‘No-fly zone’ zal Libië niet helpen

Foto: Anti-Kadhafi demonstratie in Mobruk, 14 maart 2011.
De militairen die trouw zijn aan het bewind van Muammar Kadhafi boeken succes. Dit zou de indruk kunnen wekken dat de roep van Westelijke regeringen om een no-fly zone in te stellen gerechtvaardigd is. Sommige mensen in Libië zelf hebben die roep ook gesteund, wat begrijpelijk is gezien het gewelddadige karakter van de contrarevolutie.
Maar Egypte en Tunesië hebben laten zien dat het voor ongetrainde revolutionairen toch mogelijk is om tirannen uit het zadel te wippen die oppermachtig leken te zijn. De strijd in Egypte en Tunesië heeft ook laten zien dat het gevecht om verandering geen gelijkmatige ontwikkeling vertoont. Revolutie is een proces, en dat gaat aan beide zijden gepaard met overwinningen en verliezen.
Kunnen we een no-fly zone steunen zonder interventie door het Westen te steunen?
De heersende klasse en de media in het Westen doen het voorkomen alsof het instellen van een no-fly zone een passieve ingreep is die een einde aan het geweld maakt, en niet een actieve militaire interventie. Maar dat is niet waar. Om controle te krijgen over het luchtruim zullen buitenlandse mogendheden militaire doelen moeten bombarderen die een bedreiging voor hen vormen.
Op veel van Kadhafi’s bolwerken en legerbases worden revolutionairen gevangen gehouden en andere burgers die door de troepen van de dictator zijn gearresteerd. Als die gebombardeerd worden, dan leidt dat tot de dood van onschuldige burgers. Je hoeft maar te kijken naar de bezetting van Afghanistan om te zien hoe vaak Amerikaanse en Britse zoektochten naar ‘militaire doelen’ hebben geleid tot het bombarderen van bruiloften en begrafenissen.
Waarom is het schadelijk als buitenlandse troepen meehelpen om Kadhafi te verslaan?
Het Westen heeft geen onbaatzuchtige doelstellingen. Het wil de toegang tot olie zeker stellen, handelscontracten onder een nieuw regiem beschermen en er zeker van zijn dat hun economische macht in de regio niet wordt bedreigd. De imperialisten hebben een deel van hun invloed in Egypte en Tunesië verloren. Ze zien Libië als een kans om hun overwicht in de regio veilig te stellen. Sommigen zien het Westen als een macht die naar het goede streeft: gematigdheid en ‘democratie’.
Maar de revoluties hebben de westerse hypocrisie blootgelegd. In Egypte werden revolutionairen bestookt met traangasgranaten waar ‘Made in the USA’ op stond. De bommen en kogels die neerregenen op de Libische opstandelingen zijn door westerse regeringen aan Kadhafi verkocht. De imperialisten bewapenen iedereen van wie ze denken dat ze hun belangen zullen beschermen en het vrije markt kapitalisme zullen steunen.
De geschiedenis laat zien dat telkens wanneer een deur op een kier gezet wordt voor Westerse mogendheden, ze die intrappen en vervolgens weigeren weg te gaan. In de jaren voorafgaand aan de invasie van Irak in 2003 handhaafden westerse machten een no-fly zone boven het land en bombardeerden ze herhaaldelijk militaire doelen. Irakese Koerden vroegen om westerse interventie, maar toen het geweld van de bezetting escaleerde, werden ze vermoord door bezettingstroepen van de VS, samen met andere Irakezen.
Toch hebben sommige westerse leiders de revolutionaire regering van Libië erkend.
De leiders in het Westen zijn verdeeld over de beste manier om op te treden en over de vraag welke krachten te erkennen. Maar ze zijn verenigd in hun gezamenlijk belang om de controle in Libië en de rest van de regio te handhaven en uit te breiden. Voordat de Europese Unie (EU) de revolutionaire interim-raad wilde ontmoeten, moest deze beloven om de oliecontracten te handhaven die onder de dictatuur van Kadhafi waren afgesloten.
De VS en hun vrienden in de EU verlenen al steun aan sommige figuren die betrokken waren bij het regime van Kadhafi en die nu beweren in te zijn voor ‘verandering’. Het Westen is eveneens bereid om te onderhandelen met Kadhafi. Het is bereid te accepteren dat het land verdeeld wordt in een westelijk en een oostelijk deel, zolang als de olietoevoer intact blijft. Dat betekent dat Kadhafi zijn barbaarse heerschappij over ‘zijn’ deel van de bevolking zou kunnen blijven uitoefenen.
Betekent dit niet gewoon dat je de Libiërs aan hun lot overlaat terwijl je de mond vol hebt over solidariteit?
Als je solidair bent met de revolutie, dan moet je je verzetten tegen elke kracht die die revolutie in gevaar brengt. Het is begrijpelijk dat mensen in Libië om hulp vragen als ze aangevallen worden. Maar zoals de overwinning van Hezbollah over Israël in 2006 liet zien: het verzet kan op eigen houtje winnen, zonder een beroep te doen op de luchtmacht van een andere vijand. Revolutie betekent dat gewone mensen zelf hun lot bepalen. De Libiërs staan er niet alleen voor: de Egyptische en Tunesische revoluties zijn naast de deur, en ze worden omringd door opstanden en verzet.
Als de VS echt zou willen dat de revolutie slaagde, dan zouden ze Kadhafi’s bevroren tegoeden doorsluizen aan de interim-regering. Maar de VS koestert een fundamentele angst voor de macht van het volk. Deze macht is een bedreiging van de Amerikaanse grip op de wereld. Deze revoluties zijn niet louter een gevecht tegen dictators, ze zijn een gevecht tegen dictators die door het Westen zijn gesteund. De enige manier voor de mensen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en de rest van de wereld om gerechtigheid te krijgen is om de boeien van het imperialisme af te schudden en als een klasse, dus als gewone mensen, in het geweer te komen tegen heersers van alle landen die pogen om de massa te onderdrukken en uit te buiten.