Nieuwe Body Count: relevant en tegenstrijdig
Door Sjerp van Wouden
Body Counts Bloodlust trekt de band uit de schaduw waar hij in zat. De band is weer relevant. ‘Muziek komt voort uit een omgeving’, zei zanger Ice-T. In meerdere opzichten is dit een serieuzer Body Count-album dan de vorige. Met ‘No Lives Matter’ maken ze een krachtig nummer en plaatsen ze zich midden in een actuele politieke discussie. De band kent ondertussen flinke tegenstrijdigheden. Hoe die te verklaren?
‘No Lives Matter’ is de eerste single van Bloodlust. Sommigen beantwoorden ‘black lives matter’ met ‘all lives matter’. Ice-T snoert hen in een krachtige introducerende preek de mond. Maar waar Body Count eerder nog zei ‘Racisme is hét grootste probleem op aarde’, zeggen ze nu dat het dieper ligt, namelijk bij armoede. In ‘No Lives Matter’ gaan ze op intelligente wijze de discussie hierover aan. Politieke metal is weinig nieuws; actuele, relevante politieke metal is wel uniek.
‘Het is niet alleen zwart’, zegt Body Count. ‘Het is ook geel, bruin, rood, iedereen zonder poen, witten die tokkies genoemd worden. Maar als wij nu door zouden hebben dat we allemaal aan dezelfde kant staan, dan zijn zij nergens meer. Juist onze verdeeldheid geeft hun macht. Dus trap niet in de val: racisme is echt, maar is niet hét punt. Ze pakken iedereen die niet terug kan vechten. Dat is wat we nu gaan veranderen. Van de armen doet geen enkel leven ertoe.’
Body Count is een zich ontwikkelende band. Muzikale kwaliteiten waren nooit hun grootste verkooppunt.
De band herrees in 2014 met Manslaughter. Juan ‘of the dead’ Garcia (Evil Dead, Agent Steel) speelt de tweede gitaar en Will Putney is nu producent. De band is er flink op vooruit gegaan. Garcia is een gevierd metalgitarist. Putney is een uitstekende producent, ervaren met relatief gladde metal. Sommige recensenten missen de muzikale rauwheid van vroeger. De Cubaanse Garcia en de Joodse Putney voegen ook meer kleur toe aan de band.
De band blijft racisme in hun nummers aanklagen. Hun muzikale groei versterkt de boodschap. ‘Black Hoodie’ is een uitstekend nummer, geschikt om op te dansen, mits je van de moshpit houdt. Over het springende ritme heen neemt Ice-T je mee naar een politiemoord op een zwarte man. Dit is verhalen vertellen. De Body Count van 1992 had dit nummer niet zo goed kunnen brengen.
Gangsterrap
Bendecultuur en achterbuurtverheerlijking blijft de band ook op de hak nemen. In ‘This is Why We Ride’ geven ze ook een antwoord op het waarom van de bendecultuur en leggen dat ferm neer bij sociale omstandigheden. Wie Body Count een kans geeft kan erdoor geraakt worden.
Sinds ik ‘You Don’t Know Me’ van Murder 4 Hire uit 2006 hoorde, kan ik gangsterrap niet meer echt waarderen. Het is zijn magie kwijt. Body Count leerde me dat ik dergelijke muziek waardeerde, omdat ik zo fantaseerde deel te nemen aan iets wat helemaal mijn leven niet was. Terwijl wat er bezongen wordt in die muziek ook nog verschrikkelijk is.
Bovenstaande nummers vloeken met ‘The Ski Mask Way’. Hier horen we Body Count weer onkritisch over criminaliteit, wat past bij de legio half grappende pro-criminele nummers op hun andere platen. Ze zijn berucht vanwege ‘Cop Killer’ uit 1992, terwijl Ice-T al jaren op tv een rechtse politieagent speelt. Ze klagen racisme en politiegeweld aan terwijl de persoon Ice-T stelselmatig de racistische politie verdedigt. Ze hebben een seksistische ode aan vrouwen uitgebracht genaamd ‘Bitch in the Pit’.
De brij tegenstrijdigheden wordt erger. Dave Mustaine (Megadeth) draagt bij aan ‘Civil War’ met gitaar en stem. Hij is tegenwoordig een extreem-rechtse christen. Megadeth bracht recent Dystopia uit. Muzikaal geweldig, politiek rampzalig. Mustaine zal geen moeite hebben met de politiek van ‘Civil War’. Dit nummer over een rassenoorlog had minus het woord ‘racisme’ zo op zijn album gepast.
Is de band helemaal oprecht? Nee. Nihilisme heeft er ook mee te maken. Wat Body Count maakt en verkoopt is wat het publiek verwacht. Dat kan omdat
veel metal met veel hiphop deelt dat ze spelen met realiteit en fantasie en de grens daartussen bewust vervagen. Je zou kunnen zeggen: veel hiphoppers kennen getto’s alleen van tv en veel metalheads zijn eigenlijk poeslief.
Wat mensen werkelijk denken en doen komt zelden overeen met hun fantasieën. Hiphop én metal bieden ontsnapping waarin mensen zich te buiten kunnen gaan aan fantasieën over bijvoorbeeld hun afkomst, seksualiteit en maatschappelijke positie. De villabewoner Ice-T wil dat ook en Body Count is een van zijn plekken daarvoor.