Over revolutie en contrarevolutie

Niet alleen de Arabische lente duurt al een half jaar voort, maar ook de Arabische reactie. Dictators in Syrië, Libië, Jemen en Bahrein gebruiken bruut geweld om democratiserings-bewegingen in de kiem te smoren. In Egypte manoeuvreren de generaals om het revolutionaire proces te controleren en kanaliseren in een voor de gevestigde orde veilige richting. Ondertussen proberen buitenlandse mogendheden soms via directe interventie, en soms via onderhandse steun hun grip op de regio te herwinnen. Contrarevolutie is daarmee net zo actueel als de revolutie zelf.
10 juni 2011

Foto: Het Egyptische leger staat tegenover betogers die het einde eisen van het regime: een tegenstelling die sinds het vertrek van Mubarak niet verdwenen is.

Door Pepijn Brandon

Er bestaat geen revolutie zonder de dreiging van contrarevolutie. De reden hiervoor is eenvoudig, en is eigenlijk dezelfde waarom revolutie überhaupt noodzakelijk is voor het bewerkstelligen van grootschalige veranderingen in de sociale structuur van de maatschappij.

Geen enkele heersende klasse in de geschiedenis heeft ooit vrijwillig het veld geruimd, en haar gigantische privileges in bezittingen, levensstijl en macht zonder slag of stoot opgegeven aan de uitdagers uit de onderdrukte klassen.

Bovendien slaagt geen enkele revolutie er ooit in om in één klap af te rekenen met alle materiële macht en ideologische invloed van de vroegere heersende klasse. De oude heersers heersten niet alleen. Ze hebben hun aanhang van carrièrejagers, generaals en journalisten, buitenlandse begunstigers en binnenlandse gunstelingen, de bezoekers van society-feestjes en het personeel van de martelkamers.

Minder bewuste delen van de onderdrukte klassen kunnen tijdelijk overspoeld worden door revolutionair enthousiasme, zonder hun conservatieve vooroordelen te overwinnen, of uit hang naar orde, rust en gehechtheid aan een harde hand terugverlangen naar de vroegere dictatuur. Net als revoluties hebben contrarevoluties een sociale basis. Kadhafi zou al lang zijn gevallen en het Egyptische leger zou niet zo sterk in het zadel zitten, zonder miljoenen actieve en passieve aanhangers onder de middenklasse en de lagere klassen.

Complotten

Daarom begint met een revolutie altijd een periode van touwtrekken. De Franse revolutie biedt het klassieke voorbeeld van deze getijdenwerking tussen revolutie en reactie. Zowel Marx en Engels als de leiders van de Russische revolutie vijftig jaar na hen formuleerden hun ideeën over de aard van contrarevolutie aan de hand van historische vergelijkingen met de gebeurtenissen van 1789-1815.

In de eerste fase werd de revolutie bedreigd van drie verschillende kanten. De afgezette koning Lodewijk XVI en vooral zijn vrouw Marie Antoinette organiseerden het ene adellijke complot na het andere. Ondertussen verzamelden de bedreigde kronen van Europa hun troepen om het revolutionaire Frankrijk met de wapens te bedwingen. En in plattelandsprovincies zoals de Vendée wist de katholieke kerk een massa-aanhang te mobiliseren onder arme boeren, die net zo gekant waren tegen Jacobijnse belastinginners als ze eerder tegen de koninklijke belastinginners waren geweest.

Deze pogingen tot contrarevolutie waren reëel, maar werden uiteindelijk verslagen. Lodewijk XVI werd als ‘burger Capet’ onthoofd, de reactie in de Vendée werd verschroeid in het vuur van een bloedige burgeroorlog, en succesvolle militaire mobilisatie onder de leus ‘het vaderland in gevaar’ zorgde dat de aanval van buitenlandse vorsten kon worden afgeslagen. De nederlagen voor de contrarevolutie vielen samen met een periode van radicalisering van de revolutie zelf, onder druk van demonstraties vanuit de arme wijken in Parijs.

Maar de Franse revolutie, een burgerlijke revolutie, kon de meer egalitaire verlangens die tot uitdrukking kwamen in de leus ‘vrijheid, gelijkheid en broederschap’ niet waarmaken. Niet in staat een doorbraak te forceren op het sociale vlak, putte de revolutie zich uit in het macabere spektakel van de guillotine. De basis onder de bevolking voor de radicale, Jacobijnse fractie werd steeds smaller, en uiteindelijk slaagde de gematigdere partij erin de macht te veroveren.Een periode van inkapseling en ont-radicalisering van de revolutie begon, die de geschiedenis is ingegaan als de Thermidor.

Het terugdringen van de revolutie gebeurde nu onder een leiding die zelf uit de revolutie was voortgekomen, en die op een aantal belangrijke terreinen de verworvenheden van de revolutie beschermde. Dit baande de weg voor het definitieve keerpunt in het lot van de revolutie, met het neerslaan van de communistische samenzwering van Baboeuf en tenslotte de machtsgreep en latere keizerskroning van Napoleon.

Proces

Zelfs nu nog bevat de Franse revolutie een aantal belangrijke lessen over de aard van contrarevoluties. Ten eerste dat contrarevolutie, net als revolutie, een proces is, niet een moment. Daardoor is het bijvoorbeeld mogelijk dat buitenlandse machten in Libië tegelijkertijd de rebellentroepen steunen tegen Kadhafi, en de basis leggen voor het de nek omdraaien van de Libische revolutie in de toekomst.

Ten tweede dat reactie kan bestaan in vele varianten. Herstel van de oude orde, het doel van Lodewijk XVI en Marie Antoinette, is daar maar één van. Het is niet waarschijnlijk dat in Egypte de contrarevolutie de kop zal opsteken onder de leus van ‘een terugkeer van Mubarak’.

Ten derde toont de Franse revolutie een vroeg voorbeeld van hoe de contrarevolutie aangekleed kan worden als een voortzetting van de revolutie zelf. Dat is een les die goed geleerd is door moderne leiders van Stalin tot ayatollah Khomeini. De Egyptische generaals presenteren zich als de beschermers van de democratie en de revolutie, net als hun Amerikaanse sponsors en toezichthouders overigens.

Het grote verschil tussen contrarevolutie ten tijde van de Franse Revolutie en die in de twintigste en eenentwintigste eeuw, is de onvergelijkbaar veel grotere hulpmiddelen die de heersers kunnen inzetten voor het onderdrukken van hun eigen bevolking. De reactionairen van toen beschikten over de guillotine en het vuurpeloton, hun staat was zwak op afstand van de hoofdstad, en voor hun mobilisatie moesten ze terugvallen op simpele communicatiemiddelen.

Twintigste-eeuwse contrarevolutionairen van Hitler en Stalin tot Soeharto en Pinochet hadden moderne massamedia en concentratiekampen. De 21ste-eeuwse contrarevolutie laat in Bahrein, Syrië en Lybië nu al haar ware gezicht zien. Ze combineert de primitiefste martelmethodes met de modernste vormen van surveillance en crowd control. De volle kracht van de contrarevolutie hebben we alleen nog gezien in dit soort landen, waar de oude orde zich met hand en tand verdedigt tegen opkomende volksbewegingen.

Hoewel de Egyptische generaals al stakingsverboden afkondigden en met scherp lieten schieten op anti-imperialistische betogers, deinzen ze ervoor terug de verworvenheden van de revolutie direct te confronteren. De kracht van het Tahrirplein hangt nog dreigend over het nieuwe regime.

Maar als de revolutie niet doorzet en zich verdiept, zullen ook in landen als Tunesië en Egypte pogingen worden gedaan door de nieuwe machthebbers om de revolutiegeest terug in de fles te krijgen. Het touwtrekken is nog maar net begonnen.

Pepijn Brandon spreekt vrijdagavond 10 juni in Utrecht op een bijeenkomst van Eutopia over de revolutionaire processen in de Arabische wereld.