Opstand in West-Papoea vraagt om solidariteit

De afgelopen weken is West-Papoea het toneel van een massale strijd tegen racisme en nationale onderdrukking en voor het recht op zelfbeschikking. Het Indonesische leger gebruikt grof geweld om het verzet te onderdrukken.
10 september 2019

Op 17 augustus, de Onafhankelijkheidsdag van Indonesië, werd een groep van 42 Papoea studenten in de stad Surabaya belaagd door een groep Indonesische ultranationalisten. De studenten werden beschuldigd van het beschadigen van de Indonesische vlag. Daarop vluchten de Papoea studenten hun studentenhuis in. Het gebouw werd omsingeld en iedereen die eten of drinken wilde brengen aan de studenten werd tegengehouden.

De Indonesische politie drong met geweld en traangas het studentengebouw binnen om de Papoeastudenten te arresteren op verdenking van het ‘beledigen’ van de Indonesische vlag. Terwijl de gearresteerde studenten uit het gebouw werden geleid, werden ze  door de politie en de menigte racistisch uitgescholden en voor apen uitgemaakt.

Het nieuws over het geweld en racisme tegen de Papoea studenten verspreidde zich snel binnen de Papoeagemeenschap in Indonesië. Als reactie op het racisme zijn Papoea’s in heel Indonesië de straat op gegaan. In steden als Jayapura, Timika, Fakfak en Sorong werd geprotesteerd tegen het racisme waar de Papoeagemeenschap al decennialang onder gebukt gaat. De woede van de mensen gaat zo ver dat ook het regionale parlementsgebouw in de hoofdstad Manokwari in brand wordt gestoken.

Repressie

Als reactie op de opstand in West-Papoea heeft Indonesië 1000 soldaten gestuurd, zogenaamd om de orde te herstellen. Ook werd het  internet afgesloten in het gebied. Voor journalisten is West-Papoea verboden gebied met als gevolg dat er onduidelijkheid is wat er precies  gebeurt. Mensenrechtenorganisaties waarschuwen voor mensenrechtenschendingen zolang er geen zicht en dus geen controle is op het handelen van het Indonesisch leger.

Waar de Papoea’s al voor vrezen met het sturen van veiligheidstroepen en het afsluiten van het internet is dat het Indonesisch leger met veel geweld zijn gang kan gaan tegen de lokale bevolking. Inmiddels zijn er al doden gevallen door het met geweld ingrijpen van Indonesische veiligheidstroepen. Zo doken er beelden op van ongewapende demonstranten die hun handen in de lucht hielden en werden doodgeschoten door Indonesische militairen.

Onderdrukking

Het racisme en de wrede opstelling van de staat past in de politiek die Indonesië voert tegen de volkeren die ze onderdrukt. In 1962 droeg Nederland het koloniale bestuur van West-Papoea over aan Indonesië. In 1969 werd bij een door Indonesië georganiseerd referendum de overdracht van West Papoea door de VN bekrachtigd. Dit referendum heeft de leugenachtige naam “Act of Free Choice”. In werkelijkheid selecteerde het Indonesisch leger 1025 Papoea-oudsten die vervolgens unaniem voor aansluiting bij Indonesië stemden. Van een werkelijke volksraadpleging is het nooit gekomen.

Sindsdien wordt de oorspronkelijke bevolking onderdrukt door Indonesië. West-Papoea is een provincie in het oosten van Indonesië, die het rijkst is aan grondstoffen. De Grasbergmijn in West-Papoea is de grootste goudmijn en de twee na grootste kopermijn ter wereld. De Grasbergmijn wordt geëxploiteerd door het Amerikaanse mijnbouwbedrijf Freeport-McMoran. Verder is Indonesië de grootste producent van palmolie ter wereld. In West-Papoea wordt miljoenen hectare grond gebruikt voor palmolie plantages die in bezit zijn van grote bedrijven. Dit heeft ontbossing en afname van de biodiversiteit tot gevolg.

Armoede

Tegelijkertijd is West-Papoea het armste deel van Indonesië. De oorspronkelijke bevolking ziet weinig terug van de winsten die uit de grondstoffen worden verkregen. Papoea kent de hoogste werkloosheidscijfers en de hoge kindersterfte, slechte drinkwaterkwaliteit en het hoog aantal HIV patiënten geven aan hoe zeer West-Papoea lijdt onder het Indonesische regime. Tenslotte voert Indonesië al decennialang een actief transmigratiebeleid waarbij mensen van elders in Indonesië zich vestigen in West Papoea. Het gevolg is dat de lokale bewoners een minderheid zijn in hun eigen leefgebied.

Iedere roep om onafhankelijkheid wordt wreed onderdrukt. Activisten worden gevangen genomen, gemarteld en vermoord door het Indonesisch leger. Dorpen worden in brand gestoken als bekend is dat onafhankelijkheidstrijders daar hun thuis hebben. De afgelopen decennia zijn er al honderdduizenden Papoea’s vermoord door het Indonesische regime.

West-Papoea is niet de enige regio die gebukt gaat onder de brute onderdrukking door de Indonesische staat. Zo voerde de bevolking van Oost-Timor een lange en bloedige onafhankelijkheidsstrijd, waarbij een derde van de bevolking door het leger werd vermoord, voordat Oost-Timor in 2002 eindelijk onafhankelijk werd.

Solidariteit

Net als Oost-Timor willen de Papoea’s onafhankelijkheid van Indonesië. De roep om een onafhankelijkheidsreferendum is enorm groot. Niet alleen in de grotere steden is de roep om onafhankelijkheid te horen maar ook in de kleinere dorpen.  De onafhankelijkheid van West-Papoea zou echter niet afhankelijk moeten zijn van de VN. In het verleden heeft de VN nagelaten om tijdig in te grijpen en laten ze zien achter de Indonesische machthebbers te staan. In de jaren 60 zijn er miljoenen communisten en een groot deel van de Oost-Timorezen vermoord door het Indonesisch leger. De VN greep toentertijd niet in en een zelfde scenario staat de Papoea’s ook te wachten als er te veel gerekend wordt op de VN.

Het arresteren, martelen en vermoorden van politieke tegenstanders moet per direct stoppen. De internetblokkade moet per direct worden opgeheven en journalisten moeten toegelaten worden tot West Papoea zodat er transparantie is over wat daar gebeurt. En er moet een eerlijk onafhankelijkheidsreferendum komen. Alleen op die manier kan het zelfbeschikkingsrecht van de Papoea’s gerespecteerd worden.

Vanuit dertig linkse organisaties uit de Aziatisch-Pacifische regio is er ook een gezamenlijke verklaring afgelegd waarin geëist wordt om een referendum, het stoppen van het geweld, het opheffen van de internetblokkade en het toelaten van de media in West-Papoea.

Om dit te bewerkstelligen is er internationale solidariteit met de strijd van Papoea’s nodig, maar ook vanuit Indonesië zelf. Zo zijn er solidariteitsprotesten in de Molukken en in Papoea zelf, maar ook zijn er kleinschalige acties van studenten en linkse groepen in Indonesië. De Indonesische arbeidersklasse zou solidair kunnen zijn met de sociaal economische eisen van de Papoea’s om de economische uitbuiting en onderdrukking tegen te gaan. Want zowel de Papoea’s als de Indonesische arbeidersklasse worden onderdrukt door multinationals en de heersende klasse in Indonesië.