De Oranjes: tijd om ze af te schaffen

De aankondiging van koningin Beatrix dat ze op Koninginnedag, 30 april, troonsafstand doet, heeft een golf van royalisme ontketend in de media. Maar de Oranjes, zogenaamd symbool van nationale eenheid, belichamen ook een zinloos rijke elite met een veel te grote macht. Het moment van troonsafstand zou ook kunnen dienen om dit circus maar eens af te schaffen.
1 februari 2013

Door Mark Kilian

De Volkskrant wijdde 15 volle paginaʼs aan het koningshuis, het NRC beschreef uitgebreid hoe ze een wijnglas vasthoudt en ook de NOS haastte zich om de spreekbuis van de Rijksvoorlichtingsdienst te spelen. Dit reflecteert het succes van Beatrix om de afgelopen jaren het Oranjehuis om te bouwen tot een instituut, in plaats van het oubollige sprookje van haar moeder, de naïeve Juliana.

Nu treedt Willem-Alexander dus aan, de oudste zoon. Tijdens zijn studie geschiedenis in Leiden die hij uitsluitend afrondde omdat de Oranjes centen genoeg hebben, kreeg hij de bijnaam Prins Pils. Hij haalde in 1988 de media door een auto in de gracht te parkeren. En in 2001 moest zijn aanstaande, Maxima Zorreguieta, hem publiekelijk afvallen toen hij de Nederlandse berichtgeving over de Argentijnse Videla-dictatuur eenzijdig noemde: ʻeen beetje domʼ.

Er zijn een aantal principiële bezwaren tegen de traditionele opvolging.

De eerste is het geboorterecht. De belangrijkste voorwaarde voor de rol van vorst, is om kind te zijn van een vorst, en de oudste. Niemand anders maakt een schijn van kans, en er is geen inspraak. Ook met enig talent heeft het niets te maken — dat heb je niet nodig. Het paleis heeft een uitgebreide staf, van kamermeisjes tot hooggeschoolde adviseurs.

Ten tweede speelt het koningshuis een buitenproportionele rol in de democratische instituten. Beatrix zit de Raad van State voor, die een wetgevende en adviserende rol heeft. De koningin voert gesprekken met de formateurs voor een nieuw kabinet, en verleent ze ontslag. Pas in dit jaar heeft de Tweede Kamer zelf een informateur aangewezen. De stemming tijdens parlementsverkiezingen worden zo omgezet in een strategie, in een achterkamertje van Paleis Noordeinde.

Ten derde is die strategie altijd volgens de belangen van Nederlandse bedrijven. De Oranjes zelf zijn een BV. Van vele grote bedrijven die zichzelf ʻkoninklijkʼ mogen noemen, hebben ze aandelen. Dat zijn er handenvol, waaronder de Shell, KLM en Unilever. Van buitenlands kapitaal zijn de Oranjes overigens ook nooit vies geweest: Zo ontving Bernhard 1,1 miljoen aan steekpenningen van Lockheed, en een onbekend bedrag van Northrop, de Amerikaanse bouwers van oorlogsvliegtuigen. Over hun vermogen wordt erg schimmig gedaan, maar het gaat zeker over vele miljarden. Daarnaast krijgen ze ook nog 110 miljoen per jaar van ons belastinggeld.

Ten vierde gebruiken ze al hun posities, als aandeelhouder en aan het roer van de staat, om de meest brute dictaturen te steunen. De poging van Willem-Alexander om het blazoen van Zorreguieta wit te wassen is slechts één voorbeeld uit een lange rij. Het koningshuis was goed bevriend met de despoot Suharto van Indonesië, die verantwoordelijk was voor de moord op een half miljoen tot een heel miljoen mensen, onder wie tegenstanders en inwoners van Atjeh. In het voorjaar van 2011 nog, toen in het autoritaire sultanaat Oman dagelijks mensen met gevaar voor eigen leven demonstreerden, ging Beatrix zelf doodleuk op bezoek bij Sultan Qaboos bin Said al-Said. Net als aan Marokko, werden aan Oman enkele fregatten verkocht.

Dit lijkt in de verste verte niet op een onschuldig sprookje. Dit is het vleesgeworden Nederlandse militair-industriële complex, dat heult met andere ongekozen staatshoofden om het volk op zijn plek te houden, desnoods met geweld.

Dit jaar bestaat het koningshuis 200 jaar. Wie terugkijkt naar de geschiedenis, moet concluderen dat het 200 jaar teveel is. Het getuigt van principes als socialisten nu de rug recht houden, en opnieuw het debat aangaan over waarom de monarchie een achterlijke staatsvorm is. Van de 193 VN-landen zijn er nog maar 28 die een erfelijke monarchie hebben, waaronder Luxemburg, Monaco, Tonga, Wallis en Futuna. Maar waar de SP vroeger een republiek bepleitte, vond Roemer het nodig Beatrix te prijzen voor haar ʻgrote verdiensteʼ.

De vorige kroning, van Beatrix in 1980, leidde tot grote rellen onder de leus ʻGeen woning, geen kroningʼ. Omdat sindsdien niets is opgelost, zou elk volksprotest te verdedigen zijn. Laten we de Oranjes bijzetten — op de vuilnisbelt van de geschiedenis.