Offensieve looneis vraagt offensief plan
De FNV zet voor 2019 in op 5 procent loonsverhoging, het verhogen van de laagste loonschalen tot 130 procent van het wettelijk minimumloon, het omzetten van flex naar vaste contracten en het verminderen van de werkdruk. Het probleem is dat bedrijven flink concurreren op arbeidsvoorwaarden. De economische groei komt op die manier ten goede aan de aandeelhouders en de top. Tegelijkertijd zorgt deze concurrentie ook voor een hogere werkdruk, doordat bedrijven besparen op personeel.
Werkgevers spelen het in verschillende cao-trajecten hard waardoor zelfs als er wordt gestaakt de loonsverhoging niet hoger uitkomt dan de inflatie. Wat leert een korte blik bij de meest in het oog springende cao-acties in november ons?
Chemie
Automonteurs zijn landelijk in actie voor een betere cao en tegen de verplichtstelling van het werken op zaterdag zonder toeslag. Vakbondsleden staakten 24 uur bij garagebedrijven in de regio Rotterdam op donderdag 16 november. Inmiddels hebben de bonden een principeakkoord gesloten waarin de zaterdag een bijzondere werkdag blijft.
Medewerkers bij Nouryon, de voormalige chemie-tak van AkzoNobel, begonnen in juli met eendaagse stakingen en schaalden op naar tweedaagse en vervolgens naar driedaagse stakingen in oktober tot in november. Inmiddels zijn de stakingen opgeschort nadat een onderhandelingsresultaat werd bereikt voor een cao met een loonsverhoging van 7,5 procent over een periode van tweeënhalf jaar en een eenmalige uitkering van 3000 euro. Daarbij heeft Nouryon erkend dat er een pensioenprobleem bestaat. De leden van de vakbonden zullen nog stemmen over dit onderhandelingsresultaat.
Voor de 2200 medewerkers van het huidige AkzoNobel zijn nog geen afspraken gemaakt. Omdat de problemen bij het pensioenfonds niet werden erkend terwijl AkzoNobel wel 7,5 miljard euro kreeg voor de verkoop van hun Specialty Chemicals-tak voerden medewerkers actie. De werknemers vinden dat ze te weinig van dit bedrag terugzien.
Bij Douwe Egberts bereikten onderhandelaars eind november een principeakkoord voor 2100 medewerkers voor de cao met een looptijd van 26 maanden met een structurele loonsverhoging van 5,8 procent. De arbeidsduurverkorting blijft voorlopig bestaan en er werden speciale afspraken gemaakt over oproepdiensten voor personeel van 58 jaar en ouder. Medewerkers legden in november de theefabriek in Joure en de koffiefabriek in Utrecht een dag stil. De uitkomst van de stemming onder de leden is momenteel nog onbekend.
Ambulancezorg
Ambulancezorg Nederland (AZN) en CNV tekenden op 4 november een principeakkoord waarin de functie van ambulanceverpleegkundige wordt versoberd en waarin de loonsverhoging voor volgend jaar onduidelijk is. Ook vervalt de onregelmatigheidstoeslag, wordt meer flexwerk gestimuleerd en is de oudedagsvoorziening niet goed geregeld. De FNV tekende dit akkoord niet en een derde van alle ambulancemedewerkers tekenden een petitie tegen dit akkoord, die AZN weigert in ontvangst te nemen. Door middel van stiptheidsacties en werkonderbrekingen proberen zij de verslechteringen tegen te houden.
De schoonmakers van de NS-treinen en -stations en het Paleis van Justitie in Den Haag voerden eind november actie door te demonstreren in Utrecht en Den Haag voor een cao met respect en gelijkwaardige behandeling. Schoonmakers strijden al tien jaar voor betere arbeidsvoorwaarden. De werkdruk bij treinen stationsschoonmakers neemt al jaren toe door bezuinigingen bij elke aanbesteding. Het werk is zwaar door de onregelmatige werktijden in combinatie met de vele nachtdiensten. Schoonmakers willen een regeling waarmee oudere collega’s korter kunnen werken zonder dat ze veel minder gaan verdienen of minder pensioen opbouwen.
Gecoördineerde aanval
Wat opvalt bij de cao-trajecten is dat werkgevers op verschillende plekken proberen om de FNV buiten spel te zetten door afspraken te maken met kleinere bondjes. Ze proberen cao’s af te sluiten met ellenlange looptijden, omdat ze verwachten dat de inflatie zal oplopen, waardoor ze lekker goedkoop uit zijn. Waar ze het kunnen, proberen ze vakbonden te verzwakken door flexwerk te stimuleren. Met deze houding proberen ze de opleving van vakbondsstrijd in de kiem te smoren en zij gaan hierin zeer gecoördineerd te werk.
Als vakbeweging moeten we ons sterk maken voor een algemene loongolf waarin iedereen er stevig op vooruit gaat. Maar nog belangrijker is dat we terugvechten tegen pogingen om de vakbeweging verder te verzwakken. Tegenover de gecoördineerde aanval van de werkgevers hebben we een veel sterkere coördinatie van vakbondsstrijd nodig.
Dat betekent dat we als één front moeten optreden, waarbij sterke sectoren het strijdterrein pas verlaten als ook zwakkere sectoren een goede cao hebben. Door te bouwen aan solidariteit tussen de verschillende sectoren kunnen we de bazen dwingen om de lonen te laten stijgen, in plaats van de zakken van de aandeelhouders te blijven vullen.