Meld Islamofobie op Facebook: ‘islamofobie valt onder de radar’

Veel islamofobe incidenten worden niet gerapporteerd of geregistreerd. De nieuwe Facebook-pagina Meld Islamofobie helpt om daar verandering in te brengen. Kees Hoogendijk sprak met Rahma Bavelaar, die met Samira Boubkari het initiatief tot de pagina nam.

Hoeveel meldingen hebben jullie tot nu toe binnengekregen? wat voor soort meldingen zijn dit?
26 februari 2015

We hebben sinds we zijn opgestart begin januari ongeveer 65 meldingen van islamofobe agressie ontvangen en geregistreerd. Bij een derde van de incidenten is sprake van fysieke mishandeling. In veruit de meeste gevallen waren de slachtoffers vrouwen die een hoofddoek dragen en de daders blanke mannen.

Het soort agressie varieert, van het roepen van ‘kutmoslim’ tot spugen, van de fiets trekken, in het gezicht slaan, weigeren door een moslima geholpen te worden in een winkel, poging tot aanrijding, enzovoorts. In een van de meest ernstige meldingen was er sprake van een poging tot ontvoering.

Sommige mensen die moslimhaat in kaart brengen, vinden een facebook-melding niet belangrijk. Zij stellen dat mensen vooral aangifte moeten doen. Waarom is dit voor jullie zo belangrijk?

Er zijn hele goede redenen om sociale media te betrekken in het registratieproces. Wij geloven dat het openbaar bespreekbaar maken van islamofobie en het creëren van onderlinge solidariteit onder slachtoffers mensen juist zal stimuleren om aangifte te doen.

Ten eerste is Facebook laagdrempelig. Jonge mensen zijn al gewend om persoonlijke verhalen te delen op Facebook en doen dat veel gemakkelijker dan het invullen van een formulier op een ‘anonieme’ website of het sturen van een email naar een gezichtloze instantie. De informele en meelevende toon van onze Facebook-groep voorziet in een behoefte om gehoord te worden en stimuleert slachtoffers om dit soort traumatische ervaringen met lotgenoten te delen.

Voor veel moslims is dit soort agressie onderdeel geworden van een verwachtingspatroon – het is genormaliseerd. Door islamofobie in het openbaar te bespreken proberen wij deze normalisatie te doorbreken. Naar aanleiding van ons advies ‘achter de schermen’ en aanmoedigingen van onze lezers op Facebook zijn een aantal slachtoffers achteraf toch nog aangifte gaan doen.

Wij bereiken een veel groter publiek dan de gevestigde antidiscriminatiebureaus en uiteindelijk kunnen wij de verhalen en statistieken die wij op deze manier verzamelen gebruiken om druk uit te oefenen op de politiek en politie om deze problematiek serieus te nemen en om te zetten in concrete maatregelen.

Wij willen dat de politie islamofobe incidenten in het hele land expliciet gaat registreren – zodat het zichtbaar wordt en niet langer wordt gecategoriseerd onder de ongedifferentieerde noemer discriminatie. Ook willen we dat agenten die aangiften van islamofobie ontmoedigen (een probleem dat regelmatig bij ons wordt gemeld) daarop aangesproken worden.

Ineke Valk, die onderzoek doet naar incidenten van moslimhaat, heeft het erover dat de helft van de 144 moskeeën van de Islamitische Stichting Nederland de afgelopen jaren te maken hebben gehad met geweld. Over de afgelopen 15 jaar genomen is dit aantal veel groter. Hebben jullie ook contact gehad met moskeeën?

Wij werken tot nu toe niet formeel samen met moskeebesturen, maar registreren wel alle islamofobe incidenten bij moskeeën die door de media bericht of door individuen aan ons gemeld worden. Dat soort meldingen zijn ook de afgelopen weken frequent. Tot nu toe gaat het in de meeste gevallen om haatmail, dreigementen, vandalisme en brandstichting.

Dat is al ernstig genoeg, maar na de ‘bezetting’ van een moskee in aanbouw in Leiden door rechtse extremisten vorige week is de dreiging van meer gecoördineerde acties tegen moskeeën alleen maar toegenomen. Wij willen dat de politie de beveiliging van moskeeën veel serieuzer gaat nemen. Er moeten concrete stappen genomen worden om moskeegangers te beschermen.

Een dag na de aanslag in Parijs werd er een verfbom gegooid tegen de moskee in Vlaardingen. Drie verschillende gezinnen in Den Haag hebben anonieme brieven gekregen waarin staat dat ze moeten ‘oprotten’ uit Nederland. Hoe komt het dat deze incidenten amper het nieuws halen?

Het islamofobe geweld dat wij registreren gaat niet om geïsoleerde incidenten maar om een structureel fenomeen dat direct voortkomt uit wijdverspreide negatieve beeldvorming over de islam en moslims in de media en politiek. Ik heb het zowel over het expliciete racisme en de islamofobie van rechtse extremisten zoals Wilders en de PVV, als over subtielere patronen in de framing van berichtgeving over geweld.

Daarbij wordt geweld door moslims vaak direct in verband gebracht met religie, terwijl hate crimes door blanke daders, zoals bijvoorbeeld Anders Breivik, zelden in verband worden gebracht met Christenen of het Christendom in het algemeen – laat staan dat van Christenen wordt verwacht dat zij collectief afstand nemen van het geweld van gewelddadige ‘lone wolves’.

Deze nadruk op moslims als in de eerste plaats potentiële agressors zorgt dat de toenemende dreiging van islamofoob en racistisch geweld onder de radar valt, of wordt beschouwd als incidentele acties door ‘verwarde mensen’. De enorme publieke aandacht voor het gevaar van ‘radicalisering’ vergeleken met het gevaar van islamofoob geweld is totaal disproportioneel.

Verschillende organisaties pleiten al jaren voor het in kaart brengen van islamofoob geweld op dezelfde manier waarop antisemitisme geregistreerd wordt. Denken jullie dat dit ook een stap vooruit zou zijn?

Absoluut. Afzonderlijke registratie van islamofobie is de enige manier om de ernst en omvang van het probleem objectief in kaart te brengen en zichtbaar te maken. Hopelijk draagt die zichtbaarheid bij aan grotere aandacht voor de dreiging van extreem rechts en islamofoob geweld en stimuleert het slachtoffer om mondiger te worden en sneller aangifte te doen.

Op sommige plekken waar weinig moslims wonen kreeg Wilders met de verkiezingen relatief veel stemmen. In Volendam kreeg Wilders in 2009 bijvoorbeeld meer dan de helft van de stemmen. Kun je op basis van meldingen bij jullie iets zeggen over de geografische spreiding?

Dat is op dit moment heel moeilijk te zeggen, omdat we met rond de 8000 likes eigenlijk nog maar een heel klein deel van de moslimgemeenschap bereiken. Het is een angstaanjagend idee, maar de meldingen die wij ontvangen zijn maar het topje van de ijsberg. Wij hebben ons netwerk opgebouwd vanuit onze persoonlijke contacten en die zitten voornamelijk in de Randstad. Daar komt de meerderheid van de meldingen dus ook vandaan.

Vorig jaar deden duizenden mensen aangifte tegen Wilders ‘minder Marokkanen’ uitspraak. Ondertussen zien we dat zijn ideeën steeds meer gemeengoed worden en ook andere politici moslims verantwoordelijk houden voor de daden van individuen. Hoe kunnen we verder dit racistische klimaat terugdringen?

Racisme en islamofobie kunnen niet op een enkel front bestreden worden omdat de voedingsbodem voor de stigmatisering van ‘de ander’ zo complex is: koloniale geschiedenis, oriëntalistische stereotypering, immigratiebeleid, ongelijke economische en sociale machtsverhoudingen en een algemene verrechtsing spelen allemaal een rol en vereisen diverse strategieën. Ons doel is bescheiden.

Door islamofoob geweld op systematische wijze in kaart te brengen en bespreekbaar te maken willen wij de normalisering van islamofobie doorbreken, slachtoffers een stem geven, en hen stimuleren om aangifte te doen. Daarnaast willen wij met onze data het maatschappelijk debat over islamofobie stimuleren en druk uitoefenen op de politie en politiek om deze problematiek serieus te nemen en concrete stappen nemen om deze te bestrijden.

Like Meld Islamofobie op Facebook. Foto onder: brief aan de Gultepe Moskee in Rotterdam, 19 januari 2015.