Minsk-II bevestigt impasse in Oekraïne

Het akkoord dat Oekraïne, Rusland, Duitsland en Frankrijk in de Wit-Russische hoofdstad Minsk hebben gesloten, lijkt een einde te hebben gemaakt aan het geweld in Oost-Oekraïne. Dit is geen gevolg van vredelievendheid, maar van de politieke en militaire realiteit waarmee beide kampen geconfronteerd worden.
11 maart 2015

Door Max van Lingen

Aanvankelijk zag het er slecht uit voor Minsk-II. Na ingang van het staakt-het-vuren gingen de gevechten door. De pro-Russische separatisten namen de strategisch gelegen stad Debaltseve in. Ze hadden de stad, waar zich nog enkele duizenden Oekraïense soldaten bevonden, voorafgaand aan het staakt-het-vuren omsingeld en beschouwden het daarom als onderdeel van hun grondgebied.

Het gevaar was vooral dat gevechten om de stad zouden leiden tot wraakacties over en weer, waardoor de gevechten in de gehele regio weer zouden kunnen oplaaien. Dat het akkoord desondanks deze keer wel standhoudt, komt door de impasse waarin de oorlog tussen Oekraïne en pro-Russische separatisten is geraakt. De Russische steun aan de separatisten maakt het voor het Oekraïense leger onmogelijk om ze militair te verslaan.

Dat de Russen zich tot dat doel beperken, maakt het tegelijkertijd onmogelijk voor de separatisten om het Oekraïense leger definitief uit Oost-Oekraïne te verjagen. De naleving van het staakt-het-vuren laat zien dat de strijdende partijen zich voor de korte termijn hierbij hebben neergelegd.

Status quo
br>

Maar de werkelijke basis voor het akkoord is het begrip tussen Rusland en het Westen dat de huidige situatie voor beide partijen op het moment acceptabel is. Poetin beseft dat voor Rusland het maximaal haalbare handhaving van de status quo is. Met een openlijke confrontatie met het Oekraïense leger zou hij zijn hand overspelen.

Tegelijkertijd vormen de separatisten op de korte termijn geen belemmering voor de politieke, economische en militaire onderwerping van Oekraïne. Op dezelfde dag dat Minsk-II werd gesloten, kondigde IMF-directeur Christine Lagarde aan dat Oekraïne een lening van 15,5 miljard euro krijgt.

Deze lening is onderdeel van een groter pakket van internationale financiële ‘hulp’ met een omvang van 35,6 miljard euro. De rest van het bedrag wordt onder andere gefinancierd door de Europese Unie en de Europese Centrale Bank. In Griekenland zijn deze partijen gezamenlijk beter bekend als de trojka.

Uiteraard gaat deze lening gepaard met bijbehorende ‘hervormingen’, waaronder privatiseringen en afschaffing van energie- en voedselsubsidies. Ondertussen is het Amerikaanse leger begonnen met het trainen en bewapenen van het Oekraïense leger. Hiervoor hebben de Verenigde Staten een kleine 16 miljoen euro uitgetrokken.

Volgens het Pentagon is het plan vooral gericht op het ‘opbouwen van de capaciteit voor interne verdediging’. Daarmee wordt officieel gedoeld op de confrontatie met Rusland, maar die komt even goed van pas als de Oekraïense bevolking in opstand komt tegen de dictatuur van de trojka.