Obama speelt volgens de regels
Door Alex Callinicos
Er lijken twee redenen te zijn voor John McCains keuze voor Sarah Palin als kandidaat voor het vice-presidentschap. De eerste is een openlijke poging om ontevreden vrouwelijke aanhangers van Hillary Clintons mislukte nominatie aan te trekken. De tweede is het tevredenstellen van machtig christelijk rechts, door de keuze voor wat de Republikeinse strateeg Karl Rove omschreef als een ‘gun-packing, hockey-playing woman’ die lid is van de anti-abortusorganisatie Feminists for Life.
Maar de echte problemen voor Obama liggen op een ander vlak. Ondanks de extreme impopulariteit van George Bush ligt Obama nauwelijks voor op McCain in de peilingen. De twee thema’s die de regering-Bush verlamden zijn de oorlog en de economie. McCain heeft geprobeerd de crisis in de Caucasus uit te buiten om het thema van de oorlog in zijn voordeel om te draaien.
Columnist van de Financial Times Martin Wolf herhaalde de speculaties van Vladimir Putin dat ‘koudeoorlogsveteranen en neoconservatieven’ de Georgische president Saakasjvili zouden hebben aangemoedigd om Zuid-Ossetië aan te vallen, als provocatie richting Rusland. ‘Ik kan me zelfs voorstellen dat dit gezien werd als een manier om McCain in het Witte Huis te krijgen’, voegde hij eraan toe.
Of dit soort speculaties een kern van waarheid hebben of niet, Georgië heeft Obama zeker op achterstand gezet. Gideon Rachman, een andere columnist van de Financial Times, schreef vorige week vanuit Denver: ‘Ik krijg de indruk dat er werkelijk verdeeldheid bestaat in het Obama-kamp. Sommigen pleiten tegen NAVO-lidmaatschap van Georgië en Oekraïne, omdat het onverantwoord zou zijn deze landen een veiligheidsgarantie te geven. Anderen zeggen dat een terugtrekkende beweging van de NAVO het verkeerde signaal zou geven aan de Russen. Mijn indruk is dat de “harde lijn†de overhand heeft.’
Obama loopt op een dun lijntje. Een van de redenen waarom hij de Democratische nominatie won was zijn oppositie tegen de inval in Irak. Maar als hij laat doorschemeren dat hij het Amerikaanse imperium niet met alle middelen zal verdedigen, zullen de Republikeinse bloedhonden hem aan stukken scheuren.
Obama heeft hetzelfde dilemma op het punt van de economie. In zijn speech in Denver nam hij geen enkel risico, door een extra belastingverlaging te beloven en Bush’ belofte te herhalen om de Amerikaanse afhankelijkheid van olie te beëindigen. Het eerste stelt niets voor, het tweede is fantasie aan deze zijde van een socialistische revolutie.
Blijkbaar is ook Obama’s economische team verdeeld. Een paar maanden geleden wees Naomi Klein op de invloed van vrije-markteconomen. Jason Furman, hoofd van de denktank voor economisch beleid, is een vriend van Wal-Mart. Austen Goulsbee, de belangrijkste economische adviseur, is een econoom uit de Chigaco school die in februari in de problemen kwam toen hij tegen Canadese diplomaten zei dat ze Obama’s publiekelijke aanvallen op de North American Free Trade Agreement konden negeren.
Er zijn ook iets linksere figuren in de omgeving van Obama. James Galbraith is de zoon van de beroemde Keynesiaanse econoom J.K. Galbraith. Net als zijn vader is hij voor staatsinterventie om de markt te reguleren en een menselijk gezicht te geven.
Obama won zijn kandidaatschap vanwege de diepe onvrede onder gewone Amerikanen over een economisch en politiek systeem dat hen overduidelijk in de steek laat. Deze onvrede dwingt zelfs insiders als McCain om zich als populistische ‘anti-Washingtonkandidaat’ op te stellen. Maar Obama is ook een product van het systeem, en wil winnen volgens de regels van het spel. Daarom kan hij een beetje aan de tralies van de kooi rukken, maar niet proberen eraan te ontsnappen. Misschien is dit genoeg om hem in het Witte Huis te krijgen, maar iedereen die verwacht dat daar echte verandering op volgt houdt zichzelf voor de gek.
Alex Callinicos is auteur van een groot aantal boeken, waaronder The New Mandarins of American Power