‘Na het zuur komt het zoet’, was de loze belofte waarmee Balkenende en Bos twee jaar geleden van start gingen. Nu het spook van een mondiale recessie boven 2009 hangt, komen de sociale tegenstellingen nog verder onder druk te staan. Daarmee rijst de vraag: wie gaat voor deze crisis opdraaien?
22 december 2008
Door Peyman Jafari
Eerst was het argument dat ‘we’ de broekriem moesten aanhalen omdat het economisch slecht ging. Toen de economie bijtrok, was het neoliberale argument dat ‘het dak gerepareerd moet worden terwijl de zon schijnt’. Het komt er steeds op neer dat gewone mensen moeten inleveren terwijl de topinkomens stijgen – volgens onderzoek van de Volkskrant met 12 procent in 2006 en 23 procent in 2007.
De vooruitzichten voor 2009 zijn niet beter. Wat dit kabinet betreft zullen werkende mensen, uitkeringsgerechtigden, studenten en andere lage inkomensgroepen de zure vruchten plukken van een crisis die ze niet veroorzaakt hebben, terwijl de schuldigen – bankiers, grote aandeelhouders en topmanagers, die erop los geprivatiseerd hebben – honderden miljarden aan hulp krijgen.
Terecht roepen steeds meer mensen: ‘En wij dan?’ Op 21 november demonstreerden 1500 arbeiders van DAF, NedCar en Inalfa voor de Tweede Kamer. Hun verwijt volgens FNV Bondgenoten: ‘Het kabinet heeft in één weekend miljarden vrijgemaakt voor de banken. Maar nu het gaat om de werkvloer, gaan drie ministeries elkaar beloeren en gebeurt er niks.’
De reactie van Wouter Bos is een ijverige vorm van crisismanagement, wat de PvdA in de peilingen een paar zetels heeft opgeleverd. Het is ook niet vreemd dat mensen nu naar zekerheid zoeken en hun vertrouwen leggen in de handen van degene achter het stuur. Maar dat kan snel veranderen als de effecten van de crisis zichtbaar worden in ontslagen, oplopende werkloosheid en bezuinigingen.
Elke illusie dat Bos en Balkenende hun trouw aan de vrije markt hebben afgezworen is misplaatst, ook al zijn ze nu gedwongen om in te grijpen in de economie. Ten eerste laat Bos met de miljarden aan bankgaranties vooral zien een goede bondgenoot van de rijken te zijn. Niet alleen maakt hij geen einde aan de perverse stijging van de topinkomens en bonussen, hij beloont voormalig minister van Financiën Gerrit Zalm als nieuwe bankdirecteur zelfs met een jaarsalaris van 750.000 euro. Bovendien vormen de maatregelen die Bos neemt geen fundamentele oplossing, maar betekenen ze het vooruitschuiven van de problemen die onvermijdelijk zullen terugkomen.
Het kabinet had de economische groei in 2009 op 1,25 procent geraamd. Volgens de laatste cijfers van de OESO zal de economie echter krimpen. Door de reddingsacties staat de Nederlandse staatsschuld met 283 miljard nu al op het hoogste niveau ooit. Volgens dezelfde Gerrit Zalm is een hoge staatsschuld het excuus bij uitstek voor een nieuwe ronde van bezuinigingen.
Tegenover dat neoliberale dogma zou het antwoord van de linkse oppositie en de vakbonden niet mogen blijven steken bij ‘meer regulering’ van financiële markten, of het met bazen meedenken over ‘werktijdverkorting’. We hebben de eisen op te voeren, zodat de verantwoordelijken opdraaien voor hun eigen crisis. Wat we nodig hebben is een actieprogramma waarin onze banen, inkomens en pensioenen worden beschermd. Een aantal eisen zouden moeten zijn:
– Het zwaarder belasten van de topinkomens. Afgelopen jaren hebben topbestuurders zichzelf over onze ruggen verrijkt. Het is nu tijd dat zij inleveren om bijvoorbeeld meer geld vrij te maken voor het onderwijs en de gezondheidszorg.
– Het verhogen van de belasting op megawinsten. Om te beginnen kan de verlaging van de vennootschapsbelasting worden teruggedraaid om de lonen en uitkeringen te verhogen. De energiebedrijven die torenhoge winsten hebben geboekt, kunnen extra worden aangeslagen om de stijgende energiekosten van consumenten te compenseren.
– Alle bedrijven verplichten om inzage te geven in hun boekhouding. Daarmee kan worden voorkomen dat ze de kredietcrisis gebruiken als excuus voor ontslagen en andere bezuinigingsmaatregelen.
– Het aan banden leggen van financiële speculaties zoals die van de hedgefunds. Alleen al een minieme belasting van 0,5 procent zou heel veel geld opleveren, omdat er per dag met valuta ter waarde van 1,8 biljoen dollar wordt gespeculeerd.
– Het nationaliseren van banken en grote bedrijven die ‘te groot zijn om failliet te laten gaan’. Daadwerkelijke democratisering moet zorgen dat ‘nationalisering’ niet de bureaucratie, maar het algemeen belang dient. Dat betekent ook het terugdraaien van de liberalisering van publieke diensten.
– Het terughalen van de troepen uit Afghanistan, zodat de miljoenen euro’s die per dag aan deze misdadige oorlog worden uitgegeven vrijkomen voor bijvoorbeeld internationale armoedebestrijding en het stoppen van klimaatverandering.
Zonder actieve druk vanuit de samenleving zijn deze eisen echter weinig waard. Om te zorgen dat de crisis niet op gewone mensen wordt afgewenteld moet niet op het ‘samen sterk’ met de BV Nederland worden vertrouwd, maar op de eigen kracht van de werkvloer en de straat. Het is de taak van links en de bonden die handschoen op te pakken.