Na miljardensteun komt het bedrijfsleven met oorlogsverklaring op arbeidsvoorwaarden

Supermarktpersoneel in actie voor een fatsoenlijke cao met 5 procent loonsverhoging, Leidschendam 10 december 2020 (foto: Twitter / FNV).
Begin februari kondigden de werkgevers hun inzet aan voor de cao-onderhandelingen in het komende jaar. Na eerst met miljarden euro’s belastinggeld gesubsidieerd te zijn, grijpen bedrijven de coronacrisis aan om werkenden op de nullijn te zetten en zware verslechteringen van de  secundaire arbeidsvoorwaarden te eisen.
11 februari 2021

MKB-Nederland, VNO-NCW en AWVN gaan met een gestrekt been de cao-onderhandelingen met de vakbonden in. Dat blijkt uit hun arbeidsvoorwaardennota waarin ze hun inzet in de onderhandelingen uiteenzetten. Op het verlanglijstje van het kapitaal staat niet alleen een maximale loonsverhoging van 1 procent – lager dan de inflatie – maar ook de afbraak van sociale rechten die werkende mensen met strijd eerder hebben afgedwongen.

Vier miljoen werkende mensen zitten vooralsnog op de nullijn omdat hun cao in januari is afgelopen. Komend jaar wordt er over een recordaantal cao’s onderhandeld. In totaal valt driekwart van de werkende mensen onder zo’n cao. Met deze aanval op de lonen, secundaire arbeidsvoorwaarden en zekerheid voor werkende mensen proberen ze de winsten nog verder te vergroten.

Werkende mensen vogelvrij

In het rapport huilen de bedrijven krokodillentranen over de impact van de coronapandemie. Ze schrijven dat ze mensen met flexibele contracten het afgelopen jaar wel moesten ontslaan, omdat het ontslaan van mensen met een vast contract te veel tijd kostte en het eenzijdig aanpassen van hun arbeidsvoorwaarden onmogelijk was. Met andere woorden: als het aan de ‘werkgevers’ had gelegen, waren er het afgelopen jaar nog meer mensen op straat gezet. Zij zullen jaloers hebben gekeken hoe Amerikaanse bedrijven in april, de maand dat de pandemie daar voet aan de grond kreeg, 20 miljoen mensen ontsloegen.

Voor de bazen is werk nooit onzeker genoeg. Dit is waarom ze voorstellen om in meer cao’s een ‘crisisclausule’ op te nemen. Hiermee worden afspraken uit een cao automatisch buiten werking gesteld als de omzet van het bedrijf of sector beneden een bepaald punt komt. In vijf cao’s is dit al vastgelegd en in het rapport verwijzen de bedrijven hiervoor naar het pensioenakkoord. ‘Als we erin zijn geslaagd om pensioen meer mee te laten fluctueren, kunnen we er ook in slagen om lonen meer te fluctueren.’

Zo willen bedrijven eenzijdig en per direct roosterwijzigingen kunnen doorvoeren. Bedrijven willen ook vrijer zijn om mensen afhankelijk van de drukte door het jaar in te zetten. Zij willen ook het ‘dagvenster’, de periode van de dag dat werkende mensen moeten werken, verruimen. Het persoonlijk leven van werkenden moet zo altijd en overal wijken voor de wensen van de baas.

Tot slot willen de bedrijven ook van avond- en weekendtoeslagen en de dertiende maand af. Zij stellen voor om de 13e maand winstafhankelijk te maken, of in sectoren waar dit niet van toepassing is op basis van collectieve en individuele criteria. Dit zou niet alleen een grote bezuiniging zijn voor bedrijven ter waarde van 8,3 procent van het jaarsalaris, waarover ook geen pensioenafdracht betaald hoeft te worden, maar het zou ook kunnen betekenen dat de beloning van de een ten koste gaat van de ander. Hiermee kunnen zij hun personeel makkelijker tegen elkaar uitspelen.

Vakbondswerk van onderaf

Deze aanval op de positie van werkende mensen is schaamteloos, maar het zelfvertrouwen van het bedrijfsleven komt niet uit de lucht vallen. NRC berichtte dat het afgelopen jaar dankzij de miljardensteun vanuit de regering 16 procent minder bedrijven in 2020 failliet gingen dan in 2019. Maar vakbonden kwamen niet in verzet tegen het massale ontslag van flexwerkers of de manier waarop veel bedrijven nog steeds mensen dwingen naar een onveilige werkplek te komen.

De reacties van de vakbonden op de frontale aanval van de werkgevers zijn zwak. Zo denkt FNV-bestuurder Boufangacha bedrijven te kunnen overtuigen met argumenten zoals dat ‘werkgevers niet dezelfde fout [moeten] maken als na de vorige crisis, toen de groei van onzeker werk toenam en de loongroei jarenlang achterbleef.’ Maar het is voor een individueel bedrijf alleen maar logisch om de salarissen te verlagen en secundaire arbeidsvoorwaarden af te pakken.

Die situatie in de supermarkten is hiervoor illustratief. Het afgelopen jaar nam hun omzet met 11 procent toe. Essentiële werkers worden onderbetaald en gaan met gevaar voor eigen leven naar het werk. De supermarkten traineren al een half jaar de onderhandelingen over een nieuwe cao en bieden vooralsnog niets meer dan 1 procent loonsverhoging – maar daarvoor moeten supermarktwerkers wel de zondagstoeslag inleveren!

Vakbondsmacht

Om weerstand te kunnen bieden aan deze nieuwe aanval van de bedrijven, is het nodig om enerzijds eisen naar voren te schuiven die een alternatief vormen voor het geleidelijk inleveren voor de bazen. De door de FNV (rijkelijk laat) naar voren geschoven coronaheffing die zich richt op de grootste profiteurs is daar onderdeel van, maar ook een leefbaar minimumloon van 14 euro en arbeidstijdverkorting met behoud van inkomen.

Hiernaast is het nodig om weer vakbondsmacht op te bouwen op werkplekken. Een loonsverhoging van vijf procent voor supermarktwerkers is niet meer dan terecht, maar kan alleen met strijd afgedwongen worden. De aangekondigde staking is een goed begin. Bedrijven ruiken hun kans om het komend jaar nieuwe stappen te zetten in het ondermijnen van onze positie. Alleen door deze aanval te herkennen voor wat het is en onze organisatiegraad te verhogen, kunnen we de basis leggen om dit tij keren.