Nederlands konvooi klaar voor hulp aan Gaza, maar minister wil vertrek dwarsbomen
Foto: Palestijnen staan bij de vernielde motor van Muhammad al-Najjar die omkwam bij een Israëlische luchtaanval op 11 januari
Door John van Mullem
De eerste militaire actie door Israël vond plaats op 5 januari toen de luchtmacht aanvallen uitvoerde in het zuiden van Gaza. Dezelfde dag werden er twee burgers doodgeschoten omdat ze de grens met Israël wilden oversteken. Vervolgens werd op 10 januari een 65-jarige man zonder enige aanleiding doodgeschoten door een sluipschutter terwijl hij op zijn land aan het werk was.
Op 11 januari werden er twee gebieden bestookt door de Israëlische luchtmacht. Hierbij vielen wonderbaarlijk genoeg geen slachtoffers. Dit geluk had motorrijder Muhammad al-Najjar (25) echter niet. Hij werd dezelfde dag aangevallen door Israëlische straaljagers. Hij overleefde de aanval niet en een omstander raakte bij de aanval gewond. Op 12 januari voerde de luchtmacht nog eens twee bombardementen uit.
De dagelijkse angst van de Palestijnen voor meer luchtaanvallen en liquidaties wordt steeds meer gevoed, sinds de bekendmaking door WikiLeaks van documenten waarin Israël zich zegt op te maken voor een nieuw grondoffensief. De angst voor zo’n offensief is terecht. Bij de laatste grootscheepse aanval rond de jaarwisseling van 2008-2009 kwamen er ruim 1400 Palestijnen om het leven. Van de daartoe behorende duizend burgerslachtoffers was 57 procent kind.
Economisch embargo
Het is echter niet alleen de angst voor geweld waar de Palestijnen dagelijks mee moeten leven. Door het economische embargo dat Israël in 2007 heeft ingesteld, leeft het merendeel van de bevolking van Gaza in bittere armoede. Onlangs bleek uit andere door WikiLeaks gelekte documenten dat Israël Gaza doelbewust op het randje van de economische afgrond houdt.
In een in december verschenen rapport van de Palestinian Centre for Human Rights (PCHR) wordt Israël ervan beschuldigd met de blokkade van Gaza een collectieve straf uit te voeren op de Palestijnse bevolking. Israël zou hiermee het internationaal recht overtreden. Dit geeft de internationale gemeenschap volgens de PCHR het recht om in te grijpen. Door het achterwegen blijven van actie, is de internationale gemeenschap volgens dit rapport eveneens schuldig aan het lijden van de Palestijnen.
Maar dat wat internationale regeringsleiders nalaten om te doen, gebeurt wel van onderaf. Een klein lichtpuntje in het nieuwe jaar voor de Palestijnen is dat het humanitaire hulpkonvooi ‘Azië naar Gaza’ op 3 januari is aangekomen. Het gebeurt zeer zelden dat een hulpkonvooi Gaza bereikt. Zo werd enkele dagen later een Brits hulpkonvooi door de Egyptische staat tegengehouden toen zij ook de grens wilde oversteken. Pro-Palestina activisten laten zich door deze tegenslagen echter niet uit het veld slaan. Er worden wereldwijd diverse initiatieven genomen om hulpgoederen naar Gaza te blijven sturen.
Nederlands hulpkonvooi
Dit voorjaar zal ook een Nederlands konvooi zich aansluiten. De Nederlandse regering lijkt hier nu al grote problemen mee te hebben. Bij de aanval op de Gazavloot vorig jaar weigerde toenmalig minister van Buitenlandse Zaken Verhagen de moorddadige actie van Israël te veroordelen. Nu maakt de nieuwe minister Uri Rosenthal al kenbaar dat hij geen voorstander is van het Nederlands initiatief om zich bij een hulpkonvooi aan te sluiten.
Rosenthal wil onderzoeken of de ondersteunende organisaties van het konvooi subsidie krijgen van de staat, om op deze wijze de organisaties te kunnen dwarsbomen. Onlangs heeft hij ook geprobeerd hierover een pittig gesprek te voeren met de maatschappelijke organisatie ICCO wegens de financiering van de website Electronic Intifada. Volgens Rosenthal ondermijnt ICCO door haar steun aan Electronic Intifada het kabinetsbeleid omdat er op de site een oproep staat tot een boycot van Israël.
Terecht weigert ICCO te buigen voor het dreigement van de minister: ‘Sinds 2005 roepen meer dan 170 Palestijnse en enkele Israëlische organisaties op tot boycot, desinvestering en sancties tegen het Israëlische beleid. Doel is dat Israël zich houdt aan het internationaal recht en de mensenrechten. Omdat de bezetting van de Palestijnse gebieden voortduurt, is deze druk gerechtvaardigd’, stelt de organisatie in een verklaring. Volgens ICCO is het een goed gebruik dat maatschappelijke organisaties hun eigen beslissingen nemen.