Onderzoek toont effect 'subtiel seksisme'

'Vrouwen lijden meer onder subtiel seksisme dan onder openlijke sekse discriminatie. De subtiele vormen van discriminatie tasten het zelfbeeld aan, waardoor prestaties verslechteren. Slachtoffers kunnen daardoor het idee krijgen dat ze terecht zijn afgewezen', stelt sociaal-psycholoog Sezgin Cihangir. Dinsdag 17 juni verdedigde hij in Leiden zijn proefschrift.
23 juni 2008

‘In situaties waarin subtiel gediscrimineerd wordt, is voor het slachtoffer niet helemaal duidelijk of er daadwerkelijk sprake is van discriminatie’, zegt Cihangir. ‘In een sollicitatiegesprek word je bijvoorbeeld afgewezen op seksistische gronden, maar als reden wordt gegeven dat je niet over de gewenste kwaliteiten beschikt, of dat een andere kandidaat beter bij de functie past.’

Cihangir was benieuwd naar de gevolgen van discriminatie voor de slachtoffers. Hij wilde weten of zij anders reageren op subtiele dan op openlijke discriminatie. Om dat te onderzoeken simuleerde hij sollicitatiegesprekken waarin vrouwen solliciteerden naar een managementfunctie. Tijdens het gesprek kregen zij tien seksistische vragen voorgelegd, zoals ‘Kleed je je wel eens sexy om iets van anderen gedaan te krijgen?’ en ‘Denk jij dat het moeilijk voor je wordt om een carrië)re te combineren met een gezinsleven?’. Vervolgens werd iedereen afgewezen. De ene groep kreeg te horen dat ze verkeerde antwoorden had gegeven, de andere groep dat ze waren afgewezen om hun vrouw-zijn.

Het proefschrift laat ook zien hoe de negatieve gevolgen van subtiele discriminatie kunnen worden tegengegaan. Opvallend is dat Cihangir zich daarbij niet richt op de daders van (subtiele) discriminatie, maar op de factoren die de waarneming van slachtoffers beïnvloeden, zoals de sociale normen en sociale omgeving. ‘Slachtoffers zijn geneigd te ontkennen dat ze gediscrimineerd worden. Als je zegt dat je gediscrimineerd wordt, erken je immers dat je tot een sociale groep behoort die anderen als negatief evalueren. Bovendien worden klachten over discriminatie vaak als aanstellerij gezien. Dat zijn redenen waarom mensen vermoedens van discriminatie voor zich houden.

Uit mijn experimenten blijkt echter dat een ontvankelijke omgeving heel belangrijk is. Als het immers sociaal geaccepteerd is om je af te vragen of je gediscrimineerd wordt, zijn de gevolgen in termen van zelfwaardering en prestaties voor het slachtoffer minder desastreus.’