'Nee, wij gaan de crisis niet betalen!'

Door Frederik Vrijman
De demonstratie begon op het Plein, waar eerst verschillende sprekers het woord kregen. Zo maakte publicist André Klukhuhn, die dertig jaar lang aan de Universiteit Utrecht voor Studium Generale werkte, duidelijk dat de verworven rechten niet bepaald uit de lucht zijn komen vallen. Hij benadrukte hoe belangrijk het is om vandaag aanwezig te zijn, en te strijden voor toegankelijk onderwijs. Het recht op onderwijs is een belangrijke factor voor een geëmancipeerde bevolking. Klukhuhn stelde de vercommercialisering van het onderwijs aan de kaak, en de steeds zichtbaarder gevolgen hiervan. Het onderwijs, dat ook objectief onderzoek zou moeten garanderen, is gedegradeerd tot een stelsel van leerfabrieken, waarin rendementsdenken vrij baan heeft gekregen.
Tweede Kamerlid Boris van der Ham (D’66) onderstreepte het belang van ‘investeren in het onderwijs’, waarbij studenten de omgeving geboden moet worden om zich tijdens hun studie ook maatschappelijk in te zetten. Dit statement wordt echter flink ondermijnd in geloofwaardigheid omdat D’66 wel instemt met het afschaffen van de studiefinanciering. Daarbij werpt de boete van 3000 euro een drempel op voor studenten om zich bezig te houden met activiteiten naast hun studie. Ook maakt de boete het moeilijker voor armere jongeren om een studie te beginnen. Dat staatssecretaris Zijlstra nog altijd weigert om af te zien van de bezuinigingsplannen, betekent dat het kabinet ongevoelig is voor dit soort argumenten.
Na de speeches begon de demonstratie door het centrum van Den Haag. De woede onder de studenten kwam duidelijk naar voren. Er echoden leuzen als ‘Oprutte, oprutte!’ tegen de muren van het Binnenhof. Ook ‘Nee, wij gaan de crisis niet betalen’ werd luidruchtig door alle demonstranten meegeroepen.
Toen de studenten aan het eind van de optocht langs het pand van de Vereniging van Samenwerkende Nederlandse Universiteiten (VSNU) liepen, staken een aantal medewerkers een poster naar buiten met de boodschap dat ze willen investeren in het onderwijs. Dezelfde VSNU wil de bezuinigingen op de studenten afschuiven om de universiteiten te ontzien, en er klonk dan ook luid boegeroep.
De demonstratie was met honderden deelnemers een succes, maar zeker niet voldoende om de plannen van het kabinet van tafel te vegen. Tijdens de afsluiting maakte Jeroen van der Starre, een van de organisatoren van de demonstratie, duidelijk dat we daarvoor een langer actietraject en massalere acties nodig hebben. Om die reden riep hij studenten op om zich te verenigen in comités om de strijd, lokaal en landelijk, verder op te voeren. De solidariteit naar andere groepen in de maatschappij die geraakt worden door de bezuinigingen is belangrijk voor vervolgacties. Door ons niet tegen elkaar te laten uitspelen staan we sterker tegen de regeringsplannen. Zo krijgen we meer mensen op de been, en bouwen we aan een breder draagvlak voor de protesten die komen gaan.