Nuchter antwoord op het ‘migratiepessimisme’

In Winnaars en verliezers: Een nuchtere balans van vijfhonderd jaar immigratie leggen Leo Lucassen en Jan Lucassen de nadruk op het huidige migratiedebat. Met hun boek leveren ze een belangrijke bijdrage in het ontkrachten van de hardnekkige mythes van ‘migratiepessimisten’ en complotdenkers als PVV’er Martin Bosma. Maar ook anderen, zoals Fortuyn, Scheffer en Bolkestein, worden tegen het licht gehouden en in een historische context geplaatst.
22 augustus 2011

Illustratie door Ruben L. Oppenheimer.

Door Karwan Fatah-Black

Discussies die eerder dit jaar nog in de kranten werden gevoerd, zoals de tendentieuze uitspraak van Bolkestein dat Joden maar beter uit Nederland kunnen vertrekken vanwege opkomend antisemitisme, kom je nu al in het boek tegen. In plaats van een academische afstand in te nemen tot het huidige debat, kiezen de schrijvers ervoor om midden in de discussies te staan. Ze geven een overzicht van de ideeën van degenen die ze ‘migratiepessimisten’ noemen, om vervolgens punt voor punt een balans op te maken. Ze pleiten er krachtig voor om de feiten over vijf eeuwen migratie eerlijk onder ogen te zien.

De ‘nuchtere balans’ is volgens de schrijvers dat vrijwel niets van wat de migratiepessimisten claimen waar is. Dat er een groeiend onbehagen in de samenleving bestaat, wordt door hen niet ontkend. Dit onbehagen wijten ze niet aan migratie an sich, maar aan de effecten van globalisering op mensen in Nederland, wier onzekerheden zelden door politici in de Randstad worden verwoord.

Het boek loopt omgekeerd chronologisch. Het huidige debat is het onderwerp, en de schrijvers leggen een route af van de columns en Kamervragen van gisteren terug tot de immigratie van vijfhonderd jaar geleden. De nadruk in het boek ligt duidelijk op de afgelopen decennia, maar omdat de migratiepessimisten vaak claimen dat er in de Gouden Eeuw ‘betere’ migranten waren, krijgt ook die periode aandacht.

Verdachtmakingen

Het feitenrelaas is erg ontnuchterend over de zwakke fundamenten waarop politici hun meningen over migratie, islam en integratie baseren. Bij publicatie van het boek reageerden recensenten in verschillende media als door een wesp gestoken. Zonder op de inhoud in te gaan, gingen sommigen heel erg ver in de verdachtmakingen en zwartmakerij tegen de auteurs. Aan de schrijvers van Winnaars en Verliezers blijft dit echter maar slecht kleven. Ze nemen niet alleen de rechtervleugel van de politiek onder de loep, ook de linkerkant wordt feilloos gewezen op de valse argumenten die er gebruikt worden.

De meest hardnekkige mythe is wel dat de ‘linkse kerk’ jarenlang met groot enthousiasme ‘massa-immigratie’ heeft aangemoedigd. De auteurs tonen aan dat dit een stuk genuanceerder ligt. De spanning tussen solidariteit op de werkvloer en het door werkgevers gebruiken van migranten (die vaak andere contracten hadden) om lonen te drukken, leidde ertoe dat vakbonden en linkse partijen juist nogal eens tegenstanders van migratie waren. Het dieptepunt van deze politiek is ongetwijfeld de SP-brochure Gastarbeid en kapitaal, die de schrijvers in het boek niet noemen. Maar soortgelijke politiek is ook elders aan de linkerkant terug te vinden. In het beste geval werd geëist dat er gelijk loon werd uitbetaald aan buitenlandse arbeiders. Maar in veel gevallen kwamen linkse organisaties met ‘eigen volk eerst’-uitspraken om gastarbeiders uit de werkplekken te weren.

Kort samengevat drongen liberalen erop aan om gastarbeiders over te laten komen en wilden de christelijke partijen gezinshereniging, terwijl PvdA, PSP en CPN bleven pleiten voor beperking van de immigratie. Hoewel er vanaf de jaren zeventig een nadrukkelijk restrictief beleid werd gevoerd, bestond er in die tijd wel een consensus over het non-discriminatiebeginsel. Je zou kunnen zeggen dat een deel van links, op het moment dat mensen eenmaal hier waren, er wel voor koos om te zorgen dat ze een plaats kregen in de samenleving.

Toegankelijk

De auteurs hebben ervoor gekozen om een toegankelijk boek te schrijven. De onderschriften van het afbeeldingenkatern zijn feitelijk al een overzichtelijke samenvatting van het boek. De hoofdstukken zijn helder opgezet en maken elk een afgebakend punt, onderverdeeld in tussenkopjes. Het boek is geschikt om als naslagwerk te raadplegen als je iemand op tv of in de krant iets hoort beweren over migratie en migranten.

Soms is de toon een beetje populair, zoals de opmerking over de huidige Polen die rondreizen op zoek naar werk. Over hen ‘is de balans overwegend positief, ook al drinken sommigen te veel en vormen mede daardoor een gevaar op de weg’. Dit is juist het soort opmerking die de schrijvers in de rest van het boek onderzoeken, toetsen en bekritiseren. Wat mij ook bevreemdde was dat de schrijvers over de moord op Theo van Gogh wel melden dat het betreurenswaardig is dat mensen als Hirsi Ali daarna in angst moesten leven, terwijl de angst bij Nederlandse moslims, op wier gebedshuizen vele aanslagen werden gepleegd, onbenoemd blijft.

Problematischer is dat de schrijvers regelmatig redeneren vanuit ‘de Nederlandse economie’. Het lijkt dan alsof wat goed is voor die economie ook goed is voor de rest van de maatschappij. Zo evalueren ze de migratie van gastarbeiders als positief want ‘zonder hun komst zouden bovendien de lonen nog veel harder gestegen zijn, met alle negatieve gevolgen voor de Nederlandse economie van dien’. Juist de druk die het bedrijfsleven zet op lonen en arbeidsvoorwaarden is funest voor solidariteit tussen autochtoon en migrant, maar dit verdwijnt in het boek toch wat naar de achtergrond.

Kortom, wie op basis van de agressieve rechtse recensies had gedacht met dit boek een links pamflet in handen te hebben komt bedrogen uit. Het is echter een zeer welkom boek, midden in het debat, en met een ongebruikelijk geworden eerlijkheid.