Massamoordenaar met ideologische handlangers
Breivik werd eerder ten onrechte aangeduid als lone wolf. Het gaat hier echter niet om iemand die helemaal los van de samenleving handelde. Zijn gedachtengoed deelde hij met vele anderen, hij discussieerde erover op internet en werd gevoed door haatpolitici als Wilders.
Wilders heeft Breivik weliswaar niet rechtstreeks aangezet tot het plegen van de massamoord, maar de rol van politici als Wilders in het voeden van het extreme gedachtengoed van Breivik mag ook niet onderschat worden. Het is niet voor niets dat Breivik in zijn manifest zo’n dertig keer verwijst naar de PVV-leider.
Breivik wordt dan ook terecht door een deel van de deskundigen als toerekeningsvatbaar gezien. Hij is geen gek in de zin dat hij niet wist wat hij deed, dat zijn daden hem niet toegerekend kunnen worden vanwege een psychische ziekte.
Breivik en zijn ideeën moeten juist heel serieus genomen worden. In het grootste deel van zijn ideologie staat hij immers niet alleen, maar sluit hij aan bij eerdere islamofobe ideologen zoals Bat Ye’or. De Nederlandse columnist Theodor Holman zei onlangs zelfs in een interview: ‘Ik voel me verwant met Breivik. En daar schaam ik me ook niet voor.’
Het is goed dat Breivik berecht wordt, maar gezien hoe hij van het proces gebruikmaakt en er zelfs van geniet, heeft het weinig vergeldende werking. Bij een eerlijk proces hoort dat het ook openbaar is, dat we kunnen meekijken naar het bewijs, de aanklacht en de verdediging. Maar dat Breivik probeert het proces tot een propagandashow te maken is pijnlijk.
Een belangrijk aspect dat tijdens het proces niet aan de orde komt is de manier waarop in Noorwegen wordt omgegaan met racisme. Volgens het Antiracismecentrum in Oslo houden de autoriteiten amper gegevens bij over vreemdelingenhaat. Na de aanslagen in Noorwegen werd in eerste instantie Al-Qaida verdacht en vielen sommige Noren moslims met geweld aan. ‘De slachtoffers gingen ervan uit dat hun aangifte niet serieus zou worden genomen’, zegt Mari Linlokken van het centrum.
Islamofobe retoriek
Sinds 11 september 2001 is haat tegen moslims en tegen vreemdelingen in het algemeen enorm toegenomen. In Nederland wakkerden politici als Fortuyn en Wilders dit soort ideeën aan, maar ook in andere landen hebben dergelijke stromingen aan invloed gewonnen.
In Frankrijk en België werd op basis van islamofobe retoriek het boerkaverbod ingevoerd en in Engeland voeren fascisten van de English Defence League aanvallen uit op moslims en moskeeën. Met name sociaal-democraten wordt verweten ‘te soft’ te zijn tegen migranten.
De retoriek die met deze onzin gepaard ging en gaat is doordrenkt van harde woorden en harde beleidsmaatregelen tegen ‘deze vijanden in onze samenleving’. Dat ging en gaat volgens extremisten als de PVV natuurlijk nog lang niet ver genoeg.
Op GeenStijl zei Wilders in 2007, wel erg in Breivik-stijl: ‘De eerste islamitische invasie werd na de verovering van Spanje, Portugal en het zuiden van Frankrijk in het jaar 732 gestopt bij Poitiers en de tweede invasiepoging door de Ottomaanse Turken werd voor de poorten van Wenen gekeerd toen ze daar in 1683 gelukkig de pan in werden gehakt’.
Tevens sprak hij over hoe ‘het aantal islamieten in ieder Europees land meer dan zorgwekkende vormen aan neemt’ en hoe ‘de PVV zich met man en macht zal verzetten tegen deze derde islamitische invasiepoging.’
Het is niet verwonderlijk dat in dit klimaat van haat en bangmakerij, gecombineerd met een terechte woede op het politiek midden over het uitblijven van oplossingen voor de echte problemen in de maatschappij, er individuen opstaan die zich geroepen voelen om een daad te stellen. Met precies dat idee vermoordde Breivik vorig jaar 77 mensen, vooral jonge sociaal-democraten.
Deels is Breiviks rechtszaak nu de mediashow geworden die hij voor ogen had. Hij mag uitgebreid zijn ideologie toelichten, uitleggen waarom de moslims en de sociaal-democraten volgens hem het echte gevaar zijn en voor het oog van vele camera’s toelichten waarom hij het zo weer zou doen.
Het is begrijpelijk dat de politici die verantwoordelijk zijn voor het haatklimaat in deze rechtszitting nu niet terechtstaan. Het is dan ook aan links, aan antiracisten, om de context te blijven schetsen waarin een terrorist als Breivik kon opkomen en tot zijn slachting kon overgaan.
Daarbij moet een klimaat geschapen worden waarin migranten en minderheden weer van zich af durven te bijten, en waarin ook links niet langer over zich heen laat lopen. Dat betekent dat er juist een offensief nodig is tegen de aanvallen op de islam en multiculturalisme, en dus tegen de verspreiders van het gedachtengoed van Breivik in de pers en politiek.
- Wil je reageren op dit artikel? Stuur ons een mail.
- Met socialisme.nu en De Socialist proberen we socialistische ideeën toegankelijk te maken voor iedereen. Om dit te blijven doen kunnen we alle hulp gebruiken. Wil jij ons ook steunen? Neem dan een abonnement op De Socialist of word donateur: vul hier het formulier in.