Massastakingen tegen crisis op Martinique en Guadeloupe
Algemene stakingen op de Caribische eilanden Martinique en Guadeloupe, beide Franse gebieden, duren respectievelijk al twee en vier weken. De stakingen richten zich ‘tegen het dure leven’ en dreigen uit te monden in volksopstanden. De Franse regering vreest ‘besmetting’.
Door Maina van der Zwan
Op 20 januari brak een massale staking uit op Guadeloupe, met als eis een verhoging van het maandelijks minimumloon met 200 euro en lagere prijzen voor voedsel en brandstof. De staking wordt georganiseerd door de LKP (Liyannaj Kont Pwofitasyon: Verenigd Tegen Uitbuiters), een breed samenwerkingsverband van vakbonden, politieke organsiaties en buurtactivisten. Twee weken later legde een algemene staking met vergelijkbare eisen het eiland Martinique plat. En ondertussen zijn op het Franse eiland Réunion, gelegen in de Indische Oceaan, ook acties uitgebroken voor een verhoging van de levenstandaard.
Guadeloupe, Martinique and Réunion zijn zogenaamde ‘overzeese gebieden’, legaal onderdeel van Frankrijk. Hun bewoners zijn Franse staatsburgers en gebruiken de euro. Maar vanwege de armoede onder het merendeel van bevolking is het dagelijks leven bijna onbetaalbaar geworden. In Guadeloupe is het BNP per hoofd van de bevolking de helft van dat op het vasteland, en de werkloosheid ligt op 25 procent, oplopend tot 50 procent onder jongeren. Er heerst een enorme verbittering onder arbeiders en armen – ze vinden dat zij nu de prijs betalen voor de economische crisis, en accepteren dat niet langer.
De schaal van de protesten is enorm. 100,000 van de 410,000 bewoners van Guadeloupe hebben deelgenomen aan de demonstraties. Stel je die verhouding eens voor in een land als Nederland of Frankrijk! Hoewel de protesten voortkomen uit dezelfde woede over de gevolgen van de recessie die ook de stakingsbeweging op het vasteland van Frankrijk voeden, speelt er op de eilanden meer dan economisch eisen alleen. Lokale leiders van de stakingen benadrukken de geschiedenis van racisme waar de eilanders mee zijn geconfronteerd.
LKP-leidster Elie Domata zei in een recent interview: ‘Elke keer dat we op Guadeloupe de straat op zijn gegaan voor salarisverhogingen, heeft de staat gereageerd met repressie, in het bijzonder in mei 1967 op Pointe-a-Pitre, waar er 100 doden vielen – bouwvakkers vermoord door de politie.’ Afgelopen weekend demonstreerden duizenden door de straten van Le Moule en schreeuwden ‘Guadeloupe is van ons, niet van hen’. Daarmee refereerden ze aan de blanke minderheid die de economische macht in handen heeft, op een eiland waar het overgrote merendeel van de inwoners afstammen van slaven.
De politieke elite in Frankrijk is doodsbang dat de beweging in het Caribische gebied zich naar het vasteland verspreidt. Le Monde van 10 februari kopte ‘Guadeloupe, de regering vreest besmetting’. Verder werd er geschreven dat de algemene staking ‘de diepst mogelijke ongerustheid teweeg heeft gebracht bij de top van de staat’ en dat de regering vreest dat ‘mogelijk afgedwongen koopkrachtverbeteringen op de eilanden als referentiepunt gebruikt gaan worden door de vakbeweging op het vasteland.’
De manier waarop Sarkozy met de stakingsbeweging op de eilanden omgaat is er een van de wortel en de stok. Gisteren heeft hij een ongespecificeerde 580 miljoen euro voor de overzeese gebieden toegezegd en een aparte ‘Staten-Generaal’ afgekondigd die de komende maanden ‘het ongenoegen’ moet onderzoeken. Zo probeert hij tijd te rekken in de hoop dat de beweging verslapt. De dag ervoor had zijn minister van Binnenlandse Zaken 300 extra ME-ers naar Guadeloupe gestuurd.
De LKP heeft vandaag gezegd bereid te zijn om met de regering te onderhandelen, maar de algemene staking niet te beëindigen. Met de extra politie die al naar het eiland was gestuurd wordt de situatie grimmiger. Een staker is al doodgeschoten. Veel hangt af van de houding van links en de vakbeweging op het Franse vasteland, die tot nu toe wel mondelinge steun hebben geuit, maar nauwelijks daadwerkelijke solidariteit hebben georganiseerd om zo de verschillende bewegingen te verenigen. De nervositeit bij de politieke elite laat zien dat dat precies is wat er nu moet gebeuren.