Midden-Oosten: ooit zal het weer lente zijn

De Arabische Lente die in 2011 zo hoopvol begon is veranderd in een kille winter. Syrië, Libië en Irak worden verscheurd door sektarisch geweld, in Egypte is het leger terug aan de macht, in de Golfstaten zitten de dictators stevig in het zadel en bombarderen Jemen, en de opkomst van ISIS is alarmerend. Peyman Jafari analyseert hoe het fout is gegaan en kijkt naar de toekomst.
7 mei 2015

Het tragische lot van de Arabische Lente wordt al te gemakkelijk toegeschreven aan ‘de’ islam. Zo worden de recente bombardementen van Saudi-Arabië en zijn bondgenoten op de door Iran gesteunde Houthirebellen in Jemen gezien als de nieuwste ontwikkeling in de sektarische botsing tussen sjiieten en soennieten.

Maar dit simplistische idee verhult de sociale en politieke krachten achter de huidige conflicten. Zo steunt het sjiitische Iran het soennitische Hamas, en de soennitische Moslimbroederschap in Egypte wordt door Saudi-Arabië fel bestreden. De wirwar van coalities heeft de conflicten in het Midden-Oosten tot een verwarrend schaakspel gemaakt. Maar achter de chaos van staatsgeweld, religieus sektarisme en militaire interventies schuilen twee samenhangende fenomenen – imperialisme en contrarevolutie.

Imperialisme

Na de val van de Sovjet-Unie dachten velen dat de VS een almachtige positie zouden verwerven. Met de oorlog tegen Irak in 1991 en de bombardementen op Joegoslavië in 1999 wrikten de VS zich los van hun Vietnam-syndroom. Terwijl rechts en links dit nieuwe militarisme zagen als teken van het Amerikaanse hyper-imperialisme, schreven we toen al dat het paradoxaal genoeg een teken was van verzwakking. Door de opkomst van Europa, China, Japan en Brazilië was de economische macht van de VS relatief afgenomen. Ze gebruikten hun ongeëvenaarde militaire macht als compensatie.

President George Bush verhief die strategie tot staatsbeleid toen hij 9/11 aangreep voor militaire ‘regime change’ in Afghanistan en Irak. In een interview moest onlangs Obama toegeven dat de opkomst van ISIS een ‘onbedoeld effect’ is van ‘onze invasie van Irak in 2003.’ Met troepen in de buurlanden beloofden de VS ook ‘regime change’ in Iran. Deze externe bedreiging gaf de Revolutionaire Garde en de meest conservatieve krachten in Iran juist de kans om meer macht naar zich toe te trekken en de oppositie te onderdrukken.

Bovendien verscherpten de VS de regionale spanningen door de politieke en militaire steun aan trouwe bondgenoten Israël en Saudi-Arabië op te voeren. Die spanningen namen weer toe doordat de VS in feite in Irak een zware nederlaag leden en langzaam hun troepen moesten terugtrekken.

Hierdoor nam de regionale invloed van Iran toe omdat het goede banden had met de leiders in Irak, zowel met de Arabische sjiieten als de soennitische Koerden. Ondertussen was Saudi-Arabië begonnen met het financieren en bewapenen van soennitische rebellen in Irak en Syrië om die bondgenoten van Iran te verzwakken.

Ook onder Obama gingen de VS door met het bestrijden van Iran via zware economische sancties om zijn nucleaire programma te stoppen. Maar ook hier waren de VS en de EU niet sterk genoeg. Ze sloten een compromis: Iran behoudt het recht om kernenergie te ontwikkelen onder strikt toezicht. De strategie van de VS en de EU is nu om de regionale machten tegen elkaar uit te balanceren. Daarom wordt de toenadering tot Iran gecompenseerd door voor miljarden wapens te leveren aan de Golfdictaturen.

Contrarevolutie

De bevolkingen van de regio lijden niet alleen onder het imperialisme, maar ook onder hun eigen regimes. Hun daden worden vooral gedreven door de angst voor opstanden van onderop en in dat opzicht verschillen Iran en Saudi-Arabië niet veel van elkaar. Toen tienduizenden mensen in de zomer van 2009 in Iran de straat op gingen om vrijheid te eisen, werden ze keihard onderdrukt. Het regime gebruikte daarbij de buitenlandse bemoeienissen als excuus voor meer repressie.

Hetzelfde gebeurde in de Arabische wereld bij de revoluties in Tunesië en Egypte, en de opstanden in Bahrein, Jemen en Jordanië. De VS en de autoritaire monarchen en presidenten van de regio verloren twee van hun bondgenoten en begonnen een contrarevolutionair offensief dat verschillende vormen heeft aangenomen.

In Egypte gaven Saudi-Arabië en andere Golfdictaturen miljarden euro’s aan het leger en reactionaire partijen. Ze stuurden tanks naar Bahrein om daar de opstand neer te slaan. Toen geweldloze demonstraties in Syrië losbarstten, gaven Rusland en Iran steun aan Assad om deze te onderdrukken, terwijl de Golfdicaturen geld en wapens gaven aan ISIS en zijn voorlopers.

Maar het belangrijkste middel dat Saudi-Arabië gebruikt om de opstanden te laten ontsporen is het aanjagen van haat tegen sjiieten en Iran. Door externe conflicten te creëren, zoals de bombardementen op Jemen, probeert het de strijd tegen dictaturen richting sektarisch geweld te kanaliseren. De gewelddadige ideologie van ISIS stamt af van het soort wahabisme dat het Saudisch koningshuis jarenlang heeft gefinancierd en verspreid.

Toekomst

Hoewel de toestand in het Midden- Oosten momenteel deprimerend is, zijn de sociale en politieke tegenstellingen die in 2011 miljoenen mensen op de been brachten om ‘brood, vrijheid en sociale rechtvaardigheid’ te eisen niet verdwenen. Een nieuwe generatie heeft de smaak van macht-van-onderop geproefd maar botst nu weer op tegen dictatuur, werkloosheid en ongelijkheid.

Er zijn nu al protesten, zoals in Egypte rondom ontslagen en lonen. De uitbraak van opstanden in de toekomst is onvermijdelijk. Maar er is een belangrijke les die meegenomen moet worden. Zonder de opbouw van een socialistische massapartij zullen de contrarevolutionairen met hun leger en sektarisme de overhand krijgen.

Dit zal niet makkelijk zijn, maar de enige hoop op verandering ligt bij een socialistisch alternatief dat mensen bijeenbrengt: voor het verwerven van onafhankelijkheid van imperialistische machten, gelijke rechten, politieke democratie en een economie die de rijkdommen van de regio gebruikt voor het welzijn van allen. De geschiedenis van het Midden-Oosten is bezaaid met opstandige momenten en bewegingen die deze visie in zich droegen.