Marvin Hokstam: ‘De media hier gaan totaal voorbij aan de gevoelens van de zwarte gemeenschap’

Marvin Hokstam is redacteur van het Afro Magazine. Al vijfentwintig jaar is hij een journalist die schrijft over onderwerpen die de internationale Afrogemeenschap aangaan. Hij sprak met Mark Kilian over de nasleep van de Caribische orkanen, koloniaal racisme en climate justice.
24 november 2017

Jij bent onder andere redacteur van het Afro Magazine. Is dat ook je belangrijkste werk?

Nee, ik zou dat erg graag als belangrijkste activiteit hebben, maar jammer genoeg is journalistiek die gericht is op de Afrogemeenschap niet echt winstgevend in Nederland. Daarnaast werk ik ook op het ROC van Amsterdam.

Je bent ook journalist geweest op Sint Maarten?

Ik denk niet dat iemand ooit journalist geweest kan zijn. Je bent het of je bent het niet. Dus ik werk niet meer fulltime in de journalistiek. Ik ben in het verleden bezig geweest om van mijn hobby, mijn passie, mijn werk te maken. En dat is niet minder mijn passie tegenwoordig. Ik heb van 1992 tot in feite nu als journalist gewerkt. Op Sint Maarten werkte ik van 1997 tot 2002 als journalist Toen voor internationale bladen door het hele Caribische gebied heen, toen een jaar als hoofdredacteur van de Saint Martin Today Newspaper en sindsdien weer als freelancer voor The Daily Herald.

De orkanen die we hebben gehad, waar je ook op je blog over schrijft: weet je hoe het er nu op Sint Maarten voor staat? Want het is in grote lijnen uit het nieuws.

Ja. Dat is één van de dingen die me storen in hoe nieuws tegenwoordig gaat. Je bent heel gauw oud nieuws. Het beheerst de nieuwscycles niet meer, wat er daar gebeurd is op Sint Maarten. Dat gevoel dat mensen hadden, dat Sint Maarten geholpen moest worden, is een beetje verslapt. De doorsnee Nederlander stelt zich tegenwoordig… nee, ‘de doorsnee Nederlander’ is niet eerlijk. De conservatieve Nederlander stelt zich weer op zijn best op, gaat voorbij aan de behoeftes die er nog steeds zijn op Sint Maarten en heeft het idee dat er bestuurlijk moet worden ingegrepen.

Nu is niet de tijd en de plek om te praten over de integriteitskamer. Nu moeten de mensen gewoon geholpen worden. Maar omdat Sint Maarten geen deel meer uitmaakt van het dagelijks nieuws is het gevoel van medelijden dat mensen hadden een beetje afgezwakt. En dat vind ik erg.

Maar hoe is de situatie nu op Sint Maarten?

Het zit allemaal vast. De economie op het eiland ligt voorlopig op zijn kont. Het is een toerisme-economie, en als je een toerist niks te bieden hebt… Als je hotels allemaal zijn verwoest, als je stranden zijn weggezogen door een orkaan, als je natuur verwoest is, heb je geen toerismeproduct.

Dus het eiland heeft voorlopig aan zijn main industry geen inkomsten. En als je als bedrijf geen inkomsten heeft, kun je je werknemers niet betalen. Ik praat dagelijks met mensen op Sint Maarten. Men blijft hopen en blijft geloven. Maar er zijn dagelijks mensen die hun baan verliezen. Er zijn nog steeds mensen die in tenten wonen.

Er moet flink geïnvesteerd worden. Men focust nu naar mijn mening zwaar op het integriteitskamergedoe. Weer zo’n ad hoc beslissing dat het nu moet gebeuren. Ik zeg niet dat er geen corruptie leeft. Ik zeg ook niet dat er geen integriteitskamer moet komen. Ik zeg: this is not the time and not the place. Niet nu! Nu moet er wat gedaan worden, want je hebt een industrie die niet terug kan komen van de klap die ze heeft gekregen als er niet nu maatregelen worden getroffen, als er niet nu de juiste financiële injectie komt.

Ik weet niet of je dat artikel van me gelezen hebt: ‘Nederland gaat voorbij aan zijn historische verantwoordelijkheid’? Mensen zijn zich daar te weinig van bewust, dat de rijkdom van Nederland ergens vandaan gekomen is. Ik blijf het zeggen: dat komt uit 400 jaar onderdrukking en daarnaast 400 jaar slavernij.

Er zijn mensen die hebben bijgedragen aan die rijkdom waar Nederland op zit, en nogmaals: die integriteitskamer moet er komen maar ik wil daar twee dingen over zeggen: de corruptie is niet iets dat in Sint Maarten is uitgevonden. Twee: die rijkdom komt ergens vandaan. Het zal niet beter worden de komende jaren als we het hebben over de orkanen die op de eilanden zullen afstevenen.

Nu is niet de tijd om eisen te stellen aan een regio die de komende tijd nog te maken zal hebben met weersomstandigheden waaraan het niet heeft bijgedragen. Climate change is niet iets dat door de kleine eilanden in het Caribisch gebied veroorzaakt is. Klimaatverandering is veroorzaakt door eerstewereldlanden en het zijn de kleine derdewereldlanden, de kleine eilandjes in de derdewereldregio’s waar de rijke landen hun rijkdom vandaan hebben, die eronder lijden.

En daar gaan mensen in Nederland aan voorbij, de mensen die zich blindstaren op het integriteitskamergedoe. Die gaan voorbij aan een stukje geschiedenis. Die gaan voorbij aan de principiële verantwoordelijkheid die Nederland heeft.

Ja, de vraag is hier natuurlijk: wie stelt hier eisen aan wie?

Als je 400 jaar lang onderdrukt bent, en ik ben tegenwoordig een hele andere mening toegedaan over onafhankelijkheid, status aparte en autonomie dan vroeger. Ik vind dat de wijze waarop Suriname bijvoorbeeld zijn onafhankelijkheid gekregen heeft, is heel goedkoop gegaan. Suriname heeft voor een paar miljard gulden onafhankelijkheid gekregen, ze hebben een paar miljard gulden ontwikkelingshulp gehad op 25 november 1975.

Ik vind dat Nederland daarmee voor een paar miljard gulden zijn verantwoordelijkheid aan Suriname heeft afgekocht. Suriname, Curaçao, Sint Maarten, alle eilanden die onder Nederlands bewind vielen in de koloniale tijd, al die eilanden die onder Brits en Frans bewind vielen, die zijn gesticht door deze koloniale mogendheden: de mensen die er gezwoegd en gebloed hebben om die mogendheden rijk te maken zijn wat mij betreft voor eeuwig onderdanen en de verantwoordelijkheid van deze koloniale machten.

Ik heb het optelsommetje niet gedaan, maar ik ben vijfde, zesde, misschien wel tiende generatie Nederlander. Niemand kan mij dit ontnemen. Dat is een historische erfenis. En ik vind dat Nederland deze mensen een zekere verantwoording schuldig is.

Om die eilanden dan af te stoten – ok, dat is gebeurd. Er speelt daar ook een stukje trots in de gemeenschap, en ik ken de nuances die daar leven. Mensen zijn blij met hun ‘autonomie’. Om dan nu van die koloniale machthebber te horen dat je niet mag doen op jouw eiland wat je wilt, schiet mensen het verkeerde keelgat in. Dus men gaat eisen stellen.

Er is het een en ander gebeurd. De regering is gevallen door deze hele integriteitskamerkwestie. De twee partijen, de National Alliance en de Democratic Party, waren het niet met elkaar eens. De Democratic Party vond dat Sint Maarten gewoon moest accepteren wat Nederland eiste: de integriteitskamer nu, en het geld moet komen. De National Alliance was het daar niet mee eens en de coalitie is nu uit elkaar. Op 26 februari zijn nieuwe verkiezingen gepland.

Even terug naar de ramp: de economie ligt aan gort. Mensen hebben een inzamelingsactie gehad, en er loopt een hulpoperatie.

Ik kan weinig zeggen over die hulpoperatie, omdat er inderdaad allemaal ad hoc-dingen gebeuren. Maar ik wil wel twee dingen zeggen over het feit dat er een inzamelingsactie is geweest. De regering heeft een beroep gedaan op de gemeenschap om Sint Maarten te hulp te schieten.

Ik vind ook daar dat de regering voorbij gaat aan haar verantwoordelijkheid. Het is heel mooi dat de Nederlandse gemeenschap helpt, maar het is niet haar taak. Sint Maarten is een eiland met status aparte als deel van het koninkrijk. Sint Maarten heeft er alle recht op om door de Nederlandse overheid te worden geholpen, uit die rijkdom die Sint Maarten Nederland heeft helpen vergaren.

Een ander punt. Welke rol probeer je Afromagazine te geven? Het is vooral cultureel, maar wel divers: zaken over onafhankelijkheid, maar ook black consciousness.

Ik woon sinds 2012 in Nederland, na vanaf 1992 als journalist te hebben gewerkt in Suriname en het hele Caribisch gebied. Wat mij meteen verbaasde was de geringe vertegenwoordiging van zwarte mensen in de media. De media moeten een afspiegeling zijn van de gemeenschap. Tussen de 25 en 30 procent van de Nederlandse gemeenschap heeft Afrikaanse roots, honderd procent of gemixt.

Als ik dan naar het medialandschap kijk, wat mij wordt aangeboden, op tv, radio en in de gedrukte pers, dan vind ik het teleurstellend dat hier zo weinig vertegenwoordiging te zien van mensen van Afrikaanse afkomst. Dat twintig jaar na mijn aankomst vanuit Suriname hier nog steeds zoiets leefde als Zwarte Piet was voor mij schokkend!

Ik dacht dat we dat achter ons gelaten hadden. Om dan mensen op straat tegen te komen die zich zwart geschminkt hebben, of dat dan mensen naar me wuiven omdat ze denken dat ik meedoe aan die rotzooi, vind ik schokkend.

Maar de media moeten met respect kunnen vertalen wat de gevoelens zijn die leven in een gemeenschap. De media hier gingen totaal voorbij aan de gevoelens van de zwarte gemeenschap, bij zoiets als Zwarte Piet. Dus ik vond het nodig om een medium te starten dat de verhalen vertelde, en de gevoelens vertaalde, van de zwarte gemeenschap.

Ik geloof dat racisme en discriminatie bestaan omdat mensen elkaars verhalen niet kennen. Als je elkaars verhaal kent, ga je elkaars verhalen respecteren. Ik wilde meer verhalen van de Nederlandse zwarte gemeenschap op één plek hebben. Dat is wat ik doe met Afro Magazine. Zowel wat ik doe ik nieuwsverhalen als een Afro-agenda: alle events, lezingen, tentoonstellingen: alle expressies van de Afrogemeenschap zo’n beetje op één plek.

Zie de site van Afro Magazine; Marvin probeert collega-journalisten op Sint Maarten (SMX) te helpen weer ‘on their feed’ te komen met crowdfunding.