Massamobilisatie overspoelt de alt-right
Door Scott McLemee in Washington, D.C.
Slechts enkele tientallen van hen kwamen opdagen voor de bijeenkomst op Lafayette Square, tegenover het Witte Huis. Aangemoedigd door de reactionaire agenda van Trump en zijn pogingen tot etnische zuivering door middel van immigratiedienst ICE, gaven ze speeches die alleen zij zelf konden horen.
De antiracistische en antifascistische demonstranten, die door het centrum van Washington D.C. marcheerden, waren daarentegen met duizenden. Hun leuzen — als: “No Trump, no KKK, no fascist USA” en “Whose streets? Our streets!” — waren van veraf te horen. De alt-right bleef gedurende het evenement onder zware politiebescherming. Gezien de scheve opkomst moet dit een geruststelling voor ze zijn geweest.
De grote en diverse groep demonstranten was goed gedisciplineerd en strijdbaar. Zij begrepen de lessen van de mobilisatie tegen de rechtse bijeenkomst in Boston een jaar geleden waarbij de verhouding tussen antiracisten en rechts extremisten geschat werd op 800 tegen 1.
Slechts een maand na het dodelijke geweld in Charlottesville haalde de tegendemonstratie in Boston, en de daarop volgende mobilisaties, maandenlang de wind uit de zeilen van de alt-right.
Aangezien de organisatoren van ‘Unite the Right 2’ aangaven dat ze tot zo’n vierhonderd mensen verwachtten, zullen de gebeurtenissen afgelopen zondag hen verder demoraliseren. De manifestatie duurde iets langer dan een uur voordat de strijders van witte suprematie weer in hun twee geblindeerde busjes stapten en met hoge snelheid wegreden. Een geamuseerde toeschouwer noemde het ‘vroeg weg om de file voor te zijn.’
Verzet aan de grond
De eerste aanwijzingen van een mobilisatie van de fascisten in Washington, D.C. om de verjaardag van Charlottesville te ‘vieren’ zijn terecht zeer serieus genomen.
Extreem-rechts is bezig geweest zich te herpakken nadat het in de weken na Charlottesville in het defensief werd gedrukt. De mobilisatie van Patriot Prayer in Portland, Oregon een week eerder was het laatste machtsvertoon van een harde kern van fascisten die gevechten uitlokten.
Maar er waren ook tekenen in de aanloop naar afgelopen zondag dat extreem-rechts niet zou gaan winnen. Toen het schokkende nieuws uitlekte dat het vervoersbedrijf van Washington, D.C. van plan was om speciale treinen of bussen voor de nazi’s in te zetten, sprak de grotendeels zwarte vervoersvakbond zijn protest uit en dwong het management om hun keutel in te trekken.
Het eenjarig jubileum van de moord op Heather Heyer bracht sterke artikelen in de media over de nachtmerrie een jaar geleden die onderstreepten dat wat er op het spel staat als nazi’s ongehinderd kunnen marcheren.
Ondertussen tweette Donald Trump tegen ‘alle vormen van racisme en gewelddadigheden,’ waardoor het lijkt alsof hij de schuld voor de verschrikkingen van Charlottesville nog steeds bij ‘beide kanten’ legt. Extreem-rechts toonde zijn liefde voor Trump door zijn manifestatie tegenover het Witte Huis te houden en Trump deed niets om ze te ontmoedigen.
De totale marginalisatie van de racisten in een voornamelijk zwarte stad werd benadrukt toen verschillende restaurants in Washington, D.C. aankondigden dat ze geen racisten zouden bedienen.
‘Er zijn van die momenten dat een gast onbeleefd is tegenover een medewerker en je de bediening gewoon wisselt,’zei Dan Simons, mede-eigenaar van het populaire Founding Fathers restaurant. “Wij zeiden tegen ons team: dit is iets heel anders. Je hoeft niet in een ruimte te zijn met figuren die bepleiten je te vermoorden of tot slaaf te maken.’
Politie
Aanvankelijk wilden de racisten dit jaar opnieuw in Charlottesville bijeen komen, kennelijk om zout in de wonden te strooien van het vreselijke geweld dat antiraciste Heather Heyer het leven ontnam en vele anderen verwondde.
Extreem-rechts kreeg geen vergunning, maar dat weerhield de gouverneur van Virginia, Ralph Northam er niet van om een noodverordening af te kondigen voor de stad en de omgeving.
Een enorme politiemacht — naar verluid meer dan 1.000 agenten — was op de been bij een anti-racistische demonstratie op de Universiteit van Virginia op 11 augustus. Op die dag vorig jaar, marcheerden nazi’s met fakkels over de campus.
Dit keer hadden veel mensen het gevoel dat de dreiging van een andere en veel beter georganiseerde groep kwam. Zoals het spandoek zei dat antiracisten voor het Thomas Jefferson standbeeld hadden opgehangen: ‘Last year they came with torches. This year they come with badges.’
De Washington Post deed verslag van hoe oproerpolitie zich tegenover de demonstranten verzamelden en de menigte ‘leuzen begon te scanderen tegen de agenten die uitgerust waren met schilden en helmen.’
Demonstrant Tom Freeman vertelde de Post: ‘Het is echt moeilijk om onze maatschappij te verdedigen als de politie zich zo gedraagt. Zonder enige provocatie marcheren ze op ons af. Niets. Het klopt met alles wat er over ze gezegd wordt en ik ben niet eens anti-politie.’
Lisa Woolfork, professor aan de Universiteit van Virginia en Black Lives Matter activist in Charlottesville, vertelde de krant: ‘Ik zie een disproportionaliteit. Tenzij er iets is dat ze ons niet vertellen en informatie hebben dat de racisten alsnog in grote groepen zullen demonstreren, lijkt het erop dat ze zich klaarmaken om mensen die zich verzetten tegen racisme en fascisme te observeren, in bedwang te houden en te disciplineren.’
De volgende dag, terwijl zich duizenden antiracistische demonstranten verzamelden in D.C. om rechts te confronteren, kwamen meer dan 200 mensen — waaronder Susan Bro, de moeder van Heather Heyer — samen in Booker T. Washington Park in Charlottesville voor een demonstratie en ter herinnering aan de activist. Toen demonstranten zich verzamelden in Washington Park werden ze geconfronteerd met tientallen agenten, ondanks de afwezigheid van rechtse demonstranten.
Volgens de New York Times vormde de politie ‘een barricade die de demonstranten vasthield binnen het demonstratie-gebied. Zonder een teken van racisten ter plaatse bleven spanningen beperkt tot interactie tussen overwegend linkse demonstranten en de politie.’
Tactiek
De ontwikkelingen dit weekend benadrukken het belang van de lopende discussie over de tactiek in de strijd tegen Trumps would-be stormtroepen. Eén benadering werd uitgedrukt in een humoristisch bord dat zondag in Washington te zien was: ‘A punch a day keeps the Nazis away!’ Je hoeft het niet met de methode eens te zijn om te begrijpen waarom het aanspreekt.
Maar wat de voordelen in termen van catharsis van dit soort directe actie ook mogen zijn, het wordt vrijwel altijd uitgevoerd door individuen of kleine groepen. Gegeven het feit dat deze tactiek het moet hebben van een verrassingselement heeft hun benadering tot organisatie de neiging om geheimzinnig en zelf-isolerend te zijn.
De benadering die zondag in Washington echter de overhand had benadrukte de noodzaak om op lange termijn te bouwen aan een democratische, open en verantwoordelijke beweging op te bouwen die iedereen verdedigt die bedreigd wordt door de alt-right en andere reactionaire krachten.
Dat was de boodschap op een buurtbijeenkomst in Washington vorige week, die op video werd opgenomen. De sprekers kwamen van verschillende organisaties. Maar de meesten deelde de ervaring van Charlottesville vorig jaar.
Omsingeld door fascisten die goed voorbereid waren en zochten naar een confrontatie, waren ze overweldigd en onvoldoende voorbereid. Zonder sterke banden en discussies vooraf tussen de organisaties, bleken de progressieve krachten in Charlottesville in de praktijk zwakker dan de som der delen.
Deze zondag in Washington kwamen de tegenstanders van racisme in veel grotere aantallen de straat op. Zelfs als de fascisten erin waren geslaagd om honderden op de been te krijgen zouden ze zijn overspoeld door de antiracistische opkomst. Dit is een voortzetting van een van de harde lessen die we na Charlottesville hebben geleerd en werd uitgedrukt door verschillende spandoeken op de mars: ‘Solidariteit is onze kracht.’
Dit artikel verscheen eerder in het Engels op Socialistworker.org.