Na de hongerstakingen: de loze beloften van het COA

Vorige maand gingen op diverse COA-locaties vluchtelingen in hongerstaking, tegen het voedsel, de omstandigheden in de opvang, en de onzekerheid over hun procedures. Een maand later maakt socialisme.nu een ronde langs de COA-locaties in Amsterdam, Zaandam en Heerhugowaard. Er blijkt vrijwel niets veranderd.
30 mei 2016

De wanhoop onder vluchtelingen bereikte een hoogtepunt toen in februari duidelijk werd dat de start van de asielprocedures geen zes, maar 15 maanden kon gaan duren. Hoewel de IND 50 miljoen extra kreeg toegeschoven, bleef ‘tekort aan capaciteit’ het argument om de vluchtelingen aan het lijntje te houden.

Rechts beantwoordde de grote publieke sympathie voor vluchtelingen met een racistische hetze, die deels succes heeft. In de herfst besloot het kabinet de voorzieningen te ‘versoberen’, wat in de praktijk lijkt te betekenen dat alle eerdere rechten zijn vervallen.

Amsterdam

Bij het gebouw aan de Havenstraat in Amsterdam gingen in april ongeveer 40 vluchtelingen in hongerstaking. Uit protest sliep een deel van hen ook op straat. De autoriteiten zaten in hun maag met deze zichtbare actie. Burgemeester Van der Laan moest onder druk van de gemeenteraad tegen de regering zeggen dat de verlenging van de procedure ‘onwenselijk’ was. Maar hij bagatelliseerde het probleem: ‘Dit is geen zaak van leven of dood.’

Nu zijn de spandoeken en posters verwijderd. Het is van buiten een ‘gewone’, oude gevangenis. We praten daar met Sebastian uit Syrië.

De hongerstaking is beëindigd. Waarom?

We kregen de belofte dat we zouden worden overgeplaatst. Maar dat gold voor de mensen die voor november waren gekomen. Dat waren er 53. Nu zitten hier alleen nog mensen die in november zijn gekomen, 35 mensen in totaal.

Hoe ziet je leven eruit?

Ik leer Nederlands. Soms ga ik naar vrienden. Het is niet leuk om hier te zijn, er zijn geen mensen, er gebeurt ook niks. Het is te saai en je wordt lui als je hier blijft. Soms eet ik ook bij mijn vrienden, want dit eten is geen eten voor mensen.

Sebastian laat kleine verpakkingen kaas, worst en margarine en een half fabrieksbrood zien. Als we het pand later weer uitlopen ligt er zo’n brood op de vuilnisbak. Er is geen koelkast: alle eten dat de vluchtelingen willen bewaren, bederft snel.

En een zwarte doos, rijst met vlees. Hiervan blijf je in leven, je gaat niet dood. Ze begrijpen niet dat mensen zo niet kunnen leven. We zijn mensen, net als jullie. Dit te geven: ‘Dat is genoeg.’ Hoe weet je dat? Wat nou als ik vind van niet?

Ze vertelden me dat je hier vrij bent. Maar zij willen voor mij kiezen. Dat moet je met een dier doen. Een dier kun je voeren: ‘Hier, eet dit!’ Misschien hou ik niet van yoghurt, waarom krijg ik dat dan? Of vlees. Soms krijg ik eten van vrienden, dat ik hier opwarm. Ik wil niet wachten tot ze me eten geven. Ik wil mijn eigen eten kunnen kiezen. Laat me koken in de keuken! ‘Nee, dat mag niet.’

Ik wil een echt leven. Hoelang moet ik daarop wachten? Eén jaar, twee jaar? Dan krijg ik misschien werk, een huis. Daar moet ik op wachten. Maar als ik daar niks aan kan doen, dan wil ik tenminste voor mezelf koken.

En dan kan ik misschien nog een beetje kiezen, maar anderen hebben familie in Syrië. Hoe voelen zij zich, als ze alleen zijn en geen vrienden buiten hebben? Soms vinden ze eten buiten, en als ze teveel honger hebben eten ze dat eten ook. Ze hebben geen keuze.

Elke dag word je verdrietiger. Daarna word je gek. Dan zeggen ze: ‘Kijk, mensen uit Syrië zijn gek! Mensen uit Syrië maken problemen. Ze zijn gevaarlijk.’ Mensen buiten weten niet wat er daarvoor allemaal is gebeurd. Als ze een dag zouden leven als wij, zouden ze doodgaan.

We hebben vaak gevraagd: geef ons werk. Die status maakt nu niet uit, we hebben geld nodig. Ik wil ook actief zijn hier.

Sommige mensen komen voor het eerst in aanraking met vluchtelingen. Ik ging naar de universiteit toe, een groep studenten wilden computerapplicaties maken om vluchtelingen te helpen. Ze hadden veel ideeën, maar ik kon ze er nog veel meer geven, omdat ik vluchteling ben. Zo wilden ze een spel maken om Nederlands te leren. Ik stelde voor om verschillende te maken: een actiespel, een andere die beter is voor vrouwen, je moet ze keus geven. Ze waren helemaal verbaasd, en schreven het allemaal op.

We zijn wel nieuwkomers, maar wij zijn zoals jullie. Ik had een graad in de economie in Syrië. We hadden daar alles, maar we zijn gevlucht omdat het oorlog is.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Zaandam

De COA-locatie in Zaandam bevindt zich op een industrieterrein. Zo kunnen vluchtelingen tegen lage kosten worden weggedouwd, ver van de bewoonde wereld. Begin mei gingen daar volgens de media twee vluchtelingen kortdurend in hongerstaking, met de eis te worden overgeplaatst. Daar loop ik Mo tegen het lijf.

Ik kom uit Eritrea. Ik zit nu zeven maanden in dit kamp. Het is heel ver van alles vandaan. Het eten is niet voldoende. We krijgen helemaal geen geld, geen zakgeld. Ik heb nog nooit met mijn familie gebeld tot nu toe. Ik weet niet hoe het met ze gaat. Het is als een gevangenis. Vandaag ga ik naar een ander kamp.

Gaan ze daar je procedure starten?

Misschien. Ik denk dat het om een gesprek gaat over de procedure. We weten niets over de procedure, hoe lang het zal duren.

Ik heb gehoord dat er mensen in hongerstaking waren.

Misschien. Soms weigeren mensen het eten. We krijgen elke dag rijst, zeven maanden lang. Elke dag. Met wat sneden brood, wat jullie brood noemen. Dat is alles.

Wat doen jullie op het moment om jullie zaak onder de aandacht te brengen?

We doen niets. Het is niet mogelijk, we zijn vluchtelingen zonder status. Daarom zijn we bang. We zijn er gewoon.
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Heerhugowaard

Bij de COA-locatie in Heerhugowaard gingen in april driehonderd vluchtelingen in hongerstaking. Dit is een ‘halfopen’ gevangenis, met een schrijnend tekort aan toiletten, douches, wasgelegenheid – aan alles. De verbouwing die nodig is wordt eindeloos uitgesteld.

Volgens COA-locatiemanager Jeanine Stricker werd de hongerstaking ‘anoniem’ gevoerd, en hadden de bewoners ‘in gesprek’ moeten gaan. Volgens Stricker was het COA van plan geweest om keukens te gaan bouwen, maar waren die plannen gestopt – door de hongerstaking! Hier spreek ik met Wissam en Nizar.

Jullie zitten hier in de gevangenis eigenlijk. Hoe is jullie situatie op het moment?

Wissam: We zitten hier zeven, acht maanden. Het is niet zo goed.

Nizar: We hebben nu twee maanden onze status. Iedereen in het kamp heeft een status. Er zijn maar weinig mensen die wachten, geen ja en geen nee hebben. Iedereen uit Afghanistan wacht al lang. We leven zonder geld.

Wissam: We hebben zakgeld, 12,95 per week.

Nizar: We eten elke dag hetzelfde eten. Sommig personeel van COA is niet echt vriendelijk. De formaliteiten gaan heel langzaam. We hebben een DigiD nodig, sofinummer.

Kunnen jullie koken? Afgelopen maand was er een hongerstaking met mensen die de mogelijkheid eisten om te koken. COA zei toen dat ze van plan waren om keukens te bouwen.

Wissam: Dat was een belofte. Iemand zei dat, maar het was alleen een belofte. Er is niets gebeurd. Twee dagen geleden zei de manager dat ze ons meer geld zal geven. 42 euro per week, en ze geven ons dan geen eten meer. Maar niet koken.

Nizar: We krijgen een zwarte doos, die moet in de magnetron. Dat voedsel eten we al acht maanden. Elke dag zetten we die in de magnetron, en eten. Mijn kinderen en ik, groot, klein, iedereen.

Wissam: De manager loog, tegen de gemeente, de pers en tegen iedereen. Ze zei dat het goed met ons ging. Het COA zou ons toiletartikelen geven en spullen voor de kinderen. Dat hebben ze niet gegeven. Ze zeiden het tegen de gemeente, maar ze logen.

Nizar: We praten niet over het geld voor we een status hadden. Eerst kregen we toiletspullen, zoals shampoo, wc-papier, zeep en tandpasta, luiers. Nadat we een status kregen, krijgen we alleen eten. Geen luiers, geen shampoo, niks. Want we kregen zakgeld.

Wissam: Als iemand naar het ziekenhuis wil en om reiskosten vraagt, zeggen ze: ‘Nee, geen geld. Je krijgt al 12,95.’ Daar moet je dus ook de trein, de dokter en de medicijnen van betalen.

We wonen in een kamer van drie bij drie meter, met vier mensen. Dus we gingen naar de manager en vroegen om een afspraak. Ze zei gewoon nee. Zo vaak, steeds opnieuw: nee. Daarom zijn we in hongerstaking gegaan. Na een week mochten er twaalf mensen komen uit het kamp. Toen we binnenkwamen zei ze: ‘Het kan me niks schelen wat jullie zeggen, ik loog tegen de pers. Ik doe niks.’
Toen iemand iets wilde zeggen, hield ze haar hand voor zijn mond: ‘Shh-sh!’ Hij zei: ‘Raak me niet aan alsjeblieft.’ Toen deed ze het weer. Op het eind zei ze: ‘Kom, iedereen eruit!’

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….

Op alle locaties is er onvrede over het eten: altijd te weinig, altijd magnetronvoer. De belofte van kookgelegenheid op COA-locatie Heerhugowaard is niet waargemaakt. Locatiemanager Stricker loog.

Vluchtelingen hebben veel klachten over de behandeling door het COA-personeel, dat willekeurig is en hard. Als mensen ‘niet beleefd’ zijn kunnen ze de locatie uit gegooid worden. Intimidatie is aan de orde van de dag.

De media schrijven éven over de problemen als de vluchtelingen zelf protesteren, maar daarna is de aandacht gauw weg. Wat dan overblijft is zijn de racistische reaguurders die schrijven dat vluchtelingen maar ‘tevreden’ moeten zijn. Zij vergeten dat hun ouders in de verpleeghuizen inmiddels precies zo worden behandeld.

In januari pleegde een vluchteling uit Irak zelfmoord omdat hij liever terug naar Bagdad wilde, maar zijn paspoort niet terug kreeg. In Zaandam probeerde een Syrische vluchteling zichzelf in brand te steken.

Vluchtelingen worden behandeld als criminelen, maar zijn tweemaal slachtoffer – eerst van westers oorlogsgeweld, en nu van een racistisch asielbeleid. Ze hebben baat bij zichtbaarheid, en protest werpt vaak vruchten af. Maar op dit moment regeert op de COA-locaties vooral de angst. Het is een schande dat parlementair links hierover niet permanent stennis trapt. Om Martin Niemöller vrij te citeren: ‘Toen ze de vluchtelingen opsloten, heb ik gezwegen, ik was immers geen vluchteling…’

De namen van de vluchtelingen zijn pseudoniemen. De man op de foto is niet geïnterviewd.

Update: de Havenstraat 6 is begin juni 2016 opgeheven als noodopvanglocatie.