Musharraf gedwongen te vertrekken

Een van de favoriete dictatorvrienden van George Bush is afgelopen week gevallen. Pervez Musharraf, nu de voormalig legerleider en president van Pakistan, trad af en wachtte daarmee de afzettingsprocedure door de oppositie niet af.
26 augustus 2008

Door Yuri Prasad

Musharraf kwam in 1999 aan de macht door een coup en is altijd gesteund door zowel de Amerikaanse als de Britse regering. Maar pas toen hij na de aanslagen van 11 september de kant van de VS en coalitiegenoten koos, en de inval in buurland Afghanistan steunde, haalde het Westen de banden echt aan.

Het vertrek van Musharraf als president van een van de leidende landen in de oorlog tegen het terrorisme is een klap voor het Westen. Bush noemde de aftredende dictator een “toegewijde bondgenoot in de oorlog tegen het terrorisme”. De Britse minister van buitenlandse zaken David Miliband prees hem om zijn “œbetrokkenheid bij het stoppen van terrorisme”.

Maar voor de arme meerderheid van Pakistan heeft de regeerperiode van Musharraf niets dan ellende gebracht. Hij leidde verschillende vernietigende oorlogen tegen Islamistische strijders langs de grens met Afghanistan. Die oorlogen, op verzoek van Bush, verspreidden zich van de grens verder het land in, waardoor duizenden Pakistanen moesten vluchten voor hun leven.

Maar niet alleen Musharraf’s onaflatende steun voor de oorlog tegen het terrorisme maakte hem impopulair. Vanaf het moment dat hij de macht greep, heeft de dictator talloze neoliberale maatregelen genomen. Multinationals kochten de staal- en elektriciteitsindustrie op tegen bodemprijzen. De rijken hadden zoveel geld te besteden dat ze niet wisten waar ze het aan uit moesten geven. Maar de armen zagen hun leven alleen maar moeilijker worden. De inflatie steeg, terwijl lonen gelijk bleven.

Terwijl de ontevredenheid met het regime groeide, probeerde Musharraf de oppositie in de kiem te smoren. In november 2007 riep hij de noodtoestand uit, en ontsloeg Pakistan’s hoogste rechter, Iftikhar Chaudhary. In een uitbarsting van woede gingen duizenden advocaten, journalisten, burgerrechtenactivisten en studenten de straat op om te eisen dat de rechterlijke macht hersteld werd.

Hoewel de beweging er niet in slaagde de dictator omver te werpen, liet het de wereld wel zien dat het Musharraf in eigen land aan steun ontbrak. In de verkiezingen van afgelopen februari werden Musharraf en zijn partij afgerekend op hun beleid. Er kwam een nieuw parlement, dat direct het aftreden van de president eiste.

Nu staat het nieuwe parlement voor een grote uitdaging. Miljoenen Pakistanen verwachten dat de staat eindelijk zal ophouden met het steunen aan de VS en de oorlog tegen het terrorisme. In plaats daarvan hoopt men op een beleid dat op z’n minst terughoudend is met militaire interventies. Nu al wordt duidelijk dat de VS niet blij is met de nieuwe stand van zaken. De VS heeft er herhaaldelijk op aangedrongen dat Pakistan het toestaat dat er troepen gestationeerd blijven de grensgebieden van het land.

De prijs die Pakistan moet betalen als ze weigert is hoog. Het land zal miljarden dollars aan hulpgeld kwijtraken. En dat in een tijd dat de Pakistaanse economie hard op weg is naar een crisis. Eigenlijk is er maar één hoop: dat het zelfvertrouwen en blijdschap die de val van Musharraf losmaakte nieuw leven zal blazen in een beweging van armen en arbeiders.