Moonlight breekt met stereotiepe zwarte rollen

De film Moonlight vertelt het leven van een zwarte jongen in een arm en perspectiefloos milieu. Het verhaal wordt indringend in beeld gebracht door zwarte acteurs, in een film die onder je huid gaat zitten.
10 februari 2017

Door Kees Hoogendijk

De film, die genomineerd is voor acht Oscars, is gebaseerd op het korte toneelstuk In Moonlight Black Boys Look Blue van Tarell Alvin McCraney. Daarin blikt de hoofdpersoon terug op zijn jeugd in de zwarte achterstandswijk Liberty City in Miami. De film laat drie fasen zien uit het leven van de in Liberty City opgroeiende Chiron. Veel vrijheid is er in deze stad niet te vinden. Niet voor de inwoners, waarvan velen verslaafd zijn aan crack en cocaïne. En ook niet voor Chiron die wordt gepest door de leerlingen van zijn school en wordt uitgescholden voor ‘flikker’.

In de openingsscène van de film komt hij in contact met Juan (Mahershala Ali), een lokale drugsdealer die er qua uiterlijk heel macho uitziet. Juan ontfermt zich over de tienjarige Chiron, in de eerste fase van de film gespeeld door Alex Hibbert. Hij verrast de jongen én de kijker wanneer Chiron hem vraagt wat een ‘flikker’ is. ‘Een flikker is een woord dat wordt gebruikt om gays een rotgevoel te geven’, zegt Juan. ‘Ben ik een flikker?’ vraagt Chiron direct. ‘Nee’, antwoordt Juan. ‘Je zou best gay kunnen zijn, maar je mag niet toestaan dat iemand je een flikker noemt.’

Vanaf dat moment voelt de film bevrijdend. Regisseur Barry Jenkins, die zelf opgroeide in Liberty City, kiest er bewust voor om geen stereotiepe karakters neer te zetten. De macho ogende Juan blijkt nu eens geen gewetenloze drugsdealer te zijn. Dat dit bijzonder te noemen is, is treurig genoeg, maar helaas wel de realiteit in Hollywood.

Complex

De woning van Juan en zijn vriendin voelt voor Chiron veel meer als een thuis dan wanneer hij bij zijn moeder is. Een rol die op krachtige wijze wordt gespeeld door Noami Harris. Zij is zelf verslaafd aan crack en ontvangt thuis mannen voor betaalde seks. Niet bepaald een makkelijke omgeving voor de verlegen Chiron om op te groeien. Dat Juan ook Chirons moeder van crack blijkt te voorzien, maakt het nog complexer.

Hoewel we hem langzaam volwassen zien worden, blijft Chiron een stille jongen. In het tweede deel van de film wordt hij gespeeld door Ashton Sanders. Hij probeert stand te houden in een milieu dat gedomineerd wordt door stoere jongens. Chiron, inmiddels zestien jaar, voldoet niet aan dit beeld. Zijn moeder is nog altijd verslaafd en heeft geen geld voor hippe kleding voor haar zoon.

Bovendien worstelt hij met zijn seksuele voorkeur. Toch kiest de regisseur ervoor om dit niet tot het centrale thema te maken. Omdat het verlangen naar de haast onmogelijke geborgenheid en liefde is waar het eigenlijk om draait. Wanneer een goed gesprek met zijn enige schoolvriend Kevin uitmondt in een vrijscène wordt pijnlijk duidelijk hoezeer beiden worstelen met wat hun omgeving van hen verwacht.

Het is volledig terecht dat de film zoveel Oscarnominaties in de wacht heeft gesleept. De manier van filmen, de muziek en het acteerwerk maken dat deze film onder je huid gaat zitten. Het wereldwijde succes van de film is misschien wel extra bijzonder door de gekozen thema’s die doorgaans geen groot publiek aanspreken: homoseksualiteit, zwarte identiteit en achterstandskinderen.

In het slotdeel zien we wat er van Chiron terecht is gekomen. Hij is inmiddels een eind-twintiger, overtuigend gespeeld door voormalig atleet Trevante Rhodes. De vraag die overblijft is of we als mens in staat zijn om volledige controle over onszelf te hebben. Het antwoord hierop laat zich raden. De invloed van onze omgeving zal altijd de dominante factor in ons leven zijn.

Wie niks anders heeft om te overleven, kan vervallen in keuzes met verregaande consequenties. De film geeft een eerlijk beeld van de dagelijkse harde realiteit waarmee met name de zwarte bevolking van Amerika te maken heeft. In de tijd van Black Lives Matter is dat een waardevolle bijdrage.