‘Met onze krant willen we aantonen dat de Egyptische elite ons voorliegt’

De Revolutionair Socialisten in Egypte zijn een algemeen erkend onderdeel van de revolutie, met een profiel dat hun grootte ver overtreft. Je kunt ze zien op het Tahrir-plein terwijl ze hun krant verkopen met kraampjes en megafoons. Graffiti rond Caïro maakt reclame voor hun website en slogans. Mohammed, de redacteur van het weekblad van de Revolutionair Socialisten, praatte met Judith Orr in Caïro.
8 februari 2012

Tijdens de heropleving van de massale strijd op de straten in november werden de Revolutionair Socialisten (RS) in de voorhoede gezien van de strijd. Hun rode helmen werden herkend door iedereen. Hun lidmaatschap is sindsdien explosief gegroeid.

Tegelijkertijd waren vooraanstaande leden een doelwit: ze werden geconfronteerd met een onderzoek en de ernstige beschuldiging dat ze opriepen tot de omverwerping van de staat. Deze klacht was afkomstig van een lid van de Moslim Broederschap, die zijn zaak introk na een massale publieke solidariteitscampagne met de RS. Maar de staat heeft besloten om door te gaan met een onderzoek naar de leden.

Te midden van dit alles heeft de RS hun weekblad de Socialist geproduceerd. De week na de bedreigingen door de staat hadden hun middenpagina’s de kop, ‘We zullen blijven strijden om de revolutie te redden’. De pagina’s bevatten solidariteitsberichten van andere activisten in de beweging buiten de RS.

Mohammed is hoofdredacteur van de krant. Hij lijkt ook de journalist, adjunctredacteur en vormgever te zijn. Hij is trots dat de krant in grotere aantallen wordt gedrukt, met meer pagina’s dan ooit tevoren.

‘We begonnen onze krant in 2006’ legt Mohammed uit. ‘Vanaf die tijd tot de revolutie publiceerden we 49 nummers. Sinds de val van Hosni Mubarak hebben we er bijna net zoveel uitgegeven: 35 exemplaren. We zijn begonnen met één dubbelgevouwen pagina, toen vier pagina’s. Nu we hebben acht pagina’s, soms gaan we naar 12. We drukken normaal 1000 tot 2000 exemplaren. Voor de verjaardag van de revolutie drukten we er meer dan 5000.

De krant heeft sinds de revolutie een aantal veranderingen doorgemaakt, maar Mohammed en zijn kameraden willen verder gaan. ‘We willen dat de krant levendiger wordt’, zegt hij. ‘We willen nieuwe lezers winnen, studenten en arbeiders, niet alleen mensen die al activist zijn. We proberen meer en kortere verhalen te plaatsen, en meer foto’s te gebruiken. Wij willen dat lezers het gevoel hebben dat het hun krant is en ons verhalen en bijdragen sturen.’

‘Vroegen zei de krant soms: ‘Je moet dit doen, je moet dat doen’, te vaak, alsof we de hoofden van mensen konden openen en de ideeën erin duwen. Dat werkt niet. We willen aantonen dat de elite ons probeert voor te liegen. De rijken beweren dat hun leven verpest wordt door Tahrir en de revolutie.

We hadden een kort stuk over een appartement in Zamalek, een wijk in Caïro vijf minuten vanaf Tahrir met de taxi, dat werd verkocht voor 16 miljoen Egyptische ponden. Mensen lachten toen ze lezen. “Hun leven wordt niet verpest”, zeiden ze.’

Enkele maanden voor de revolutie begon had de krant een verschuiving doorgemaakt in zijn internationale nieuws. Dit was eerder geconcentreerd op de kwesties van Palestina en de oorlog in Irak. ‘In plaats daarvan het papier begon te meer concentreren op de strijd van de werknemers en de armen in de hele Arabische wereld’, zegt Mohammed.

Ze hadden geen enkel idee dat ze binnenkort over revoluties zouden schrijven, inclusief een in hun eigen land. ‘Deze tijd vorig jaar, op de avond van 24 januari vroeg ik een oude activist die al decennialang Communist was of hij dacht dat wat in Tunesië gebeurd was hier in Egypte zou kunnen gebeuren. Hij zei nee, dat is niet mogelijk. Binnen slechts enkele uren begonnen we aan de strijd die Mubarak omverwierp na bijna drie decennia.

We willen dat al diegenen in deze strijd onze krant zien als hun krant.’

Revolutionair Socialisten verkopen hun krant op Tahrir: