Massademonstratie in Polen illustreert normalisering extreem-rechts

Enkele duizenden demonstranten gingen in Warschau de straat op tegen fascisme, 11 november 2018 (Foto: Pracownicza Demokracja).
Afgelopen zondag vond in Warschau een grote demonstratie plaats, officieel om de onafhankelijkheid te vieren. In feite is het een jaarlijkse trefpunt voor fascistische groepen uit heel Europa. Dit jaar werd de mars ondersteund door de Poolse regering. Antifascistisch links in Polen hield een belangrijk tegenprotest.
15 november 2018

Door Maaike Vledder, vanuit Warschau

Volgens cijfers van de politie bracht de onafhankelijkheidsmars meer dan 200.000 mensen op de been, met de Poolse vlag en rood vuurwerk. De mars was ‘s avonds in veel Europese landen op het nieuws te zien. Ook door veel groepen, zowel rechts als links, binnen en buiten Polen, werd de mars nauwlettend gevolgd. Voor sommigen is de Poolse onafhankelijkheidsmars een voorbeeld van het nationalisme en patriottisme dat volgens hen mist in de rest van Europa. Voor anderen staat deze mars symbool voor de verrechtsing van Europa, en de opkomst van nationalisme en fascisme. Die angst is niet onterecht.

Extreem-rechts

Officieel is de mars een viering van het eind van de Eerste Wereldoorlog, en daarmee het begin van een onafhankelijk Polen. 11 november is in Polen dan ook Onafhankelijkheidsdag. Maar deze mars is controversieel, omdat die geassocieerd wordt met nationalisme, racisme, fascisme, homofobie, islamofobie, antisemitisme en seksisme. Vorig jaar waren er banners te lezen met teksten als, ‘Puur Polen, wit Polen’, ‘Europa zal wit zijn’, ‘dood aan de vijanden van het land’, ‘Islam is terreur’, ‘Stop de Islamisering van Europa’, ‘Vluchtelingen, ga weg’ en ga zo maar door.

Nationalisme in Polen hangt heel sterk samen met de katholieke kerk. Er waren dan ook religieuze groepen aanwezig met banners als ‘Wij willen God’, of ‘God, Eer en Vaderland’. Ook waren er vlaggen te zien van bekende (internationale) extreem-rechtse groepen, denk aan het Italiaanse neofascistische Forza Nova.

Op zich is dit niet zo verrassend, gezien het feit dat de mars al sinds haar ontstaan in 2008 wordt georganiseerd door extreem-rechtse groepen in Polen. Een daarvan is ONR, het Nationaal Radicale Kamp, dat afstamt van de voor de tweede wereldoorlog grote antisemitische beweging met dezelfde naam, die was geïnspireerd op Italiaans fascisme. Een andere organisator is de Młodzież Wszechpolska, of Pan-Poolse Jeugd, een jongerenorganisatie met ultranationalistische en fascistische ideeën.

Wat meer verrassend is, is dat ondanks nationale en internationale controverse rondom deze mars en het overduidelijk extreem-rechtse karakter, het aantal deelnemers dit jaar meer dan drie keer zo groot was was. Vorig jaar liepen er zo’n 60.000 mensen mee, dit jaar 200.000.

Niet iedereen in de mars meeloopt staat achter de rechtse ideeën. Sterker nog, er is veel woede naar de (internationale) media, die het evenement op een verkeerde manier zou framen. Zij zien de mars simpelweg als een viering van de onafhankelijkheid. Dat het een patriottisch karakter heeft vinden zij logisch. Polen zijn trots op hun land, dat na jaren van overheersing door buitenlandse machten eindelijk haar honderdste ‘verjaardag’ kan vieren.

Foto’s van mensen van kleur die ooit hebben meegelopen in de mars circuleren op het internet, als ‘bewijs’ dat het helemaal geen extreem rechtse of fascistische mars is, en dat iedereen welkom is. Dit laat zien hoe genormaliseerd rechts gedachtegoed momenteel is in Polen. Het feit dat de mars duidelijk een dubbele boodschap heeft maakte voor de deelnemers blijkbaar niet genoeg uit. Of zoals een Poolse vriend zei: ze worden succesvol voor de gek gehouden door de extreem-rechtse groepen wat betreft de echte boodschap van deze mars.

Normalisering

Dit maakt het des te kwalijker dat de Poolse vakbondsfederatie Solidarność, die werd opgericht in de strijd tegen het stalinisme in Polen, dit jaar officieel opriep om aan de extreem-rechtse mars deel te nemen. Een internationale petitie die de vakbond probeerde te behoeden voor deze knieval naar de fascisten mocht niet baten.

Een verdere factor in de normalisering van fascisme is dat de regering dit jaar voor het eerst betrokken was bij de mars en samenwerkte met de extreem-rechtse groeperingen. Dit was naar aanleiding van het dappere besluit van de burgemeester van Warschau om de mars te verbieden, enkele dagen voordat die plaats zou vinden. Zij zei dat Polen al genoeg heeft geleden onder ‘agressief nationalisme’ en dat ze daarom niet toestond dat dit het karakter zou zijn van de viering van de onafhankelijkheid. Een bijkomende reden was het feit dat de politie een staking had aangekondigd, en de veiligheid dus niet gegarandeerd kon worden.

De organiserende groepen zijn meteen nadat ze hadden aangekondigd alsnog te komen, naar de rechter gegaan. De rechter heeft het verbod uiteindelijk teruggedraaid, met als reden dat een verbod in zou gaan tegen het recht op openbare bijeenkomsten. Ondertussen had de president al aangekondigd dat de overheid zelf een mars zou organiseren, met de zelfde route. Na het terugdraaien van het verbod stonden er dus er twee dezelfde marsen gepland, een door de overheid, een door extreemrechts. De overheid, momenteel geregeerd door de rechtse PiS partij, besloot om tafel te gaan met de extreem rechtse groepen, om de mars samen te organiseren.

Hoop

En zo kwam het dat de president van Polen, Andrzej Duda, samen met andere belangrijke politici, voorop liep in de Onafhankelijkheidsmars, met in zijn handen een vlag waarop stond; ‘Voor jou, Polen’. Ondanks zijn speech aan het begin, waarin hij opriep om de leuzen en banners achterwege te laten, bleek al snel dat dit niet het geval was. Ook dit jaar had de mars weer een zwaar extreem rechts karakter. En hoewel de (internationale) media spreekt over een grote mars met weinig incidenten, lijkt dit mij het grootste incident: de verdere normalisering van extreem rechts in Polen, en in Europa.

Gelukkig vond een straat verderop nog een andere demonstratie plaats van duizenden mensen tegen fascisme, homofobie, en voor een meer inclusief en open Polen. Deze tegendemonstratie was een stuk kleiner, maar enorm belangrijk: in het rechtse klimaat in de stad was het een verademing om mensen met regenboogvlaggen en spandoeken met anti fascistische teksten en leuzen te zien. We gingen door de straten met harde muziek, gezang en leuzen.

De organisatoren, een antifascistische coalitie, hadden al deze mensen vanuit verschillende groepen in solidariteit bij elkaar gebracht om een sterk tegengeluid te bieden tegen de rechts extremistische nationalistische mars die tegelijkertijd plaatsvond. ‘Vrijheid, gelijkheid, antifascisme!’ klonk het in de straten uit de monden van socialisten, feministen, vakbondsleden, antifascisten en toevallige voorbijgangers die zich aansloten. Zij vertegenwoordigen de hoop in Polen.