Neoliberale belastingpolitiek legde de basis voor koopkrachtcrisis

Foto: EU2017EE Estonian Presidency
Opeenvolgende kabinetten veroorzaken de ene na de andere crisis. Mensen worden in armoede gestort, maar de winsten van grote bedrijven blijven maar stijgen. De enorme scheefgroei wordt mogelijk gemaakt door de neoliberale staat.
29 september 2022

De gevolgen van jarenlang neoliberaal beleid zijn met de huidige crises voor veel mensen direct voelbaar. Bedrijven hebben vrij spel gekregen, lonen blijven achter en sociale voorzieningen zijn uitgekleed. Met de huidige inflatie en stijgende gasprijzen komen veel werkende mensen in de problemen. Het is daarom belangrijk om te weten hoe de neoliberale staat deze ongelijkheid direct mogelijk maakt.

Belastingparadijs

Naast het feit dat de neoliberale staat arbeidsrechten afbreekt en bedrijven de vrije ruimte geeft om ten koste van alles de winsten te vergroten, geeft ze deze grote bedrijven ook nog extra cadeautjes via belastingverlaging. Onder het mom van ‘lastenverlichting’ – wat aantrekkelijk klinkt – zijn de belastingtarieven voor bedrijven verlaagd. In 2002 was de vennootschapsbelasting – de belasting op winst – nog 35 procent. Inmiddels wordt over de eerste vier ton winst nog slechts 15 procent geheven. Voor alles daarboven is het tarief 25,8 procent. Het hoogste tarief van de erfbelasting is inmiddels verlaagd van 68 procent in 2008 tot 40 procent nu. Daarnaast is het inmiddels algemeen bekend dat Nederland een veilige haven is voor (internationale) belastingontduikers.

Dit belastingparadijs voor de rijken bestond niet altijd. Voor de hervormingen waren de belastingtarieven voor bedrijven vrij hoog. In 1983 was de vennootschapsbelasting nog 48 procent. In de jaren 50 waren vennootschapsbelastingtarieven van 90 procent in sommige gevallen niet ongewoon. Ook waren er voorheen veel meer progressieve belastingen. Opeenvolgende regeringen wilden die versimpelen, wat betekent dat er nu nog maar twee schalen zijn. Hierdoor kan het zijn dat mensen die net dubbel modaal verdienen hetzelfde percentage inkomstenbelasting betalen als de allerrijksten. Tegelijkertijd zijn vooral de belastingen verhoogd die werkende mensen disproportioneel raken. Zo is het BTWtarief recentelijk verhoogd naar 21 procent en worden de accijnzen ook regelmatig verhoogd. Dit laat zien dat de neoliberale staat de belastingdruk verplaatst van de rijken naar werkenden.

Scheefgroei

Bedrijven hoeven dus steeds minder belasting te betalen, maar frauderen vaak ook nog eens. Dat de grote bedrijven eigenlijk het meest frauderen met zowel belastingontduiking als het overtreden van arbeidsrechten moet geen verrassing meer zijn.

De meer dan tienduizend brievenbusfirma’s die in Nederland gevestigd zijn genieten hier van de mogelijkheden om creatief te boekhouden. Wereldwijd lopen landen in het mondiale Zuiden door dit soort belastingontduiking meer dan honderd miljard euro mis. In juli werd in een onderzoeksrapport over ‘opmerkelijke’ belastingconstructies gewaarschuwd voor fraude die miljonairs plegen door belastingvrij geld weg te sluizen naar ‘goede doelen’. Door een stichting op te richten voor bijvoorbeeld het beheer van hun eigen landgoed of kunstcollectie en daar belastingvrij aan te schenken, betalen de superrijken minder belasting. De belastingdienst gaf toe dat er nauwelijks toezicht is op dit soort constructies omdat de toezichthouders daar niet aan toekomen.

Het is dan ook extra wrang dat bij het toeslagenschandaal duidelijk wordt dat de staat het vooral voorzien heeft op mensen met een kleine portemonnee en mensen van kleur. In september werd dit nogmaals bevestigd. Het College voor de Rechten van de Mens analyseerde alle aanvragen voor kinderopvangtoeslag tussen 2014 en 2018 en concludeerde dat het speciale fraudeteam van de Belastingdienst veel meer mensen van niet-Nederlandse afkomst op een lijst met verdachten zette: maar liefst 96 procent. Het College concludeerde dat hier sprake is van discriminatie.

Armoede

Belastingverlaging voor de rijken is hand in hand gegaan met bezuinigingen op sociale voorzieningen, zoals het onderwijs, zorg en volkshuisvesting. In het huidige tijdperk van crises heeft dit directe gevolgen voor mensen die het minder breed hebben. De inflatie en de stijgende gasprijzen zijn voor veel mensen een acuut probleem. Door jarenlange afbraak is de positie van bijvoorbeeld mensen in de bijstand al enorm verslechterd en hebben mensen die daar net boven zitten geen buffer kunnen opbouwen. Dat een beperkte groep mensen wel aanspraak kan maken op een energietoelage is een druppel op de gloeiende plaat. Naast de stijgende energieprijzen werkt de inflatie ook door in de supermarktprijzen, die nog harder stijgen dan het inflatiepercentage. Ook is het de vraag wat de inflatie gaat betekenen voor de jaarlijkse huurverhoging, aangezien die normaal gesproken wordt afgeleid van het inflatiepercentage.

De crises vragen om een terugkeer van sterke sociale voorzieningen en progressieve en zwaardere belastingen voor de rijken. Maar uitbuiting van mens en natuur onder het kapitalisme zal niet stoppen als we de rijken eerlijk zouden belasten en de afgebroken sociale voorzieningen zouden terugbrengen. Het zou op korte termijn echter wel bijdragen aan een oplossing. De klimaatcrisis en stikstoframp vragen bijvoorbeeld om grote investeringen vanuit de overheid. Bovendien kan er dan echte lastenverlichting komen voor de lagere inkomens, die het door de opeenstapeling van crises van het neoliberalisme niet meer redden.