Odfjell: personeel dreigt prijs te betalen voor wanbeleid
Door Jeroen van der Starre
In juli van dit jaar werd de opslagterminal van Odfjell in de Botlek gedeeltelijk stilgelegd door de Rotterdamse milieudienst DCMR en de Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond. De directe aanleiding was dat blus– en koelvoorzieningen bij verschillende tanks niet klopten. Maar de veiligheids- en milieuproblemen bij het bedrijf gaan veel verder terug. Het bedrijf kon voor een groot aantal tanks niet hard maken dat deze in de afgelopen decennia goed zijn onderhouden. Eerder had DCMR het bedrijf al voor 14 miljoen euro aan dwangsommen opgelegd wegens tekortkomingen.
In 2010 legde de rechter Odfjell een boete op wegens het onveilig beladen van een schip in 2007. De rechtbank oordeelde dat het bedrijf moedwillig de wet had gebroken. Een jaar later schikte het bedrijf in vier rechtszaken waarin het terecht stond voor onder andere het illegaal overpompen van gevaarlijke stoffen en het illegaal lozen van fosforzuur in de jaren 2008 tot 2010. In 2009 werd een nieuwe directie aangesteld om orde op zaken te stellen, maar opnieuw zonder resultaat: het bedrijf bleef veiligheids– en milieuvoorschriften met de voeten treden. In augustus 2011 lekte 220 ton butaangas weg, wat vervolgens werd verzwegen.
Het personeel van Odjfell dreigt nu de prijs te betalen voor het jarenlange wanbeleid. De stillegging van het bedrijf was voor Shell, de grootste klant van Odfjell, aanleiding om het contract met het tankopslagbedrijf op te zeggen. Dwars tegen eerdere toezeggingen in kondigde de directie hierop ontslagen aan: 125 van de bijna 350 banen zouden verdwijnen.
Personeelsleden legden op vrijdag 21 september het werk neer. Vakbondsbestuurder Ruud Wennekes van FNV Bondgenoten ging in gesprek met de directie om over een sociaal akkoord te praten, maar deze weigerden met de bonden in overleg te treden voordat bestuurders een geheimhoudingsverklaring hadden getekend. ‘Onacceptabel’ aldus Wennekes, ‘ik wil mijn achterban op de hoogte kunnen houden van de voortgang van de gesprekken.’
Wennekes sprak het personeel toe in een kantinebijeenkomst om uitleg te geven over de ontstane situatie. De eis van de directie om geheime gesprekken te voeren en zo de betrokkenheid van het personeel bij onderhandelingen over een sociaal akkoord te minimaliseren schoot het personeel in het verkeerde keelgat. Toen ook nog duidelijk werd dat de drie weken eerder ontslagen directeur Geert Eijsink met een gouden handdruk van drie ton was vertrokken, zei het personeel het vertrouwen in de directie op.
Als een soort omgekeerd functioneringsgesprek riep het personeel de directie bij zich in de kantine en gaf hen te kennen dat zij het terrein onmiddellijk moesten verlaten. Het personeel hield stiptheidsacties, waarbij ze bij de afwezigheid van de directie gewoon doorwerkten, maar voor elke shift de tijd namen voor werkoverleg.
Momenteel werkt de directie zonder medewerking van de vakbonden aan een sociaal plan. Woensdag 26 september werd de directie onder protest weer toegelaten op de terminal. Momenteel is het volgens Ruud Wennekes afwachten op een sociaal plan vanuit de directie. Optimistisch is hij echter niet, want hoewel inmiddels zo’n 50 tanks weer zijn vrijgegeven, blijven klanten weg. Zo dreigt het personeel de prijs te betalen voor het asociale gedrag van hun bazen.