Oppositie tegen Kunduz-akkoord vereist oppositie tegen polderkoers

Eind juni lanceerde de FNV haar actiecampagne tegen het Kunduz-akkoord en in het bijzonder tegen de aanval op de ontslagbescherming. Gelijktijdig zaten vakbondsbestuurders om de tafel met ‘de Club van Elf’, een denktank van de grootste Nederlandse multinationals, met als gemeenschappelijk doel ‘om het poldermodel nieuw leven in te blazen’. Maina van der Zwan brengt in kaart hoe deze richtingenstrijd in de vakbeweging zich ontwikkelt.
7 september 2012
Ton Heerts, Agnes Jongerius en Jetta Klijnsma

Na een ruim jaar van interne crisis was er strijdbare taal bij de installatie van Ton Heerts als nieuwe voorzitter: ‘Het roer gaat om!’, ‘Van bond naar beweging!’, ‘Nu het gevecht met de vijand buiten’. Er kwam een actietraject tegen de ‘Sociale Woestijn’, maar ook vertwijfeling en interne strijd.

Eind juni lanceerde de FNV de Sociale Woestijn-campagne. Bewapend met filmpjes en flyers zette de vakbeweging eindelijk wat munitie in tegen het sloopbeleid van Rutte.

Tegelijkertijd deed het bedrijfsleven, in de hoedanigheid van de Club van Elf, een poging om het poldermodel nieuw leven in te blazen. Dit genootschap van de grootste Nederlandse bedrijven komt al jaren in het geheim bijeen om belangrijke strategische vraagstukken te bespreken. Nu was de nood klaarblijkelijk zo hoog dat ze een speciale Polderberg-conferentie belegden.

De grote ondernemers vinden namelijk dat politiek Den Haag de arbeidsverhoudingen onnodig hard op scherp zet en daarmee het Nederlandse overlegmodel destabiliseert. Ze hebben de vakbeweging liever aan boord en nodigden vertegenwoordigers uit. Officieel om ‘in dialoog te werken aan de vernieuwing van de overlegmodellen en instituties’, officieus om de vakbeweging om hun vinger te winden en zo de politiek gezamenlijk tegemoet te kunnen treden.

Deze poging om het poldermodel te reanimeren ligt in lijn met de politiek van Heerts en zijn partij, de PvdA. Net zoals zijn voorgangers Kok, De Waal en Jongerius, en net zoals zijn partijgenoten Spekman, Kerstens en Klijnsma, staat hij voor een ‘verantwoordelijke vakbeweging’ die haar banden met de sociaal-democratie koestert.

Hun lijn is dat er eerst geld verdiend moet worden voordat het verdeeld kan worden en dat de vakbeweging zich daarom moet inzetten voor het ‘algemeen belang’ en een ‘sterke economie’.

Als ondernemers, politici en vakbondsbobo’s spreken over de noodzaak van een ‘krachtige vakbeweging’, dan bedoelen ze een vakbeweging waar je zaken mee kunt doen. Een vakbeweging waarmee over de hoofden van leden sociale akkoorden en neoliberale verslechteringen afgesproken kunnen worden. Dat is de missie van Heerts en de reden waarom de PvdA haar grip op het hoofdbestuur van de FNV probeert te versterken.

Dit project staat lijnrecht op wat veel actieve en kritische leden onder vernieuwing van de vakbeweging verstaan. Die willen juist een breuk met de polderkoers van de afgelopen dertig jaar. Het is dan ook niet verwonderlijk dat deze verschillende opvattingen tot conflicten hebben geleid over de invulling van de Sociale Woestijn-campagne.

Tegenwerking

Vanuit de Federatieraad is de insteek van de campagne vooral om ‘de kiezer te beïnvloeden’, wat zich onder andere uit in campagnemateriaal dat niet oproept tot actie, maar in PvdA-taal opkomt voor een ‘sociaal en solidair Nederland’. Acties moeten vooral een symbolisch karakter dragen en vlak voor de verkiezingen een impuls geven aan een stem op de sociaal-democratie.

Aan de andere kant zijn er de actieve kaderleden die de acties voorafgaand aan de verkiezingen juist harder wilden inzetten voor maximale impact. Zo was er vanuit de Rotterdamse haven het initiatief om op maandag 10 september in staking te gaan tegen de afbraak van de ontslagbescherming. Personeel van de NS en de vervoersbedrijven GVB, HTM en RET wilden hierin meegaan en er gingen stemmen op voor een bredere staking in de industrie.

De vakbeweging koerste dus af op een grote haven- en OV-staking tegen het Kunduz-akkoord, twee dagen voor de verkiezingen. Dat zou het krachtige signaal afgeven dat elk kabinet dat de confrontatie met werkenden zoekt deze ook kan krijgen.

De plannen werden op kadervergaderingen met enthousiasme ontvangen en personeel van meerdere bedrijven wilde zich aansluiten. Er was dus initiatief van onderaf, er was strijdbaarheid en er was lef, precies de elementen waar de ‘nieuwe vakbeweging’ uit zou moeten bestaan. Maar de vakbondsleiding deinsde terug en trok begin augustus aan de noodrem. Het bestuur van FNV Bondgenoten weigerde de weerstandskassen te openen, waarmee ze dus de staking blokkeerde.

Een tweehonderd man en vrouw sterke kadervergadering in Rotterdam reageerde op 9 augustus met een furieuze brief: ‘Met grote verontwaardiging is kennisgenomen van de wijze waarop van hogerhand wordt getracht initiatieven vanuit de basis in de kiem te smoren. Wat dit te maken heeft met democratie en nieuw te vormen vakbeweging is de vakbondskaderleden die op de vergadering aanwezig waren volledig duister.’

Toen het actiecomité van de Concernraad NS unaniem besloot om op maandag 10 september het treinverkeer van en naar Den Haag plat te leggen kwam ook hier de vakbondstop in actie. Vakbondsbestuurders bij Spoor, Streekvervoer en Stadsvervoer van FNV Bondgenoten en Abvakabo haalden een streep door de plannen en besloten tegen de wens van hun leden in om de regering eerst nog ‘een ultimatum’ te stellen.

In plaats van de stakingsinitiatieven te omarmen, te verbreden en onderdeel te maken van een landelijke strategie tegen het Kunduz-akkoord, werden ze dus de kop in gedrukt. Wat overblijft van het actietraject zijn versplinterde regionale manifestaties van zaterdag 8 september, waar in ieder geval tot eind augustus halfslachtig voor werd gemobiliseerd.


Organiseer de oppositie

Toch is er geen reden tot pessimisme over de toekomst van de vakbeweging. De interne debatten gaan weer ergens over en er is leven in de brouwerij. Alleen al het feit dat grote groepen kaderleden van verschillende sectoren elkaar hebben gevonden en bereid waren om een harde staking tegen de regeringsplannen te organiseren, zegt iets over een hernieuwd zelfvertrouwen.

Bovendien worden er ondanks de tegenwerking stakingen op 10 september georganiseerd. Niet alleen in de havens, maar ook in de thuiszorg. Deze vakbondsactivisten willen garanderen dat de acties groter en strijdbaarder worden dan Heerts lief is.

De interne conflicten, de geslaagde acties en de tegenwerking uit de top zijn groeistuipen van een vakbeweging die weer relevant wil zijn voor haar leden, maar wordt tegengewerkt door de polderaars in de bureaucratie. Die richtingenstrijd zal nog lang duren.

Het is komende maanden zaak dat de acties van de Sociale Woestijn-campagne ook na de verkiezingen doorgaan en uitdrukking geven aan de woede die er heerst over de bezuinigingen en het ontmantelen van de ontslagbescherming. Daarnaast doen vakbondsleden er goed aan om zich te bemoeien met de invulling van de nieuwe structuur van de vakbeweging, waaronder het voorlopige ledenparlement.

De belangrijkste uitdaging is dat de leden die een meer strijdbare koers voorstaan zich beter gaan organiseren. De PvdA-lijn van Klijnsma en Heerts is namelijk bijzonder goed georganiseerd. Zij weten waar ze naartoe willen en zetten de werkorganisatie daarvoor in. Een meer strijdbare vakbeweging is dan ook ondenkbaar zonder een georganiseerde oppositie tegen de polderkoers. De wil is er, maar die zou meer smoel mogen krijgen. Dit zou ook de SP zich ter harte mogen nemen.

Als actieve kaderleden uit verschillende sectoren met elkaar in verbinding staan en meer gezamenlijk optrekken, zullen ze ook minder makkelijk tegengewerkt kunnen worden door bestuurders die altijd zeggen dat ‘dit niet het moment voor actie is’. De vakbeweging veranderen betekent dus de strijd aangaan, zowel naar buiten als naar binnen toe.

______________________________________________________________________________________________________________________

Ton Heerts: voorzitter zonder achterban

Ton Heerts is door mede-PvdA-Kamerlid Jetta Klijnsma voorgedragen om voorzitter van de FNV te worden en is eind juni per acclamatie aangenomen. In deze functie heeft hij de opdracht om het traject naar een nieuwe vakfederatie ‘in goede banen te leiden’. Maar wie is Ton Heerts?

Heerts ging na de havo in 1985 werken bij de marechaussee. In 1994 trad hij aan als voorzitter van de Marechausseevereniging. Van 1993-2000 was Heerts bestuurslid van het CNV, daarna voorzitter van de Algemene Federatie van Militair Personeel. Van 2003-2005 was hij lid van federatiebestuur van de FNV, van 2005-2006 vice-voorzitter van de FNV en van 2006-2010 Kamerlid voor de PvdA.

Heerts is een door de wol geverfde polderaar die net zoals zijn collega Klijnsma een sleutelrol heeft gespeeld in het bewerkstelligen van een aantal belangrijke neoliberale verslechteringen van het sociale stelsel. Als PvdA-Kamerlid veroorzaakte Heerts ophef door te pleiten voor de (gedeeltelijke) privatisering van de WW , waar hij in zijn FNV-tijd ook al voorstander van was.

Na zijn aanstelling als voorzitter gaf hij toe nog geen maand daarvoor te hebben overwogen zijn lidmaatschap van de FNV op te zeggen. Eind augustus liet hij zich in een interview met de NRC bijzonder pessimistisch uit over de kracht van de vakbeweging. ‘Wientjes denkt dat wij er als vakbeweging nog zijn. Maar dat is een misverstand. We zijn er voor een belangrijk deel niet meer.’ Niet bepaald een uitspraak van een generaal waar we de oorlog mee gaan winnen…

  • Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
  • Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.