Nederige dienaars van het grote kapitaal
Door Jeroen van der Starre
Aanvankelijk ontkende alle regeringswoordvoerders dat deze memo’s überhaupt bestonden. Daarbij had geen van de betrokkenen enige herinnering van de betreffende memo’s en waren deze bovendien van geen enkel belang geweest voor hun besluit om grootaandeelhouders te verrijken. Zo beweerde Wiebes de stukken nooit te hebben gezien, maar blijkt hij deze nota bene deels zelf te hebben geschreven. Rutte nam de stukken ter hand om zijn coalitiepartners aan boord te krijgen van de miljardensubsidie.
Zelfs de godvrezende christen Gert-Jan Segers zwoer ‘met de hand op zijn hart’ dat hij er allemaal niets van had geweten en bevestigde hiermee het Bijbelse gezegde dat ‘niemand twee heren [kan] dienen.’ Ook voor de leider van de ChristenUnie is het kapitaal het allerhoogste.
Multinationals
De stukken die nu naar buiten zijn gebracht laten zien dat het kabinet met dit besluit zelfs in ging tegen de expliciete adviezen van ambtenaren van het Ministerie van Financiën. Deze stelden dat ‘de conclusie dat de afschaffing van de dividendbelasting gunstig is voor het vestigingsklimaat niet getrokken kan worden.’
Ook waarschuwden zij dat afschaffing vooral in het belang zou werken van belastingontwijkers die Nederland als ‘doorsluisland’ zouden willen gebruiken. Dit laat zien hoe weinig serieus de aankondiging van staatssecretaris Snel was om belastingontwijking te zullen bestrijden. In februari zei hij nog dat hij belastingconstructies die gebruikt worden om belasting te ontwijken zou afsluiten.
In werkelijkheid was er maar één reden om de belasting af te schaffen en dat is omdat Nederlandse multinationals – bovenal Shell en Unilever – het graag wilden. Richting Shell was het een compensatie voor het stoppen van de lucratieve gaswinning in Groningen; richting Unilever een middel om het hoofdkantoor in Rotterdam te houden.
Belastingvoordeel
De afschaffing van de dividendbelasting is maar een onderdeel van een veel groter pakket aan belastingvoordelen voor het kapitaal. Het kabinet is namelijk ook van plan om de vennootschapsbelasting met maar liefst 4 procent te verlagen. Dat komt neer op een subsidie van nog eens 3,3 miljard euro. Hierbij moet worden opgemerkt dat de grote bedrijven zich helemaal niets hoeven aan te trekken van officiële belastingtarieven – deze bedrijven kunnen door middel van zogenaamde rulings veel lagere tarieven bedingen bij de belastingdienst. Grote bedrijven staan fiscaal gezien letterlijk boven de wet.
Terwijl het kabinet kosten noch moeite bespaart en zelfs zijn geloofwaardigheid op het spel zet om de zelfverrijking van de allerrijksten te faciliteren, beweert het dat er geen geld is voor salarissen en voldoende banen in het basisonderwijs, voor het terugdraaien van de bezuinigingen op de zorg of voor investeringen in bijvoorbeeld het OV om de uitstoot van broeikasgassen tegen te gaan.
Maar misschien belangrijker is dat het kabinet er vol op inzet om de positie van werkende mensen structureel verder te verzakken ten opzichte van de werkgevers. Zo wil het kabinet loondispensatie invoeren voor werkgevers die Wajongers in dienst nemen. Dat wil zeggen dat zij onder het minimumloon betaald mogen worden. Dit is een doorzichtige poging om arbeidsbeperkten – die zich moeilijk kunnen verdedigen – als breekijzer in te zetten om het wettelijk minimumloon te ondermijnen.
Flex
Vorige maand kondigde Minister Koolmees van Sociale Zaken aan dat hij werkt aan de Wet Arbeidsmarkt in Balans (WAB). Volgens Koolmees is deze wet bedoeld om flexwerk terug te dringen. Nederland staat aan de Europese top als het gaat om precair werk: de afgelopen 15 jaar steeg het aantal flexwerkers met zo’n 850.000 naar 2 miljoen. Alleen in Slowakije groeit het aantal flexwerkers sneller. In Nederland is 21,7 procent van de beroepsbevolking flexwerker, alleen in Spanje is dat aandeel groter, daar gaat het om 24 procent.
Maar de WAB doet in werkelijkheid helemaal niets om flexwerk terug te dringen. Het is vooral een aanval ap vaste contracten. Koolmees wil het makkelijker maken om mensen met een vast contract te ontslaan – ook als niet volledig wordt voldaan aan een van de acht ontslaggronden moet ontslag mogelijk worden. Daarbij wil Koolmees de maximale duur van de proeftijd verhogen van een of twee maanden (afhankelijk van het contract) naar een halfjaar.
Werkgevers moeten ook weer de mogelijkheid krijgen om drie jaar achtereen tijdelijke contracten aan te gaan en voor seizoenswerk geldt dat werknemers nog maar drie maanden uit dienst hoeven zijn voordat de werkgever ze opnieuw in tijdelijke dienst mag nemen. Voor seizoenswerkers betekent dat dus dat zij überhaupt niet in aanmerking zullen komen voor een vaste aanstelling als de baas dat niet wil.
Deze plannen ondermijnen de positie van werkenden ten opzichte van hun bazen. Mensen met een tijdelijk contract denken wel twee keer na voordat ze eisen stellen of actie voeren. Als ook vaste krachten – zoals Koolmees wil – straks om triviale redenen ontslagen kunnen worden zal hetzelfde ook voor hen gelden. Dit maakt werkenden kwetsbaarder voor intimidatie door managers en verzwakt hun positie bij cao-onderhandelingen en in de polder.
Dat is precies de bedoeling van dit plan en de rode lijn in het beleid van Rutte-III. Dat het kabinet het zelfvertrouwen heeft voor deze nieuwe reeks aanvallen heeft alles te maken met het feit dat links en de vakbeweging geen noemenswaardig verzet organiseerde tegen de aanvallen van eerdere kabinetten. De demonstratie op de Dag van de Arbeid, aankomende dinsdag, zou het beginpunt moeten zijn om onze krachten te bundelen en om het door de FNV aangekondigde Offensief handen en voeten te geven.
Sluit je dinsdag aan bij de 1 Mei demonstratie van de FNV in Den Haag.