Lessen van een ruk naar rechts
Door Jeroen van der Starre
De PVV komt als grote overwinnaar uit de bus. In Almere werd ze de grootste met 9 zetels in de raad, wat neerkomt op circa 22 procent van de stemmen. Terwijl de partij deelname aan het college onmogelijk lijkt te maken door haar racistische voorwaarde van een hoofddoekverbod, begint Wilders nu al te roepen dat hij niet mag worden uitgesloten en dat ‘men de democratie serieus moet nemen.’
Agressie tegen de ‘linkse kerk’
In Den Haag werd de PVV de tweede partij. Daar haalde ze bijna 17 procent van de stemmen en is daarmee de tweede partij in de stad. De PvdA verliest ook hier sterk, maar blijft nog net de grootste. Opvallend is dat Wilders in zijn reactie op de uitslag zijn pijlen vooral richtte op links, in plaats van het rechtse beleid dat al jarenlang de realiteit is in Nederland. Volgens de PVV-leider is het tijd om af te rekenen met ‘de linkse kerk’ en de ‘politieke correctheid’. De uitspraak ‘Wij gaan de gevestigde politiek helemaal gek maken!’ van PVV-er Sietse Fritsma onderstreepte de agressieve toon van de partij.
De andere grote winnaar is D66, dat haar aantal raadszetels meer dan verdrievoudigt. Opvallend genoeg scoort de partij vooral hoog in studentensteden. Dat kan te maken hebben met het feit dat ze zich sterk heeft geprofileerd op onderwijs. Dat deze neoliberale club altijd voorstander is geweest van de afschaffing van de studiefinanciering en een volledige liberalisering van de economie bepleit blijft buiten beeld. Maar D66 heeft ook gescoord met haar kritiek op de PVV, waarbij Pechtold als enige het woord ‘racisme’ in de mond durfde te nemen. De partij heeft zich ten onrechte als progressieve partij geprofileerd, maar heeft dat alleen maar kunnen doen omdat parlementair links dit consequent heeft nagelaten.
Ook de VVD wint stevig, volgens de voorlopige uitslag krijgt zij er 192 zetels bij. De uitslag in Den Haag laat echter zien dat deze winst niet zomaar te extrapoleren is naar de Tweede Kamerverkiezingen: daar levert de partij stevig in aan de PVV.
Afstraffing van de regeringspartijen
Belangrijke conclusie die we uit de uitslagen moeten trekken is dat de regeringspartijen worden afgestraft door de kiezer. Het feit dat de meerderheid van de bevolking meer dan genoeg had van het kabinet vertaalt zich in een stevige daling van het aantal zetels voor CDA en met name PvdA. Het is duidelijk dat men het heeft gehad met de afbraakpolitiek van Balkenende I tot en met IV. Opvallend genoeg vertaalde dit zich vooral naar een enorme nederlaag voor de PvdA. Gemeten naar het aantal stemmen blijft te partij weliswaar de grootste, maar ze verliest maar liefst 639 zetels tegenover 182 bij het CDA.
Hoewel de PvdA dé grote verliezer is riep Wouter Bos gisteravond, naar aanleiding van het nieuws dat zijn partij de grootste blijft in Den Haag: ‘De PvdA is weer terug!’ In werkelijkheid heeft de partij enorm ingeleverd, doordat ze in de afgelopen jaren haar linkse punten heeft ingeslikt. Openheid over Irak, de bezuinigingen, de verhoging van de AOW-leeftijd – keer op keer viel de partij haar achterban af ten gunste van het CDA. Dat de partij eindelijk haar poot stijf hield over Uruzgan bleek niet voldoende om het vertrouwen te herwinnen.
Voor de PvdA had het overigens nog erger gekund: in met name Rotterdam, Den Haag en Almere bleef de schade enigszins beperkt, doordat veel kiezers PvdA stemden in een vergeefse poging om de opmars van respectievelijk Leefbaar Rotterdam en de PVV te blokkeren.
Nederlaag Socialistische Partij
De grote verliezer links van de PvdA is de SP. Waar Agnes Kant tijdens het partijcongres eind januari in Rotterdam nog uitriep dat de partij ‘klaar was om te regeren’, wordt nu de nederlaag erkend. Deze nederlaag schrijft ze echter toe aan het feit dat veel mensen zijn thuis gebleven – maar liefst 47 procent van Nederland ging niet naar de stembus.
De SP zou het zich echter moeten aantrekken dat ze niet in staat is geweest om de woede over het kabinetsbeleid, de verrechtsing van de PvdA en de opkomst van extreemrechts te kanaliseren in steun voor een duidelijk linkse stem. Door zich op meeregeren met de PvdA te richten heeft de partij vaak kritiek op het kabinet en met name de PvdA ingeslikt. Waar de PVV doet voorkomen dat ze ‘principieel’ is, heeft de SP juist laten zien dat er over haar principes onderhandeld kan worden. Gisteravond nog werd dit geïllustreerd door Kants uitspraak: ‘Ik noem helemaal niks een breekpunt’. Het is blijkbaar belangrijker om de deur naar de PvdA open te houden dan hard stelling te nemen tegen het racisme van Wilders en de 35 miljard aan bezuinigingen die nog altijd in voorbereiding zijn. Kant was veel sterker in het verkiezingsdebat afgelopen maandag, maar helaas was dat een uitzondering.
Hierdoor heeft de SP ook de ruimte gecreëerd aan GroenLinks om weer enigszins te groeien. Femke Halsema heeft zich afgelopen periode weliswaar steviger in de Kamer geprofileerd dan Kant, maar tegelijkertijd omarmt ze de vrije markt en de ‘noodzaak’ van bezuinigingen. Dat ze hiermee kan wegkomen is vooral te wijten aan de zwakke houding van de SP.
Geloofwaardig links alternatief
De lage opkomst bij het stemlokaal laat opnieuw zien hoe groot de onvrede is over hoe Nederland in de afgelopen jaren is bestuurd. Veel mensen hebben niet het gevoel gehad dat hun stem er gisteren toe deed. Het is het ontbreken van een geloofwaardig links alternatief voor de gevestigde politiek geweest dat er de oorzaak van is dat rechts zo heeft kunnen winnen.
Veel mensen zijn geschrokken van de overwinning van Wilders, zoals blijkt uit de eerste reacties op straat en op internet. Links heeft nu de enorme opgave voor zich dit sentiment te vertalen naar een sterk en principieel tegengeluid richting de landelijke verkiezingen op 9 juni. We moeten alles in het werk stellen om de opmars van de PVV te stoppen door een zo breed mogelijk geluid tegen racisme. Tegelijk moeten we de mogelijkheid voor een nieuw rechts kabinet zien te blokkeren, door een veel grotere stem voor links als geheel en de SP in het bijzonder.
Dat betekent dat links in het offensief moet en dat haar focus zou moeten liggen op de straat en de strijd tegen het crisisbeleid. In de afgelopen dagen hebben we in Almere en Den Haag meerdere acties gezien tegen de haatzaaierij van de PVV. In Rotterdam gingen afgelopen dinsdag honderden arbeiders de straat op tegen de verhoging van de AOW-leeftijd. Komende week zullen we aan de bak moeten om opnieuw solidariteit te organiseren met de stakende schoonmakers en de nieuwe studentenacties die op stapel staan. Hier liggen de openingen voor een alternatief waarmee Nederland linksom gaat.
Lees ook:
• Stop rechts: stem links
• SP: van proteststem tot pluche?