Manning Marable (1950-2011): een protest tegen racisme

Deze maand overleed de activist en academicus Marable Manning. Hij was een imposante figuur in de strijd voor de bevrijding van zwarte Amerikanen.

21 april 2011

Door Yuri Prasad

Twintig jaar geleden maakte ik voor het eerst kennis met het werk van Manning Marable. Het was op een bijeenkomst van de Socialist Workers Party. Ik was hopeloos de draad kwijtgeraakt in een betoog over de Amerikaanse burgerrechtenbeweging. Naderhand kwam een kameraad op me af met een boek: ‘Volgens mij moet je dit eens lezen’, zei ze, ‘het zal je helpen’. Ze had gelijk.

Marable’s boek Race, Reform and Rebellion is een briljante geschiedenis van de strijd tegen racisme in de VS. Het combineert onbekende episodes uit de strijd met verhalen van de cruciale momenten en geeft zo een beeld van een samenleving waarin het opkomen voor gerechtigheid gelijkstond aan het tot vijand verklaren van het hele systeem. Tegen de achtergrond van de door de staat gesteunde discriminatie in het uiterste Zuiden, en de zwarte ghetto’s in het ‘verlichte’ Noorden, beschrijft Marable de wijze waarop sit-ins van studenten in de jaren vijftig voortborduurden op oudere radicale tradities.

In de jaren dertig gaf de Communistische Partij leiding aan een beweging die antiracisme combineerde met klassenstrijd en die de leiders van Amerika de stuipen op het lijf joeg. Als antwoord orkestreerden de bazen een terreurcampagne tegen alles wat ‘rood’ was. Toen collega-activisten aan Marable de vraag voorlegden waarom er zo weinig strijd was geweest tegen de apartheid in de jaren net na het einde van de Tweede Wereldoorlog, stelde Manning de tegenvraag waarom zo weinig mensen onderzoek naar de periode hadden gedaan. Volgens Manning zou iedereen die dat zou doen, tot de conclusie komen dat de ‘paranoïde stemming van anticommunistisch Amerika een belemmering vormde voor het overleven van elke vorm van protest van enige omvang’.

Gezien deze achtergrond is het geen wonder dat de vroege jaren van de Burgerrechtenbeweging gekenmerkt werden door vertoon van vaderlandsliefde. Marable beschrijft hoe campagnebijeenkomsten die werden georganiseerd in zwarte kerken steevast eindigden met het zingen van het Amerikaanse volkslied.

Programma

Als dank voor deze loyaliteit boden de politici van de Democratische Partij een juridisch programma dat zwarten stemrecht gaf en dat voorzag in de eerste stappen richting afschaffing van de apartheid. Maar tegen 1963 begon deze verbintenis op een einde te lopen. De Democraten waren bang om stemmen te verliezen van racisten in het Zuiden, terwijl de burgerrechtenbeweging boos begon te worden over de traagheid van de veranderingen.

De leiders van de beweging, zoals Martin Luther King, probeerden massale burgerlijke ongehoorzaamheid te koppelen aan oproepen aan de regering. Maar vanuit de flanken van de beweging rezen radicalere stemmen op, vooral van Malcolm X. Deze stemmen begonnen aan invloed te winnen onder de jongere activisten. Zij geloofden, aldus Marable, dat ‘als [president] Johnson door zou gaan met zwarte mannen de dood in te sturen in de oorlog in Azië [Vietnam], zijn regering omvergeworpen zou worden. Als geweldloosheid niet hielp om witte racisten over te halen tot biraciale democratie en gelijkheid, dan moest hun brute terreur slag voor slag beantwoord worden. Als gelijkheid onmogelijk was binnen de politieke economie van het Amerikaanse kapitalisme, dan moest dat systeem … omvergeworpen worden. Geen compromissen meer; geen verraad meer door gematigde zwarten. Opstand zou in de plaats komen van hervorming.’

Uit deze opstand kwamen nieuwe organisaties voort, voornamelijk geworteld in de zwarte en de arme gemeenschappen van de ghetto’s in het Noorden, in plaats van in het ‘gesegregeerde Zuiden’. Bijvoorbeeld de Black Panther Party en de Revolutionaire Vakbondsbewegingen in Detroit. In tegenstelling tot het gros der ‘fatsoenlijke’ academici vereenzelvigde Marable zich sterk met deze radicale protesten. Hij was onder de indruk van hun heldhaftige houding tegenover het geweld van de staat – en hij sympathiseerde met hun gerichtheid op klassenanalyse. Marable omschreef zichzelf als een socialist, ook al stond hij welwillend tegenover mensen die een ‘nationalistische’ benadering hanteerden die uitging van een gemeenschappelijk belang van alle zwarte mensen. Maar hij begreep de wijze waarop klassenverschillen zorgen voor verschillende behoeftes en belangen – zelfs onder mensen die te kampen hebben met dezelfde onderdrukking.

Afzwakken

In het begin van de jaren zeventig werd het inzicht in deze verdeeldheid nog belangrijker. De staat begon de zwarte middenklasse in haar structuren op te nemen in de hoop daarmee de radicale protesten af te zwakken. Veel burgerrechtenactivisten waren ervan overtuigd dat de periode van het demonstreren voorbij was en dat de strijd verplaatst moest worden naar het terrein van de verkiezingen. In 1969 waren er net iets meer dan duizend gekozen zwarte ambtenaren in de VS. In 1975 was dit aantal meer dan verdrievoudigd.

Om de dubbelzinnigheid van de overwinning te illustreren, haalt Marable het voorbeeld aan van de baanbrekende verkiezing van Carl B. Stokes, de zwarte burgemeester van Cleveland in de staat Ohio. De verkiezing van Stokes werd toegejuicht door links en door degenen die meer jonge mensen in de binnensteden wilden hebben. Maar door het sluiten van fabrieken en het vertrek van de rijkere bewoners zat Ohio in een financiële crisis. Stokes was gedwongen de confrontatie aan te gaan met duizenden stadsarbeiders, zwart en blank. Velen van hen hadden aanvankelijk zijn overwinning toegejuicht. Marable onderstreepte de tegenstrijdigheid waarmee mensen zich geconfronteerd zagen, die trachtten een systeem draaiende te houden dat was gebaseerd op racisme en uitbuiting.

Race, Reform and Rebellion is geschreven in de jaren tachtig, vele jaren na de neergang van de arbeidersbeweging en de zwarte bevrijdingsbewegingen. Maar Marable was overtuigd van de noodzaak om de hoogtepunten van de beweging en de teloorgang ervan vast te leggen. Hij was een activist en een geleerde die een dozijn boeken schreef over de strijd tegen het fascisme, in de overtuiging dat het discussiëren over het verleden en het analyseren van het heden een bijdrage kan leveren voor het gevecht in de toekomst. ‘Wie geen lessen trekt uit de geschiedenis, kan rekenen op haar grootste gevaren’, schreef hij. ‘Elk onderdrukt volk dat nalaat kennis te nemen van zijn eigen geschiedenis van protest of dat er niet in slaagt om uit die geschiedenis lessen te trekken, zal de overheersing door anderen in stand houden.’

Lees ook: Manning Marable: The US is ‘racist to the core’

Manning Marable’s biografie ‘Malcolm X: A life of reinvention’ is net uitgebracht en verkrijgbaar in de betere boekhandels.