Miljarden voor wapentuig maken wereld niet veiliger

Het kabinet wil de jaarlijkse uitgaven aan het ministerie van Defensie met 5 miljard euro verhogen, tot in totaal 24 miljard euro. Verkocht de Nederlandse staat in 2011 nog zijn laatste tanks, wil het PVV-kabinet vijftig nieuwe inkopen. Hiernaast zet het kabinet in op zes F-35 jachtvliegtuigen, twee fregatten, gevechtshelikopters, grote hoeveelheden munitie, een anti-drone kanonsysteem en een lasersysteem.
Het nieuwe kabinet zet niet alleen in op nieuw wapentuig, maar wil Defensie ook reorganiseren. Er moet een nieuw ‘operationeel hoofdkwartier’ komen buiten de Haagse bubbel om snel te kunnen anticiperen op nieuwe situaties. Hoewel de oude dienstplicht ‘niet direct’ opnieuw ingevoerd zal worden, wordt er wel toegewerkt naar ‘een dienmodel dat voorziet in maatregelen met een (gradueel) meer verplichtend karakter’.
VVD-minister van Defensie Ruben Brekelmans verwijst onder andere naar de Russische invasie van Oekraïne als rechtvaardiging, maar dat betekent niet dat het materiaal daar ingezet zal worden.
De belangrijkste drijfveer is de toenemende geopolitieke strijd tussen het westerse imperialistische blok en China – momenteel nog in de vorm van een steeds fellere handelsoorlog, maar de Defensienota zinspeelt op een situatie waarin ‘de handel tussen Azië en Europa wordt stilgelegd’ en militair ingrijpen ‘nodig’ zal zijn. De investeringen zijn ook een financiële impuls voor de binnenlandse en Europese militaire industrie.
Arbeiders hebben niets te winnen bij het wapengekletter van rivaliserende imperialisten. De miljarden kunnen beter gestoken worden in publieke voorzieningen zoals onderwijs en zorg, en niet in het vernietigen van onze lotgenoten elders. ‘De arbeiders hebben geen vaderland’, concludeerde Karl Marx al.