Monsanto: een moordend monopolie
Door Thom van Laar
Bij de uitreiking van de Wereldvoedselprijs ontstond dit jaar grote controverse. De prijs, bedoeld om mensen te belonen die een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan de kwaliteit, kwantiteit en wereldwijde beschikbaarheid van voedsel, werd uitgereikt aan CEO’s van de landbouwmultinationals Monsanto en Syngenta. Niet alleen heeft Monsanto in 2008 een schenking gedaan van 5 miljoen aan de Borlaug Foundation, die de prijs uitreikt, maar ook staat het handelen van beide bedrijven haaks op de doelstellingen van de Wereldvoedselprijs. De prijs werd in 1986 in het leven geroepen door Norman Borlaug, die in 1970 de Nobelprijs voor de Vrede won vanwege zijn bijdrage aan de ‘groene revolutie’.
Monsanto stelt op zijn website dat zijn biotechnologie de oplossing is voor het dreigende voedseltekort. Monsanto’s zaden zouden boeren in staat stellen om meer te produceren, terwijl ook de bodem wordt gespaard. Ook zou de hoeveelheid te gebruiken gifstoffen minimaal zijn, zouden er minder broeikasgassen worden uitgestoten en zou het eindproduct zelfs gezonder zijn dan het traditionele equivalent.
Giftig monopolie
In de praktijk komt het erop neer dat gebruik van GM-zaden slechts rendabel is voor een kleine groep grootschalige boerenbedrijven, omdat er grote hoeveelheden kunstmest, herbiciden en pesticiden (tegen ‘onkruid’ en ‘ongedierte’) nodig zijn om te voorkomen dat de zaden zich vermengen met inheemse variëteiten.
Van de bestrijdingsmiddelen die door Monsanto worden geproduceerd en ingezet, is aangetoond dat ze een gevaar zijn voor de volksgezondheid. Het herbicide RoundUp is een van de bekendste voorbeelden. In 2011 publiceerde een groep vooraanstaande wetenschappers, die zich verenigen in de organisatie Earth Open Source, een rapport waarin werd aangetoond dat RoundUp waarschijnlijk geboorteafwijkingen veroorzaakt. Een serie onderzoeken naar het effect van RoundUp op bodemkwaliteit toonde aan dat in met RoundUp behandelde GM-gewassen een ziekteverwekker voorkomt die miskramen veroorzaakt bij runderen.
Deze ziekteverwekker komt ook terecht in de voeding die mensen consumeren. Ook ontstaat door zulk intensief herbicidegebruik resistent ‘superonkruid’. De door Monsanto gebruikte pesticiden doden bijen en andere bestuivende insecten, wat rampzalig is voor de biodiversiteit. De benodigde kunstmest vervuilt het grondwater en vergiftigt op den duur de bodem.
Monsanto maakt het boeren vaak onmogelijk om op een andere manier landbouw te bedrijven. Ze verwerven namelijk veelal een monopolie door lokale leveranciers van zaden op te kopen, en zijn de enige leveranciers van de benodigde bestrijdingsmiddelen. Als zaden van Monsanto in de akkers van andere boeren terechtkomen, kan Monsanto in veel landen deze boeren aanklagen wegens schending van hun copyright op de ingebouwde genen. Dit beleid wordt hardhandig door Monsanto’s legertje van controleurs gehandhaafd. De aangeklaagden zijn dan volledig geruïneerd, waarna Monsanto hun failliete bedrijven overneemt.
Landbouwers die nog geen Monsanto-zaaigoed gebruiken, zijn dan vaak al dusdanig geïntimideerd dat ze alsnog overgaan op GM-zaden. Deze boeren kunnen echter de kapitaalintensieve landbouwmethoden die de GM-zaden vereisen vaak niet betalen, waardoor velen failliet gaan.
Zelfmoorden
Het is dan ook geen toeval dat de aantallen faillissementen en zelfdodingen onder Indiase boeren nu, na de grootschalige introductie van Monsanto-producten, hoger zijn dan ooit. Uit overheidsstatistieken blijkt dat tussen 2002 en 2006 jaarlijks ongeveer 17.500 boeren zichzelf van het leven beroofden. Uit een onderzoek dat vorig jaar werd gepubliceerd in het Britse medische tijdschrift The Lancet, blijkt dat in 2010 dit aantal was gestegen tot 19.000. Hetzelfde onderzoek toonde aan dat sinds 1995, toen het gebruik van GM-gewassen de norm werd in grote delen van India, 270.000 landbouwers zelfmoord hebben gepleegd vanwege financiële moeilijkheden.
Deze praktijken zorgen dat de landbouwsector in handen komt van een kleine elite. Zeker met het zicht op de toenemende voedselschaarste, is dat een zorgelijke ontwikkeling.
Ook voordat Monsanto zich op genetische modificatie ging toeleggen was het al betrokken bij een aantal schandalen. Zo ontwikkelde en produceerde Monsanto het ontbladeringsmiddel Agent Orange, dat het Amerikaanse leger gebruikte in de Vietnamoorlog. Daardoor worden nu nog steeds Vietnamese kinderen geboren met geboorteafwijkingen. Ook de kankerverwekkende PCB’s, die ooit werden gebruikt voor koelvloeistof, kwamen uit Monsanto’s koker.
Waarom?
Een logische vraag zou zijn waarom ‘democratische’ staten toestaan dat een bedrijf op een dergelijke wijze de volksgezondheid van de eigen bevolking in gevaar brengt. Monsanto en consorten zijn hecht verweven met vele bestuursinstellingen, zoals het Europees Parlement, waar ze vertegenwoordigd worden door de lobbygroep EFB (European Federation of Biotechnology) en beide huizen van het Amerikaanse Congres. In de VS is dan ook enkele maanden geleden stilletjes een wet aangenomen die Monsanto toestaat al hun nieuwe gewassen te testen zonder verantwoordelijk te worden gesteld voor gezondheidsschade. Er was geen debat voor nodig.
De Europese Commissie heeft onder druk van lobbyisten de datum waarop de gezondheidseffecten van glyfosaat onderzocht zouden worden verschoven naar 2015. Nieuw officieel onderzoek, waarbij de door wetenschappers aangeraden strengere criteria toegepast zullen worden, kan pas plaatsvinden vanaf 2030.
Er is echter hoop. In juli heeft het Indiase Patentbureau na wereldwijd protest een patentaanvraag van Monsanto afgewezen voor een graansoort die tegen klimaatverandering bestand zou zijn. Hetzelfde gold voor zijn aanvraag om een recent ontdekt deel van het menselijk genoom te patenteren. Op 18 oktober heeft het Indiase hooggerechtshof zelfs besloten een aantal bewindslieden te vervolgen vanwege het schenden van India’s biodiversiteitwetten: de eerste keer dat een staat Monsanto aanklaagt.
In Europa waren in juli protesten in grote steden, waaronder Amsterdam. Deze deden Monsanto besluiten niet alleen zijn maïsteelt te staken in Spanje en Portugal, maar ook zijn openstaande vergunningsaanvragen in te trekken en geen GM-zaden af te zetten in de gehele EU. Maar deze terugtocht is vrijwel zeker tijdelijk, in afwachting van nieuwe kansen om zijn groeiende landbouwmonopolie verder uit te breiden.