Memoires van een levenslange socialist

Wie geïnteresseerd is in het leven van grote revolutionairen heeft een overvloed aan bronnen. Bijvoorbeeld de brieven van Karl Marx en Friedrich Engels, of Rosa Luxemburg. Maar hoe zit het met de duizenden activisten die dagelijks de strijd voeren voor rechtvaardigheid en een betere wereld? Hoe werden die mensen socialist en hoe had dat invloed op hun leven, werk en familie? Een kort autobiografisch boek, Fighting Fit, vertelt het verhaal van een van die onbekende revolutionairen.
6 januari 2014

Door Mike Crosland

Eind jaren tachtig ging ik als nieuw lid van de Britse Socialist Workers Party (SWP) tijdens de voorjaarsvakantie naar het Derbyshire Miners Camp in Skegness, dat de partij organiseerde. De laatste toespraak werd gehouden door Tony Cliff, de oprichter van de SWP. Hierna zongen we de Internationale. Deze werd op de piano begeleid door een vrolijke grijze vrouw, die met groot enthousiasme speelde en meezong. Dit bleek de vrouw van Cliff te zijn, Chanie Rosenberg. Maar hoewel ik wist wie ze was, had ik lang geen idee wie ze is als persoon en als activist.

Rosenberg werd in 1922 geboren als kind van Joodse Zuid-Afrikaanse ouders. Ze beschrijft in het boek het racisme en antisemitisme onder delen van de blanke bevolking. ‘Een helder beeld uit mijn jeugd dat me bijstaat is dat Joden als inferieure mensen en zwarten niet eens als mensen werden gezien. Als ik er nu op terugblik, is het duidelijk dat de emotionele verwarring voortkomend uit deze nationalistische en racistische stereotypen mijn latere overtuigingen hebben gevormd.’

Deze strijd zette haar op jonge leeftijd aan tot activisme. Als negenjarige werd ze in eerste instantie aangetrokken tot zionisme als een uiting van haar woede. Hiermee brak ze later, toen ze zich realiseerde dat zionisme zelf ook een vorm van nationalisme is. Ze werd socialist en een openlijke en actieve antiracist. Vanwege politierepressie werd ze gedwongen het land te verlaten. Ze vertrok met andere activisten naar Palestina. Daar ontmoette ze haar latere echtgenoot, Ygael Gluckstein (die later de naam Tony Cliff aannam). Ze sloot zich in Palestina aan bij de kleine groep socialisten die onderdeel waren van de Vierde Internationale.

Rosenberg en Cliff verhuisden, na eerst in Parijs en later in Ierland te hebben gewoond, naar London. Hier had ze, zoals ze het zelf zegt, vijf fulltime banen. Ze typte en redigeerde het werk van Cliff en droeg soms bij aan zijn publicaties. Ze was moeder van vier kinderen, voltijds leerkracht, vakbondsactivist en runde het huishouden.

Rosenbergs verhalen zijn een genot om te lezen. Ze ondersteunt haar herinneringen met mooie anekdotes, bijvoorbeeld over de strijd tegen fascisten in East End in Londen, en hoe ze een arbeider die ze had aangereden in het ziekenhuis lid maakte van de SWP, maar ook haar vreugde over een gedicht geschreven door een Griekse leerling die veel moeite had met Engels.

Deze autobiografie is meer dan een leuk boek om te lezen. Het is een zelfportret van een socialist die haar leven lang heeft gevochten en nog steeds meedoet met demonstraties tegen de fascistische EDL. Haar enthousiasme voor haar werk, haar activisme en haar creativiteit (ze was ook nog beeldhouwer) en bovenal haar inzet voor de strijd zijn net zo ontroerend als aanstekelijk.

Als bijlage in het boek is ook haar geïllustreerde brochure Malevich and Revolution opgenomen.

Chanie Rosenberg
Fighting Fit: A Memoir
Uitgeverij Bookmarks
96 pagina’s / 7,20

Dit boek is te koop bij LeesLinks