Opstand Koerden houdt aan
Duizenden mensen demonstreerden in het weekend van 5 en 6 december met slogans als ‘Leve leider Öcalan‘ en ‘Óf een levenswaardige omstandigheden óf oorlog‘. In Istanbul zijn tijdens deze demonstraties 22 jongeren opgepakt, waarvan zeven onder de 18 jaar. Ook is een zestien-jarige tiener overleden nadat hij door de Turkse politie het zijn borst geschoten was.
De situatie escaleerde in de stad Amed (Turkse naam Diyarbakir) door het hardhandig ingrijpen van de politie. Dit resulteerde in vele gewonden en de dood van Aydin Erdem, een derdejaars student wiskunde. Aydin liep twee schotwonden op, één in zijn rug en één in zijn hoofd, en stierf kort daarna in ziekenhuis. Waarom de politie op hem schoot is onduidelijk.
Duizenden Koerden en linkse demonstranten liepen richting het ziekenhuis als protest tegen zijn zinloze dood en het willekeurig optreden van de politie. Wederom greep de politie met de harde hand in, door vanuit kleine steegjes de demonstranten te verrassen met traangas en waterkanonnen. De demonstranten antwoorden met molotov-cocktails, stenen en vuurwerk. Niet alleen in Amed en Istanbul, maar ook in Mardin en Batman zijn de demonstraties uit de hand gelopen door het politieoptreden. In Adana (Zuid-Turkije) heeft de burgemeester de Koerdische ouders gedreigd hun kinderen in weeshuizen te plaatsen als ze deze laten meedoen met de demonstraties.
De achtergrond
Hoe de demonstraties zich de komende tijd zullen ontwikkelen is niet gemakkelijk in te schatten. Koerdistan die verspreid is over vier landen (Turkije, Iran, Irak en Syrië) kent een lange geschiedenis van verzet en strijd voor de eigen onafhankelijkheid. Koerden hebben hun laatste rechten verloren in het vredesverdrag, de vrede van Lausanne, waarin werd bepaald dat Koerdistan niet meer bestond.
Onder leiding van Atatürk werd een nieuwe ‘Turkse’ staat opgericht met een sterk Turks nationalisme (één land, één taal en één cultuur) waarin geen ruimte was voor andere volkeren en culturen zoals de Koerden en de Armenen. Dat hield onder andere in, dat het spreken van Koerdisch, Koerdische scholen en Koerdische muziek verboden werd. Pas in 1983 mocht het woord ‘Koerden’ weer gebruikt worden.
Als reactie op het harde repressieve beleid van de Turkse generaal Kenan Evren werd op 27 november 1978 de Koerdische arbeiderspartij (PKK) opgericht door onder andere Abdoullah Öcalan. Het doel van PKK, thans geëvolueerd tot een linkse guerilla-beweging, is het stichten van een onafhankelijke Koerdische staat. Ook strijdt deze beweging voor de bestaansrechten van Koerden in Turkije. De onafhankelijkheidsstrijd heeft vele levens gekost aan beide kanten. Tussen 1984 en 1999 stierven bij de gevechten tussen het Turkse leger en de PKK ruim dertigduizend mensen. Het Turkse leger veegde meer dan drieduizend Koerdische dorpen van de kaart.
Een andere zwarte bladzijde voor de Koerden was de gevangenneming van de PKK leider Öcalan op 15 februari 1999. Hij werd door een Turks gerechtshof ter dood veroordeeld, maar de straf werd later onder druk van de EU omgezet in levenslang. Sindsdien is zijn situatie aanleiding geweest voor vele demonstraties in Turkije en Europa. Öcalan gaf aan dat zijn situatie nog erger was geworden dan voorheen, ondanks dat hij nu is overgeplaatst naar een andere gevangenis waarbij hij met andere gevangen kan communiceren. Dit was voor vele Koerden reden om de straten op te gaan en te vechten voor de rechten van hun leider.
Duidelijk is dat het Koerdische volk het zat is onderdrukt te worden. Van de vage beloftes van de Turkse president Erdogan over de ‘Koerdische opening’ is niets terechtgekomen. Koerden mogen dan wel een tv-zender gekregen hebben in Turkije, desalniettemin worden ze nog steeds gediscrimineerd en onderdrukt. Dat blijkt ook uit het politieoptreden tijdens de demonstraties.
Daarnaast geeft de Koerdische linkse partij DTP aan dat het erg onduidelijk blijft wat er met de ‘Koerdische opening’ bedoeld. Naar de wensen van Koerden wordt niet geluisterd. In plaats van DTP als politieke partij bij de onderhandelingen te betrekken, is de DTP verboden op 11 december jongstleden. Dit is niet de eerste keer dat een Koerdische politieke partij verboden is in Turkije. Het is ook niet de eerste keer dat een tiener wordt doodgeschoten door de politie. Zo werd twee jaar geleden wederom in Amed een 10-jarige jongen doodgeschoten door de politie.
Zolang de Turkse regering veel blijft beloven maar niets nakomt, zullen er elk jaar rellen uitbreken tijdens de Newroz-feesten (het Koerdisch Nieuwjaar), demonstraties voor bevrijding van Öcalan, vieringen van het bestaan van PKK en elke keer dat een tiener door de politie wordt doodgeschoten. Naar alle waarschijnlijk zullen de acties zich niet langer beperken tot Turkije, maar zullen deze zich gaan verspreiden door heel Europa. De vraag is hoeveel verzet er nodig is om gehoord te worden.
Zie voor meer informatie en het verste nieuws over Koerdistan rudaw.nl.