Late bekering tegen privatisering

Er komt de klad in het neoliberalisme in Nederland. Eerst kregen de marktfundamentalisten al het niet doorgaan van versoepeling van ontslagrecht voor hun kiezen. Daarna moesten ze uitstel van liberalisering van de post slikken. Nu blaast het kabinet verdere privatisering van staatsbedrijven - neoliberaal stokpaardje uit de tijd van minister Zalm - af.
8 december 2007

ook spoorwegen niet verder geprivatiseerd

Minister Bos van financiën heeft hierover vrijdag een nota Staatsdeelneming uitgebracht. Was het tot dan toe een zaak van ‘privatiseren, tenzij’, nu is dat omgezet in ‘publiek, tenzij’. De staat is nog (mede-)eigenaar van 33 bedrijven, waaronder Schiphol, NS, Rotterdamse haven, Gasunie en De Nederlandse Bank. De staatsdeelname aan deze bedrijven blijft bestaan.

Bos wil geen verdere privatisering om ‘continuïteit en kwaliteit van publieke dienstverlening te waarborgen’. Inderdaad: die dienstverlening is door het hele traject richting privatisering uitgehold. De NS laat prachtige voorbeelden zien. Het is opgesplitst in deelbedrijven waarvan de een, NS Reizigers, doodleuk een klacht tegen de ander, Prorail, indient omdat het tweede bedrijf door rare tijden te claimen voor onderhoud van het nieuwe spoorboekje een chaos maakt.

Niet dienstverlening aan de klant staat centraal als een bedrijf een marktgerichte onderneming wordt, maar winst boven alles. Overvolle dure treinen en peperdure energierekeningen laten dat zien. Voor het idee dat energie en openbaar vervoer vooral nutsbedrijven ten behoeve van de gemeenschap waren, is bij verzelfstandiging, marktwerking en privatisering geen ruimte. Bos geeft toe dat privatisering en ‘continuïteit en kwaliteit van publieke dienstverlening’ botsen met elkaar. Daarmee erkent hij dat het hele jarenlang erin gehamerde verhaal dat ‘marktwerking goed is voor de dienstverlening en voor de consument’ een sprookje was.

Bos spreekt van ‘de toegenomen maatschappelijke zorg voor de publieke belangen die hiermee gemoeid zijn.’ Dat doelt op het bovenstaande, maar ook op een minder fraai motief tegen privatisering: angst dat bedrijven in handen vallen, niet zozeer van particuliere ondernemers, maar van buitenlandse bedrijven, Chinese, Saoedische en Russische (staats)ondernemers. Dit is inspelen op angst voor een buitenlands gevaar. Alsof winstbejag pas asociaal is als de Raad van Commissarissen een ander paspoort heeft – of een andere huidskleur.

Het neemt niet weg dat het stopzetten van privatiseringen welkom is. We hoeven er Bos echter niet voor te bedanken. Het is de hardnekkig weerstand aan de wantoestanden van de marktwerking zoals vakbonden en de SP dat jaar in jaar uit gedaan hebben waardoor het neoliberale tij is gaan keren. Dáár lopen neoliberale aanvallen op vast, en daarvan getuigt de late bekering van Bos.