Onderwijsakkoord biedt te weinig
Vogels vindt het opmerkelijk dat in de media de plannen zijn weergegeven alsof leraren erop vooruit zouden gaan. ‘In werkelijkheid vallen de plannen behoorlijk tegen’, zegt hij. De kritiek op het akkoord bestaat uit een aantal punten. ‘Allereerst: de onderhandelingen over de werkdruk worden doorgeschoven naar de cao-onderhandelingen. Dit garandeert onvoldoende dat er een vermindering van de werkdruk komt.’
Ten tweede is er geen sprake van een structurele loonsverhoging. Leraren die nog niet aan het eind van hun schaal zitten, gaan stapsgewijs in zes jaar in salaris groeien. ‘De meeste docenten zullen er maar 50 euro bruto per maand op vooruitgaan. Bovendien vervalt de automatische groei in salaris. Regelgeving hierover ontbreekt. Dat is een ernstige verslechtering.’
Op die manier neemt de macht van de directies toe. Zij kunnen door dit gebrek bepalen of een leraar in aanmerking komt voor salarisgroei. Pas in 2014 wil de AOb ernaar streven docenten meer salaris te geven naar het niveau waarop ze nu al lesgeven. Dit duurt dus nog zes jaar, maar dit geld zou eerder beschikbaar moeten zijn, vindt Vogels.
‘De bapo-regeling, waarbij ouderen minder hoeven te werken met behoud van salaris, blijft wel behouden, maar de financiering van 100 miljoen euro wordt afgesnoept van het geld dat Plasterk extra voor het onderwijs beschikbaar heeft gesteld tot 2020.’
Daarnaast stelt de minister 1 miljard beschikbaar, te bereiken in 2020. ‘Wij blijven echter vasthouden aan een volledige invoering van het rapport Rinnooy Kan.’ Dat rapport zegt dat er 1 miljard per jaar geïnvesteerd moet worden om een nog ernstiger lerarentekort te voorkomen. Vogels: ‘In de media lijkt het alsof de 1 miljard euro er nu extra bij komt, maar dit is er pas in 2020.’
Het beroep moet aantrekkelijker worden, stelt Vogels. ‘Het gevaar is anders dat er over een paar jaar ongediplomeerde mensen voor de klas staan. Binnen zeven jaar zullen er 45 duizend leraren met pensioen gaan.’ Om dit probleem aan te pakken stelt de groep Leraren in Actie eisen aan de minister. Er moet een structurele loonsverhoging van 15 procent komen voor alle docenten. Er moeten afspraken komen over werkdrukvermindering. De koppeling tussen opleiding en functieschaal zou niet afhankelijk moeten zijn van hoeveel taken je naast het lesgeven op je neemt. Daarnaast moet de macht van directies worden ingedamd.
Volgens Vogels is het gesloten akkoord dus niet het hoogst haalbare. Hij vindt dat de AOb had moeten overgaan tot acties. ‘Ik denk dat de tijd daar rijp voor is. Voor het voortgezet onderwijs zijn er een hoop docenten die actie willen voeren.’ Deze maand komen er cao-onderhandelingen. Vogels zegt dat Leraren in Actie dan weer van zich zal laten horen. De inzet van de AOb is 3,5 procent salarisverhoging en 1,5 procent verhoging van de eindejaarsuitkering. De werkdruk moet verminderen van 25 lesuren naar 22 lesuren.
Volgens Vogels is dit allemaal veel te weinig. De AOb accepteert dat er voor onderwijs nu eenmaal een beperkt budget is. Maar Vogels denkt hier anders over. ‘Het kabinet moet juiste prioriteiten stellen. Het geld is er, als je bedenkt wat een Joint Strike Fighter kost of een onrendabele Betuwelijn. Met dat geld kan het onderwijsprobleem opgelost worden.’
Lees meer op http://www.lerareninactie.nl/ en http://www.beteronderwijsnederland.nl/