Nulnummer Jacobin is een verademing, maar mist scherpte

Ongeveer een jaar na de aankondiging van een Nederlandse versie van het Amerikaanse tijdschrift Jacobin, ligt er nu een eerste nulnummer. Jacobin Nederland is een welkome toevoeging aan het nogal dorre debat op links. Maar de politieke signatuur die onder de oppervlakte sluimert, baart voor revolutionairen enige zorgen.
15 januari 2024

IDe Socialist #351 van begin dit jaar interviewden we op deze pagina’s de hoofdredacteur van Jacobin Nederland, Hannah van Binsbergen. Zij stelde in dat interview dat de redacteurs en medewerkers van haar blad divers zijn wat betreft ideologische positionering, van jongeren uit ROOD en klimaatactivisten tot links-libertariërs en academische marxisten: ‘[V]anuit de relatief onderontwikkelde staat van het socialisme in Nederland heeft het geen zin om dogmatisch te zijn – dan snappen de meeste mensen niet waar je het in godsnaam over hebt.’

Wie door het nulnummer bladert, ziet naast de strakke vormgeving inderdaad die enorme verscheidenheid langskomen. In het dubbeldikke nummer zien we onder andere een stuk over het klimaatbeleid van Cuba, over socialistische architectuur, over het abc van staken en een bordspel.

Ondanks dat Jacobin Nederland niet onder redactionele invloed van de Amerikaanse organisatie staat, zijn er duidelijke politieke overeenkomsten te zien. Een groeiende stroming op links, met Jacobin voorop, wordt geïnspireerd door de Duitse sociaaldemocraat Karl Kautsky (1854- 1938). Kautsky vatte zijn positie in 1912 duidelijk samen: zijn doel was ‘de verovering van de staatsmacht door de verovering van een meerderheid in het parlement (…) Zeker niet de vernietiging van de staatsmacht.’ Kautsky wilde dus geen breuk met het kapitalisme, maar een verdere integratie tussen links en het systeem.

Strategisch perspectief

We zien in het nulnummer dat in een essentieel stuk – over het vraagstuk hoe we bij het socialisme terechtkomen – dezelfde hervormingspolitiek in een revolutionair jasje wordt gebezigd. ‘In ons strategisch perspectief,’ schrijft de Amerikaanse academicus Vivek Chibber, ‘moeten we het belang van een revolutionaire breuk relativeren en kiezen voor een meer geleidelijke aanpak. (…) Dit houdt een combinatie in van een electorale en een mobiliserende politiek.’ En verderop, in een weinig hoopvolle conclusie: ‘Hoe ver we de markt terugdringen, hangt in grote mate af van praktische vragen over wat haalbaar is en wat niet.’

Maar ook in de stukken die niet uit de VS zijn gehaald, zien we eenzelfde soort politiek. Mede-initiatiefnemer Merijn Oudenampsen weet in zijn bijdrage de PvdA’er Joop den Uyl, premier tussen 1973-1977, met enige nostalgie en nog meer fantasie tot ecosocialist te bombarderen. En vlak voor de verkiezingen riep Jacobin Nederland op haar website op om op PvdA-GroenLinks te stemmen.

Redacteur Thijs Kleinpaste beweert in dat stuk dat onze beste keuze een relatief grote centrumlinkse partij zou zijn, omdat we die dan vervolgens naar links zouden kunnen trekken. Het is dezelfde naïeve politiek, ‘democratisch socialisme’ geheten, die activisten heeft verleid al hun hoop op de Amerikaanse Democratische Partij of de Britse Labour Party te vestigen – om in beide gevallen bedrogen uit te komen.

Jacobin Nederland is een verademing voor het debat op links. Het blad publiceert talloze interessante stukken die alledaagse, bekende onderwerpen aansnijden vanuit een links en kritisch perspectief. Dat kunnen we goed gebruiken. Wat we helemaal goed kunnen gebruiken is perspectief op revolutie, maar als het daarop aankomt, schiet Jacobin Nederland tekort.