Over rechtse hypocrisie en een links zonder ruggegraat

Donderdagavond stapte Wijnand Duyvendak op als kamerlid voor GroenLinks. Zijn bekentenis over een inbraak in het ministerie van Economische Zaken in 1985 is binnen enkele dagen uitgegroeid tot een heksenjacht op het linkse actieverleden.
18 augustus 2008

Door Bart Griffioen

Dankzij de inbraak kwamen geheime plannen over nieuwe kerncentrales aan het licht en moest het toenmalige kabinet bakzeil halen. Een actie die door een oud-actievoerder terecht werd omschreven als ‘niet legaal, maar wel legitiem’. Voor Duyvendak echter is de actie niet iets om nog trots op te zijn. Hij gebruikte de ‘primeur’ over zijn betrokkenheid vooral ter promotie van zijn nieuwe boek, en benadrukt: dergelijke acties zijn ‘niet meer van deze tijd’. Veranderingen moeten via de parlementaire weg gerealiseerd worden en ‘binnen de grenzen van de wet blijven’.

De rechtse pers reageerde voorspelbaar: als een roedel jankende wolven gingen ze achter de oud-actievoerder aan. Illegale activiteiten? Aftreden! En bij elke nieuwe erkenning van zijn ‘fouten’ roken ze meer bloed. Het hele war on terror arsenaal werd in stelling gebracht, wat zelfs de oorlog in Georgië naar een tweede plaats in het nieuws dwong. Google ‘duyvendak + terrorist’ en je krijgt een kleine vijftienduizend hits.

Niet minder onsmakelijk was de reactie van fractieleider Femke Halsema: de inbraak was ‘moreel en politiek onacceptabel’ en: ‘GroenLinks steunt geen overtreders’. Toen NOVA Halsema live confronteerde met een ex-collega van Duyvendak die nog altijd zijn linkse principes verdedigt, werd zij bijna onpasselijk – en beschuldigde iedereen met dergelijke ‘stuitende’ ideeën van ‘valse romantiek’.

Ondertussen hebben beide prominenten de discussie helpen verschuiven naar wat er allemaal niet gedeugd zou hebben aan links in de jaren tachtig. In die beeldvorming wordt een vuil spel gespeeld, aangejaagd door het offensief tegen de ‘linkse kerk’ dat sinds Fortuyn het debat domineert.

Vooropgesteld: de overgrote meerderheid van links deed destijds al afstand van aanslagen zoals RaRa die pleegde. Dergelijke acties – beraamd door een kleine geheime groep, gericht op bestuurders en ambtenaren – genoten maar weinig steun, versterkt door hun elitaire karakter en criminaliserende effect. Met het afdrukken van persoonsadressen in actieblad Bluf bewees Duyvendak links dan ook geen dienst.

Veel kwalijker is dat dergelijke acties nu worden gelijkgesteld aan al het buitenparlementaire verzet. Rond de rellen op Koninginnedag 1980 gaat het opeens niet meer over het ongenadig harde politieoptreden, noch over de tanks die kort daarvoor door Amsterdam reden. Gezwegen wordt ook over hoe door de enorme woningnood de kraakbeweging op steun kon rekenen onder de bevolking, en hoe de confrontatie op 30 april uitdrukking was van het sterk gepolariseerde Nederland van die tijd. Hetzelfde moet gezegd worden over andere toenmalige strijd – van de massale antikernwapenbetogingen en vakbondsdemonstraties tot de beweging tegen de apartheid in Zuid-Afrika.

Columnist Elsbeth Etty kon zich gelukkig nog iets van haar eigen linkse verleden herinneren toen ze zich terecht afvroeg: neemt GroenLinks ook afstand van de ‘illegale en buitenparlementaire’ strijd van haar voorbeelden Ghandi en Martin Luther King? Voormalig GroenLinks-senator Leo Platvoet zei: ‘Het is alsof Halsema met terugwerkende kracht de bezetting van het Maagdenhuis of de strijd voor abortus afkeurt. Zulk soort acties waren een belangrijke motor van de verandering. Halsema vliegt uit de bocht.’

De affaire-Duyvendak zegt veel over hoe GroenLinks systematisch naar het midden beweegt. De partij doet in het klein wat de PvdA al jaren in het groot doet: het afschudden van de ‘ideologische veren’. Doel: zetelwinst en regeringsdeelname, in plaats van je sterk maken voor werkelijke verandering en rechtvaardigheid. Gemakshalve wordt ‘vergeten’ dat al onze sociale verworvenheden, zoals de achturige werkdag of de abortuswetgeving, zijn afgedwongen door strijd – vaak onwetmatig, maar altijd door druk van buiten het parlement.

Halsema’s sneer naar ‘valse romantiek’ staat dan ook niet op zichzelf. Ze ligt in lijn met het omarmen van het ‘sociaal-liberale’ marktdenken sinds de val van de Muur, maar ook het steunen van de bombardementen op Kosovo in 1999 en de inval in Afghanistan in 2001. Ze is ook te rijmen met de GroenLinks-boycot van de antiracismedemonstratie op 22 maart jl. – waarmee zij zich samen met PvdA en SP weigerde uit te spreken tegen ‘collega-parlementariër’ Wilders. Van dat eigen verleden publiekelijk afstand doen, dat zou GroenLinks pas sieren.

In een reactie op het aftreden van Duyvendak durfde Balkenende te verklaren: ‘Politici en bestuurders moeten net als ambtenaren en journalisten bij zichzelf te rade gaan of ze verantwoording moeten afleggen over zaken uit het verleden.’ Maar wanneer gaat de premier zelf verantwoording afleggen over zijn steun aan een illegale en extreem gewelddadige oorlog, die buiten het parlement werd doorgedrukt? Honderdduizenden doden zijn toch wel van een iets andere orde dan een idealistische inbraak.

Wat Nederland kan gebruiken is een links dat zich niet langer laat gijzelen door de rechts-populistische mantra’s die de politiek gevangen houden. Een links daarom dat niet langer de andere wang toekeert en haar eigen geschiedenis te grabbel gooit, maar weer met beide benen op straat tot actie over gaat.