Oekraïense opstand is een uitdaging voor links

De afgelopen maanden was Oekraïne het toneel van een massale volksopstand. Het voorlopige resultaat hiervan is het verjagen van voormalig president Janoekovitsj. Hoe de situatie zich verder ontwikkelt is onduidelijk, maar linkse activisten kunnen veel leren van de gebeurtenissen in Oekraïne.
1 maart 2014

Door Max van Lingen

De aanleiding voor de eerste protesten vormde de afwijzing van de associatieovereenkomst met de Europese Unie. Aanvankelijk betrof het een kleine groep demonstranten op het onafhankelijkheidsplein – omgedoopt tot Euromaidan – die weinig invloed had. Dat veranderde met de gewelddadige ontruiming van het protestkamp door de autoriteiten eind november.

Het hardhandige ingrijpen werd gezien als een symbool voor het corrupte en steeds meer autoritaire regime van president Viktor Janoekovitsj. Het leidde ertoe dat honderdduizenden Oekraïners de straat op gingen om zich tegen het geweld te verzetten. Hierdoor veranderde het protest van een relatief klein pro-Europees protest naar massaal verzet tegen de staat.

Er zijn echter twee factoren die de situatie in Oekraïne compliceren. Ten eerste ligt Oekraïne op de breuklijn tussen twee imperialistische machtsblokken. Het einde van de Koude Oorlog betekende het begin van de westerse expansie in oostelijke richting. Als gevolg hiervan werden de landen van het voormalige Oostblok één voor één opgeslokt door de Europese Unie en de NAVO. Hierbij ondervonden ze nauwelijks weerstand vanwege de Amerikaanse dominantie en de staat van crisis waarin Rusland verkeerde.

De oorlogen in Irak en Afghanistan waren echter grote tegenslagen voor het Amerikaanse imperialisme. De dominante positie van de Verenigde Staten is hierdoor steeds meer onder druk komen te staan. De stabilisering van de politieke en economische situatie in Rusland heeft tegelijkertijd geleid tot Russisch machtsvertoon op internationaal vlak.

Spanningen

Als gevolg hiervan zijn de spanningen tussen Rusland en het Westen de afgelopen jaren toegenomen. Dit kwam bijvoorbeeld in 2008 tot uiting in de oorlog in Georgië. Het Russische machtsvertoon in de Syrische burgeroorlog moet ook in dit licht worden gezien.

Ook in Oekraïne botsen de belangen van beide machtsblokken. Het Westen wil haar invloedssfeer graag uitbreiden, terwijl voor Rusland de toegang tot de Zwarte Zee cruciaal is. De Russische Zwarte Zeevloot is bovendien gestationeerd in het Oekraïnse Sebastopol. Maar de opstand is niet te reduceren tot de strijd tussen twee imperialistische mogendheden.

Imperialisme is een verschijnsel met twee dimensies: de strijd tussen verschillende imperialistische machten onderling, en de strijd tussen imperialistische machten en de onderdrukte bevolking. Uiteraard probeert het Westen gebruik te maken van de opstand om de positie van Rusland te verzwakken. Zo maakt ook Rusland gebruik van de Russisch gezinde bevolking op het schiereiland Krim om haar eigen belangen veilig te stellen.

Maar de opstand zelf is in de eerste plaats een reactie op het autoritaire en corrupte beleid van de pro-Russische president Janoekovitsj. Daarnaast speelt de belabberde economische situatie een belangrijke rol. Oekraïne is extreem hard geraakt door de economische crisis. Het gemiddelde loon ligt 2 à 2,5 procent lager dan in Rusland en Wit-Rusland en nog veel lager dan in de rest van Europa. Ondertussen betalen de oligarchen praktisch geen belasting.

Socialisme

De tweede complicerende factor is dat socialisme wordt geïdentificeerd met Russische overheersing. De Lenin-standbeelden die in de hele Oekraïne worden omvergetrokken, worden vooral gezien als symbolen van die Russische overheersing. Ze zijn daar neergezet door de Sovjet-autoriteiten die socialistische retoriek gebruikten om hun eigen regime op te hemelen. Dit wordt nog verder versterkt door de politieke alliantie tussen Janoekovitsj en de pro-Russische Communistische Partij van Oekraïne.

Socialistische ideeën vormen hierdoor geen natuurlijk richtpunt voor de Oekraïense opstandelingen. De in het Westen bejubelde Vitali Klitsjko en Joelia Timosjenko worden door de meeste Oekraïners als niet minder corrupt dan Janoekovitjs beschouwd. In dit machtsvacuüm stappen extreem-rechtse organisaties als Svoboda en de Rechtse Sector.

Het Oekraïense nationalisme moet vooral worden beschouwd als een reactie op de Russische overheersing. Svoboda en de Rechtse Sector spelen hier op in door hun eigen anticommunisme neer te zetten als een strijd voor onafhankelijkheid van Rusland.

De vraag is wat linkse activisten in dergelijke omstandigheden kunnen doen. De neiging is groot om afzijdig te blijven wanneer extreem-rechtse krachten een belangrijke rol spelen in een beweging. In de praktijk betekent dit vrij spel voor partijen als Svoboda en de Rechtse Sector om hun invloed te vergroten.

Het is de taak van links om de strijd aan te gaan met extreemrechtse ideeën binnen een beweging die aanknopingspunten biedt voor links. Het Collectief van de Linkse Oppositie probeert hierin een rol te spelen. Hun Plan voor Sociale Verandering is in grote aantallen verspreid. Door de pijlen te richten op de belasting ontduikende oligarchen leggen ze inconsequente houding van Svoboda en de Rechtse Sector bloot. Tegelijkertijd schuiven ze in het plan socialistische alternatieven naar voren.

Uiteraard is het voor linkse activisten niet makkelijk om binnen een beweging te opereren waarin rechtse krachten een belangrijke rol spelen. Maar wanneer de strijd niet wordt aangegaan, zal dit probleem alleen maar groter worden. De strijd tegen fascisme betekent een strijd voor echte socialistische ideeën binnen de opstand.