Nordrhein-Westphalen: kiezers wijzen regering-Merkel af
Door Freek Blauwhof, Berlijn
Het verkiezingsresultaat Nordrhein-Westphalen was een spectaculair verlies voor het christen-democratische CDU (van 34% naar 26%), winst voor de sociaal-democratische SPD (35% naar 39%) en de Piratenpartij (vanuit het niets naar 8%). De SPD en de Groenen (11%) zetten samen de deelstaatsregering voort.
Uitgerekend deze verkiezingen verklaarde de lijsttrekker van het CDU, bondsminister Norbert Röttgen, tot een referendum over de bezuinigingspolitiek in Europa. Tegelijkertijd deed bondskanselier Merkel actief mee in de verkiezingscampagne van bondgenoot Sarkozy. De SPD van zittende minister-president Kraft is het gelukt zich links te profileren, waarop de landelijke SPD reageerde door plotseling meer stimulering te eisen voor de Duitse economie, in ruil voor steun voor Merkels begrotingsregels.
In grote delen van Duitsland groeit de onvrede met de bestaande politiek. Dit blijkt uit een reeks van nederlagen in de deelstaatverkiezingen voor het CDU en de liberale FDP, en de snelle groei van nieuwe partijen als die Linke en nu ook de Piratenpartij. Sinds de jaren tachtig daalt de opkomst voor de bondsverkiezingen (van 91% in 1976 naar 71% in 2009). De kloof groeit tussen politici en gewone mensen, wat in Duitsland Politikverdrossenheit genoemd wordt.
Het Duitse succesverhaal
Deze onvrede heeft duidelijke materiële oorzaken. Als enig land in Europa heeft Duitsland nog helemaal geen minimumloon. Op de arbeidsmarkt stijgt het aanbod van tijdelijke contracten, werk zonder sociale zekerheid, en de zogenaamde 400-euro-banen. Vaste contracten met pensioen en ziektekostenverzekering worden schaarser. De voorwaarden voor uitkeringen zijn verscherpt en de uitkeringen zijn verlaagd.
Deze afbraakpolitiek is niet alleen door het CDU en de FDP gevoerd. Juist de bondsregering-Schröder van SPD en Groenen is daarvoor nog het meest verantwoordelijk. Schröders neoliberale Agenda 2010 omvatte een pakket van maatregelen die de lonen en uitkeringen moesten drukken. Daardoor zijn de lonen in Duitsland amper gestegen sinds het eind van de jaren tachtig.
Nu moet het Duitse ‘succesverhaal’ van export door lage lonen in andere Europese landen worden herhaald, zelfs nu markten voor exportgoederen in recordtempo opdrogen. Dat Schröder en Fischer (Groenen) na hun regeringstermijn direct naar het bedrijfsleven zijn overgestapt, nemen kiezers hen ook niet bepaald in dank af.
In tegenstelling tot Nederland heeft de onvrede zich in Duitsland nog niet geuit in grote verkiezingswinsten voor nieuwe extreemrechtse partijen. Proteststemmen gaan eerder naar die Linke, direct na de kernramp in Fukushima naar de Groenen, en op het moment vooral naar de Piraten. Dit duidt op een diffuse linkse stemming onder de bevolking.
Links profileren
Toch blijkt het mogelijk voor de SPD om, zelfs in deelstaten waar de partij de grootste coalitiepartner is, verkiezingen te winnen door zich links te profileren. In Nordrhein-Westphalen heeft het afschaffen van het collegegeld en het invoeren van gratis openbaar vervoer voor studenten SPD-minister-president Kraft zeer populair gemaakt. Krafts verkiezingsoverwinning heeft vervolgens weer vertrouwen aan de linkervleugel van de landelijke SPD gegeven.
De rol van protestpartij, die een paar jaar geleden nog uitsluitend door die Linke werd bezet, is nu grotendeels door de Piraten overgenomen. Deze partij kan het best worden gekarakteriseerd als een reactie tegen de eentonigheid en het gebrek aan transparantie in de gevestigde politiek. Hoewel de partij er zelf nog niet over uit is, lijkt ze met verkiezingsslogans als ‘gratis openbaar vervoer voor iedereen’ en ‘jij bent systeemrelevant’ vooral een links karakter te hebben. Er zijn echter ook tegengestelde signalen. Zo stelt het voorlopige programma van de piratenpartij dat het voorkomen van begrotingstekorten ‘voor ons de hoogste prioriteit heeft’.
De linkse sociaal-democratische die Linke heeft daarentegen duidelijk problemen met de relatieve kracht van de SPD en de concurrentie van de Piraten. In Nordrhein-Westphalen heeft de partij de kiesdrempel van 5% niet gehaald (van 5,6% naar 2,5%). Eerder lukte dit in Sleeswijk-Holstein ook al niet. De uitslag in Nordrhein-Westphalen is een flinke nederlaag, en verscherpt de interne discussie over de richting van de partij en het voorzitterschap dat daarbij hoort.
Degenen die een bewegingsgeoriënteerde, antikapitalistische partij willen, spreken zich veelal uit voor een vernieuwd voorzitterschap van Oskar Lafontaine. De vleugel die inzet op regeringsdeelname, vooral sterk in de voormalige DDR, schuiven nu juist de doodsaaie vicefractievoorzitter Bartsch naar voren.
Regeren – of niet?
In de Duitse media worden dit soort personeelsdiscussies als oorzaak van de zwakte van die Linke aangewezen. Achter de personeelsdiscussies schuilt echter een fundamenteel conflict: wil de partij hoofdzakelijk een activistenorganisatie zijn en bewegingen opbouwen, of wil ze zich permanent voorbereiden op een regering met de SPD, en mogelijk de Groenen?
Dit blijft de grote vraag voor partijen links van de traditionele sociaaldemocratie, en die Linke is geen uitzondering. Een duidelijk antwoord op deze vraag is hard nodig om die Linke uit het slop te halen. In de deelstaten waar de partij met de SPD heeft geregeerd heeft de partij namelijk enorme hoeveelheden stemmen verloren. In Berlijn daalde het aantal stemmen in 10 jaar van 22% naar 12%.
Toch zijn de vooruitzichten voor die Linke niet alleen negatief. Tijdens de landelijke stakingen van afgelopen maart hebben de leden van die Linke een actieve en positieve rol gespeeld in de vakbonden. Ook verklaarde die Linke zich solidair met Occupy, met het protest in Griekenland en heeft opgeroepen tot de blokkade van het bankenkwartier van Frankfurt van 16 tot 19 mei. In Berlijn zijn leden van die Linke een drijvende kracht achter antifascistische acties, Occupy University en het referendum voor de hernationalisering van de energiesector onder democratische controle.
Van de onvrede met de politiek van FDP en CDU profiteren dus op het moment vooral de SPD en de Piraten. Dit leidt tot een situatie waarin coalities van SPD en Groenen of SPD en CDU over het algemeen een meerderheid halen. Alles lijkt er echter op dat de crisis zich in Europa in razend tempo verscherpt. Ook de Duitse export daalt sinds eind 2011 in rap tempo.
Het lijkt er dus op dat een volgende Bondsregering, van welke politieke kleur dan ook, vooral nieuwe bezuinigingen zal gaan doorvoeren. Hoe de Piratenpartij en de kiezers van SPD en Groenen daarop zullen reageren, valt nog te bezien.
- Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
- Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.