Opkomst extreemrechts vraagt effectieve strategie

Straatrave ‘AfD wegbassen’ tegen de AfD-demonstratie in Berlijn, 27 mei 2018 (foto: ekvidi).
De opkomst van extreemrechts zet zich wereldwijd door. In Duitsland leidde het afgelopen maand tot nog een terreuraanslag. In Nederland beginnen delen van links zich bewuster te worden van het gevaar van FvD, maar een effectieve tegenstrategie ontbreekt nog.
4 maart 2020

Eind februari richtte een rechtsextremist een bloedbad aan in twee shishalounges in het Duitse Hanau. Het was de derde extreemrechtse terreuraanslag in negen maanden tijd. Eerder werd de christendemocratische politicus Walter Lübcke vermoord door een rechtsextremist. In Halle probeerde een andere nazi-terrorist een aanslag op een synagoge te plegen en vermoordde hij twee mensen nabij een kebabzaak.

Extreemrechts geweld is in Duitsland enorm toegenomen sinds 2015. Een van de drijvende krachten erachter is de opkomst van de AfD. Die partij heeft zich ontpopt als een extreemrechtse partij, die steeds meer onder invloed is komen te staan van een goed georganiseerd neofascistisch netwerk. Enerzijds is de partij daardoor meer naar neonazi-groepen opgeschoven; anderzijds heeft de partij extreemrechtse ideeën een veel groter bereik gegeven.

AfD

De AfD gaat in haar racistische propaganda al jaren tekeer tegen shishalounges. Een AfD’er in de landsdag van Hesse, de deelstaat waarin Hanau ligt, beweerde zelfs dat er groepsverkrachtingen plaatsvonden.

De Duitse antiracistische en antifascistische beweging heeft zich op weten te bouwen door zich te verzetten tegen de AfD. Toen de AfD in 2018 in Berlijn probeerde te demonstreren, werden hun 5.000 aanhangers geconfronteerd met meer dan 70.000 antifascisten die ‘Heel Berlijn haat de AfD!’ scandeerden. Nadat rechtsextremisten later dat jaar pogroms hadden georganiseerd in Chemnitz, ging in Berlijn maar liefst een kwart miljoen mensen de straat op.

Maar rechts heeft veel gedaan om de AfD te helpen normaliseren. Het besluit van de rechtse en liberale partijen in Thüringen eerder dit jaar, om met steun van de AfD een liberale deelstaatpremier te installeren, doorbrak het eerdere principe om niet met extreemrechts samen te werken.

Daarmee hielpen deze partijen de neofascistische beweging te legitimeren. In Thüringen staat de AfD namelijk onder leiding van Björn Höcke, de voornaamste leider van de neofascistische vleugel van de partij. Deze knieval voor extreemrechts leidde nog dezelfde avond tot spontane demonstraties in het hele land, waar duizenden aan meededen. Een dag later was de nieuwe regering gevallen.

Omvolking

In Nederland zijn terreuraanslagen zoals in Duitsland ons nog bespaard gebleven. Maar we zien wel dat extreemrechts meer en meer genormaliseerd raakt. Afgelopen maand kwam Thierry Baudet op Twitter met een leugenachtig verhaal om Marokkaanse Nederlanders verdacht te maken en hij weigerde zijn excuses aan te bieden: de feiten klopten dan niet, maar de onderliggende racistische boodschap, die was wel waar.

In de Tweede Kamer verkondigde Baudet later de welbekende extreemrechtse omvolkingstheorie dat de EU eigenlijk bedoeld is om rassenvermenging te organiseren. Ook zou de EU eigenlijk een voortzetting van het nazisme zijn. Met deze giftige combinatie van racistisch complotdenken en schaamteloze vervalsing van de geschiedenis van het fascisme, probeert Baudet het fascisme zodanig te trivialiseren dat het niet opvalt dat hij er een moderne draai aan probeert te geven.

Toen een presentator van Buitenhof Baudet correct parafraseerde, dreigde Baudet onmiddellijk met een kort geding. Als jurist weet Baudet dat hij die zaak zou verliezen, maar hij wil hiermee het aanzien van de journalistiek ondermijnen, zodat hij makkelijker met zijn leugens wegkomt. Daarnaast wil hij de rechtsstaat delegitimeren om zo een ideologische basis te leggen voor mensenrechtenschendingen van onderdrukte groepen en politieke tegenstanders. ‘Mijn meningen zijn feiten’, beweerde Baudet een aantal jaar geleden. De grote leider van het boreale heldenvolk wil eenzijdig kunnen beslissen over waarheid en rechtvaardigheid.

Antiracisme

Net als in Duitsland hebben de rechtse partijen er in Nederland er geen enkel probleem mee om met deze rechtsextremist samen te werken en hem aan de macht te helpen. Na Limburg, waar CDA en VVD met FvD en PVV besturen, willen die eerste twee partijen nu ook in Brabant met FvD samenwerken. De Brabantse CDA-er Mark Janssen vond dat FvD wel ‘heel scherp’ kon zijn, maar dat D66, GroenLinks en SP ‘heel extreem zijn in hun standpunten’ – dus dan zou je met niemand meer kunnen samenwerken. Dat deze CDA’er linkse en middenpartijen kennelijk erger vindt dan een racistische antidemocratische partij is een belangrijke waarschuwing. Hij is namelijk de enige niet.

Nu Baudet steeds duidelijker kleur bekent, zijn GroenLinks en de PvdA eindelijk een beetje wakker geworden. Zij spraken zich in de Tweede Kamer uit tegen Baudets racistische complottheorieën en durfden die ook te noemen wat ze zijn: racistisch en extreemrechts. Dit is lang niet genoeg om de opmars van extreemrechts te stoppen, maar het is in ieder geval een welkome breuk met het wegkijken dat tot nog toe de norm was.

De SP daarentegen, een partij die volgens Lilian Marijnissen ‘altijd en overal’ opstaat tegen racisme, zweeg over Baudet, net zoals de partij zweeg over Hanau. Wel vond Marijnissen het nodig om zich uit te spreken tegen Kick Out Zwarte Piet, dat racisme tijdens carnaval aan de kaak stelde. Tijdens carnaval is racisme prima, was de boodschap van Marijnissen: dan mag ‘alles en iedereen op de hak worden genomen.’

Enkele dagen later werd in Tilburg een jonge Chinees-Nederlandse vrouw door een groep mannen bewusteloos geslagen en met een mes mishandeld. Ze had zich uitgesproken toen de mannen een racistisch lied over Chinezen zongen. Met haar tweet stond Marijnissen aan de kant van de racisten en haar stilte na dit incident spreekt vele malen luider dan haar gratuite ‘antiracisme’.

Om extreemrechts terug te dringen moeten we het beestje bij de naam durven noemen, moeten we onvoorwaardelijk kant kiezen voor de slachtoffers van de racisten, de seksisten en de homofoben. En vooral moeten we de straat op om een tegenbeweging te bouwen. De jaarlijkse antiracismedemonstratie op 21 maart wint daarmee nog meer aan belang. Maar één jaarlijks moment is lang niet voldoende. We zullen toe moeten werken naar een echte beweging tegen extreemrechts, die altijd in actie kan komen als het nodig is en antiracisme niet slechts als een mooi abstract principe, maar als concrete praktijk opvat.