Marokkaanse verkiezingen zijn een karikatuur

De verkiezingen voor het Marokkaanse parlement zijn gewonnen door de regeringspartij PJD (Partij voor Gerechtigheid en Vooruitgang). Maar de verkiezingen van vorige week zijn een farce en bieden geen zicht op verbetering van de Marokkaanse levensomstandigheden.
20 oktober 2016
Protest van de 20 februari beweging in Casablanca, 20 november 2011

Door Ramon Lambregts

In 2011 gingen duizenden Marokkanen de straat op om verandering te eisen van de monarchie. Geïnspireerd door de Arabische lente eiste de ‘20 februari beweging’ inperking van de koninklijke macht, toegankelijke gezondheidszorg, onderwijs en een einde aan armoede en werkloosheid in het land. Om de opstand te temperen voerde Koning Mohammed VI enkele hervormingen door. Maar de macht van de monarchie over de Marokkaanse politiek en economie is nog altijd even groot.

De PJD heeft de verworvenheden van de ‘20 februari beweging’ in de afgelopen regeringsperiode weer weten af te breken. Het bevroor lonen, perkte persvrijheid in en verstevigde de repressie. Demonstraties worden hard neergeslagen. In januari demonstreerden leraren tegen een halvering van de toelage voor leraren in opleiding en een maatregel die de werkloosheid verder doet oplopen. De werkloosheid is al enorm en de kwaliteit van het onderwijs behoort – mede door grootschalige privatiseringen – tot de slechtste ter wereld. Bij demonstraties in onder andere Marrakesh, Casablanca en Inezgane vielen vele gewonden door bruut politieoptreden.

Repressie

Marokkaanse activisten zijn structureel mikpunt van intimidatie en geweld. Door hen het leven zo moeilijk mogelijk te maken hoopt de staat elk verzet te breken. Activisten worden veroordeeld voor criminele activiteiten als drugshandel, maar ook voor zaken als belediging van de politie of het beschamen van de ‘heilige Marokkaanse waarden’ door het afkeuren van het koningshuis. Dit overkwam bijvoorbeeld blogger Said Ziani, die geïntimideerd en geslagen werd door de politie, uit zijn huis werd gezet en vervolgens drie maanden cel kreeg opgelegd wegens drugshandel: ‘De regering heeft mijn leven vernietigd met een pennenstreek.’

Activiste Zineb Belmkaddem vindt het dan ook flauwekul om te spreken van hervormingen. Volgens haar heeft de koning de touwtjes nog steeds strak in handen: ‘In mijn optiek is het Marokkaanse regime veel machtiger geworden in de afgelopen vijf jaar, flexibel met zijn PR-machine in het zichzelf portretteren als vooruitstrevend in het doorvoeren van democratische veranderingen. De waarheid is dat activisten nog steeds het zwijgen wordt opgelegd.’

In plaats van hervormingen kiest de staat voor een harde aanval op de Marokkaanse arbeidersklasse door middel van o.a. privatiseringen. Vooral onderwijs en nutsvoorzieningen zijn het doelwit. Het bedrijfsleven heeft hiervoor directe lijntjes met het koningshuis en het parlement komt er niet aan te pas. Corruptie en nepotisme tieren welig in de politiek. Mensen die willen klimmen op de sociale ladder doen er goed aan zo strak mogelijk binnen de kaders van de monarchie te opereren. Politieke partijen zijn hiervoor het vehikel. Als er al kritiek is, is dat meestal voor de bühne. Mochten de grenzen overschreden worden, dan grijpt de staat in. Onderzoekers Jamal en Robins stellen dat 82% van de Marokkanen denkt dat de staat corrupt is en dat politieke partijen weinig kunnen doen aan de banden tussen het bedrijfsleven en het koningshuis.

Lage opkomst

De verkiezingen worden in Marokko dan ook niet heel serieus genomen. Mo uit Amsterdam was tijdens de campagne in Tanger: ‘De meeste mensen noemen de verkiezingen een karikatuur, een theater.’ Dit beeld wordt bevestigd door de extreem lage opkomstcijfers. De media spreken van een opkomstpercentage van 43%. Maar dat is de opkomst van het aantal kiezers dat zich heeft laten registreren. Van het totaal aantal kiesgerechtigden is uiteindelijk slechts 23% naar de stembus gegaan. De keuze van drie linkse partijen om gezamenlijk deel te nemen aan de verkiezingen heeft slechts twee zetels opgeleverd en voor meer versplintering gezorgd op links. Linkse activisten hadden namelijk opgeroepen tot een boycot.

De ’20 februari beweging’ is uit elkaar gevallen. Mo zegt hierover: ‘Door de repressie zijn veel activisten uitgeschakeld, anderen zijn geïsoleerd. Maar we kunnen nog wel wat verwachten.’ Dat er perspectief is, blijkt uit de strijd die veel Marokkaanse arbeiders ondanks de moeilijke omstandigheden bereid zijn te leveren. Na het politiegeweld in januari, namen in februari honderdduizenden leraren, zorgwerkers, ambtenaren en havenarbeiders deel aan een landelijke staking tegen de verhoging van de pensioenleeftijd. Staalarbeiders – cruciaal voor de Franse autofabrieken in Marokko – voeren al maanden actie en trotseren ontslagen van stakingsleiders, geweld en intimidatie. In mei was er een algemene 24-uursstaking en op dinsdag 18 oktober is een 48-uur staking afgekondigd door het vliegend personeel van Royal Air Maroc. Het doorzetten van deze economische confrontaties biedt voor de Marokkanen wel perspectief op het verbeteren van hun omstandigheden en het bouwen van een beweging.