Op naar een nieuwe seksuele revolutie

8 maart is al ruim honderd jaar Internationale Vrouwendag. Als je de manier waarop dit terugkomt in de gevestigde media bekijkt, zou je denken dat de strijd voor emancipatie een praktisch afgesloten hoofdstuk is. Catherine Black schrijft in de Socialist over een onlangs verschenen boek waarin het ongelijke beeld van vrouwen genadeloos onder vuur wordt genomen.
8 maart 2009

McSex

In haar boek McSex, de pornoficatie van onze samenleving neemt freelance journaliste Myrthe Hilkens stelling tegen wat in het maatschappelijk debat als ‘seksualisering’ wordt aangeduid. Hilkens spreekt liever van pornoficatie en bedoelt daarmee ‘de opmars van oorspronkelijk pornografische verschijnselen in de populaire mainstream cultuur’. Zij betoogt dat jongeren die opgroeien in een wereld waarin ze voortdurend geconfronteerd worden met van seks vergeven reclame, videoclips en internetporno een verknipt beeld van seksualiteit krijgen.

Hilkens (29) wond zich als hiphopliefhebber op over het vrouwbeeld in videoclips en teksten als ‘Can You Control Yo Hoe’, maar als muziekrecensent durfde zij zich er niet over uit te laten. Zij sprak zich voor het eerst publiekelijk uit over het onderwerp met een artikel in NRC Handelsblad waarin zij ervoor pleitte seksvideoclips pas na twaalven uit te zenden.

Hilkens is ook mede-initiatiefneemster van het manifest ‘Seks moet weer haute couture worden’ met onder anderen documentairemaakster Sunny Bergman. In het manifest pleitten zij tegen zowel extreme schoonheidsidealen en cosmetische chirurgie als tegen de ‘onderdanige stoeipoes’-definitie van vrouwelijke seksualiteit. Het manifest werd ondersteund door de Rutgersstichting en kreeg bijval van minister Plasterk in de Emancipatienota. Dit alles mondde uit in de oprichting van de actiegroep Onbeperkt Houdbaar, die onder andere juridische actie tegen de schoonheidsindustrie onderneemt.

In McSex beschrijft Hilkens deze korte geschiedenis van verzet tegen pornoficatie in Nederland. Maar haar boek is met name een uiteenzetting over hoezeer de maatschappij is ‘gepornoficeerd’. Aan de hand van interviews met jongeren, onderzoeken uit binnen- en buitenland en haar eigen zoektocht naar porno op het web laat ze zien dat jongeren steeds meer en steeds jonger worden blootgesteld aan vrouwonvriendelijke, gewelddadige en veelal zeer smakeloze beelden van seks, en dat dit hun seksualiteit negatief beïnvloedt.

Voor degenen die niet overtuigd hoeven te worden dat de samenleving is ‘gepornoficeerd’ is de veelheid aan voorbeelden en feiten in McSex wellicht overbodig. Maar het is een genot om het ‘ook eens van een ander te horen’. De interviews die in het boek zijn verwerkt bevatten vaak pijnlijke onthullingen van jongeren die duidelijk worstelen met hun seksualiteit.

Het is jammer dat Hilkens erg de nadruk legt op de noodzaak van betere seksuele voorlichting aan tieners en haar voorstel seksvideoclips na twaalven uit te zenden. Critici van linkse, rechtse en feministische zijde hebben Hilkens verweten een moraalridder te zijn die voor censuur zou pleiten. Daarmee pogen ze haar te plaatsen in het kamp van vooral christelijke politici die de seksuele moraal van jongeren willen aanpakken. Maar in die hoek hoort zij niet thuis.

Hilkens vindt slechts met goede reden dat ‘…de seksuele revolutie onvoltooid is, de ware seksuele vrijheid is nog geen feit… het verstikkende keurslijf van God, kerk en de daarbij horende wetten is vervangen door een nieuw keurslijf dat is gecreëerd door de commercie.’