleerd geweld,’ orakelde ze in de haar vertrouwde kanalen van de rechtse Springer-pers.
Op 9 september ging ze nog verder door te eisen dat asielaanvragen en elke vorm van financiële hulp alleen nog aan die vluchtelingen worden toegekend die kunnen bewijzen dat ze direct naar Duitsland en niet via een ander land zijn gekomen. Trots voegde ze daaraan toe, dat de kans op asiel daarmee ‘nagenoeg nul’ wordt.
Haar partij BSW is pas in januari dit jaar opgericht. Maar al sinds 2015 lag Wagenknecht in Die Linke echter in de clinch met de meerderheid van de partij, die uit een spectrum van regeringsgeoriënteerde reformisten tot bewegingsgeoriënteerde revolutionair socialisten bestaat. In 2021 gaf ze net voor haar Bondsdagkandidatuur voor Die Linke het boek De Zelfingenomenen uit, waarin ze rechtse vooroordelen over maatschappelijk links en Die Linke onderschrijft. Ze verwijt links een arrogante, liberale, culturele elite te zijn die de belangen van minderbedeelden en arbeiders niet serieus neemt. Daarbij brengt ze lhbtqia+-solidariteit, klimaatactivisme, antiracisme en antifascisme in diskrediet als ‘progressief neoliberalisme’ en stelt daar haar eigen ‘links conservatisme’ tegenover.
De afgelopen jaren vielen Wagenknecht en haar volgelingen dan ook op door hun hetze tegen vluchtelingen uit Oekraïne en het Midden-Oosten, door een economische visie die vasthoudt aan fossiele brandstoffen en de auto-industrie, door te zeuren over de zogenaamde ‘genderwaan’ en door eisen van strengere sancties in de bijstand. Van het linkse gehalte van Wagenknechts politiek is niets over. In plaats daarvan rolde ze de rode loper voor de AfD uit door maatschappelijk links en Die Linke te verzwakken, de rechtse wind in de mainstream te versterken en de AfD te normaliseren.
De berichtgeving over Wagenknecht heeft Die Linke verder beschadigd. Daarbij zit de partij al jaren op een doodlopende weg, gekenmerkt door politici in de Bondsdagsfractie die ondanks verkiezingsnederlagen aan hun zetels vasthouden, kleurloosheid in de coronacrisis, een gebrek aan een duidelijk geluid tegen oorlog en de NAVO en een nagenoeg stilzwijgen over Palestina. De deelstaatregering in Thüringen met Bodo Ramelow als minister-president was jarenlang het voorbeeld voor de reformistische vleugel van de partij. Die is als een kaartenhuis ingestort, met alle gevolgen van dien voor de partij.
Antifascisme
De rechtse wind is ook een domper voor sociale bewegingen. Maar de antifascistische beweging houdt vol en laat de AfD niet met rust. Op 29 en 30 juni hebben tienduizenden mensen het in Essen de AfD heel moeilijk gemaakt hun partijcongres te houden. En in deelstaat Brandenburg, waar op 22 september wordt gestemd, zijn er in steden als Potsdam, Prenzlau, Oranienburg en Cottbus wekelijks acties tegen de AfD geweest en ook flyertochten door buitenstedelijke gebieden georganiseerd. Steeds vaker worden zulke acties ook door activisten uit steden als Berlijn gesteund.
Ook de klimaatbeweging voert actie: op 20 september waren er in het kader van de klimaatstaking in tientallen steden acties in Duitsland. De ervaring leert dat zorgelijke ontwikkelingen als de huidige ook weer leiden tot een tegenbeweging van onderaf, net als in 2015, toen de groei van Pegida werd tegengehouden. Deze kracht van collectieve actie is nog lang niet uitgeput en precies daarop zetten ook de actievere afdelingen van Die Linke in. In de grotere steden levert die insteek in duizenden nieuwe leden op, die met de partij als actieorganisatie de strijd op straat aan willen gaan.